- 44 -
waarderngs+aaks+e!1Ing voor op te nemen. Ik adviseer de raad om dat niet te doen. (De heer
Meerdlnk: Het Is toch volledig arbitrair of Je nu f 350.000,— als taakstelling zet of
f 700.000,op marktconform handelen?) Ja, maar het ene Is twee keer zo veel als het andere.
(De heer Meerdlnk: Ja, maar het blijft even arbitrair. Dat kunt u niet ontkennen. Het hangt er
vanaf wat u zelf als taakstelling wilt. Wat durft u aan?) WIJ hebben het gevoel dat wij met een
bedrag van f 350.000,— aan het maximum zitten en dat het niet verantwoord Is om op dit moment
hoger te gaan.
De reorganisatie. De heer Meerdlnk heeft één argument genoemd, namelijk de afspraak met de
bonden. Het tweede argument dat tegen het voorstel van PAL Ingebracht kan worden Is - dat wil
Ik nogmaals benadrukken - dat er sprake Is van een heel algemene en betrekkelijk vage keuze die
wordt voorgelegd. De veronderstelling dat wij wel niet efficiënt genoeg zullen werken en dat
het een stuk beter kan bestrijd Ik. Er zijn altijd onderdelen die Je sl immer/hand!ger zou kun
nen regelen. Voor een deel zit dat In de voorstellen. Voor de rest denk Ik dat met name door de
druk van de afgelopen Jaren op het gemeentelijk apparaat - wij hebben al zes of zeven Jaar
bezuinigd - alle rek die er Is om zo efficiënt mogelijk met de gegeven hoeveelheid mensen om te
gaan benut ls. Dus de veronderstel 11ng dat wij op grote schaal Inefficiënt werken en dat met
het grootste gemak van de wereld dit type taakstellingen eraan toegevoegd kunnen worden wil Ik
bestrijden. In die zin vind Ik de benadering van PAL - dat ls ook door anderen genoemd - botei
zacht. Uiteindelijk houdt die ook geen echte politieke keuze In, want er ls sprake van een heel
vage, algemene veronderstel IIng die naar voren wordt gebracht en die bovendien niet specifiek
Is Ingevuld naar sectoren of onderdelen van het apparaat. Nee, In zijn algemeenheid wordt
gezegd dat het wel wat efficiënter zou kunnen. Wel, het lijkt mij niet de Juiste wijze om op
die manier met dit type grote taakstellingen om te gaan.
Ik kom bij de heer Rozema. Ik zou gezegd hebben dat er wel degelijk sprake ls van een
politieke benadering - dat klopt en dat houd Ik staande - maar niet van politieke argumenten.
Met dat laatste ben Ik het niet eens. De politieke argumenten waarom wij bepaalde voorstellen
voorstaan staan In de raadsbrlef genoemd. Overigens moet Ik constateren dat van de kant van de
raad die politieke benadering op geen enkele wijze wordt aangedragen. Geen enkele fractie In de
raad zegt: College, Jullie hebben geen politieke benadering gevolgd, maar wij hebben er In onze
fractie een keer goed over gebrainstormd en wij komen tot het volgende alternatief. Op geen en
kele wijze Is dat gebeurd. Ik ga er vanuit dat een andere politieke benadering dan deze In
leder geval betrekkelijk Ingewikkeld Is te formuleren. Sterker nog, lk denk dat die er niet ls.
Er Is natuurlijk sprake van een enorm pluriform taken- en actlvlteltenpakket In onze gemeente.
Het Is volgens mij meer een kwestie van elk onderdeel heel zorgvuldig de revue laten passeren
en daarbij de vraag stellen of wij het verantwoord vinden, gelet op de financiële situatie, om
er wel of niet wat af te halen of dat wij het handiger kunnen organiseren enz., enz. Dat type
vragen moet je van geval tot geval gaan beantwoorden. Alleen dan kom Je tot een samenhangend
pakket voorstellen.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, Ik wil Ingaan op de opmerking van de heer De Beer
over het Marnixveld. Volgens mij koppelt hij twee dingen aan elkaar die niets met elkaar te
maken hebben. In de discussie over de realisering van het nieuwe zwembad Is de vraag aan de
orde of het op een andere wijze aanwenden van de huidige lokatle extra middelen kan opleveren,
met de bedoeling die te stoppen in de ontwikkeling van de zwembadplannen omdat wij daar nog
steeds met een tekort zitten. Je kunt natuurlijk besluiten om die middelen niet daarvoor te
gebruiken maar voor het Marnixveld. Maar dan kun Je dat ook voor tig andere zaken besluiten. Er
ls gekeken naar de optie "andere lokatle" juist om extra middelen te verwerven ten behoeve van
het zwembad.
Er ls een overeenkomst tussen belde zaken In die zin dat het belde terreinen zijn met een
sportbestemming die bij verkoop ongeveer hetzelfde bedrag opbrengen. Verder zie lk geen
overeenkomst tussen deze twee zaken. Vandaar ook mijn vraag bij Interruptie. Wat mij betreft
leggen wij die koppeling zeker niet.
- 45 -
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Meerdlnk heeft gevraagd om een toezegging
opdat motie 8 kan worden Ingetrokken. Ik heb In eerste termijn al aangegeven dat er Inhoudelijk
een aantal goede Ideeën zit In het plan voor een onderhoudsaanpak van speel voorz1en 1ngen. Op
dit moment kan Ik niet exact overzien welke voorbereidende werkzaamheden nog moeten worden
gedaan om een zinvolle bespreking In de Commissie voor Openbare Werken en Milieu mogelijk te
maken. Ik wil een forse poging wagen om een en ander voor de zomervakantie, die al redetijk
dichtbij Is, in de commissie te behandelen, maar anders komt het direct na de vakantie daarin
aan de orde.
De Voorzitter: Ik begrijp dat de heer Meerdlnk motie 8 Intrekt.
De heer Heere (weth.): Voorzitter, ik hoef In deze termijn alleen te reageren op een vraag
die de heer De Beer al In eerste Instantie heeft gesteld maar waar lk geen antwoord op heb
gegeven. Ik moet nog even wennen aan die nieuwe rol. De vraag betrof de Frlestandhal en de pei
sonele situatie daar. WIJ kennen de brieven ook die de directeur heeft geschreven. Vanochtend
hebben wij daar In het college een besluit over genomen. In grote lijnen komt het erop neer dat
ook wij zien dat er Inderdaad een relatie ls tussen het aantal personeelsleden en de kwaliteit
daarvan en de winstgevendheid van de op te zetten projecten. Daarom Is het op dit moment nodig
om een versterking In die personeelssltuatIe aan te brengen, zij het tijdelijk en onder een
zeker voorbehoud.
Naar de vraag hoe winstgevend genoemde projecten zulten zijn willen wij eens een grondig
onderzoek Instellen samen met de directeur. WIJ zullen dat doen met een groepje mensen uit de
hoek van financiën, economische zaken, beleidsplanning en organisatie, en personeelszaken ln de
hoop dat wij zo wat meer zicht kunnen krijgen op de vraag hoe de relatie tussen het aantal men
sen en de financiële situatie bij de Frieslandhal exact ligt.
Ik hoop dat lk zo de vraag van de heer De Beer voldoende heb beantwoord.
De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming. Motie 1 ls door het college overgenomen. De
moties 6, 8, 10, 11, 13 en 14 zijn Ingetrokken. Aan de orde ls de stemming over motie 2.
Motie 2 van de heer Meerdlnk en mevrouw Westra wordt verworpen met 28 tegen 3 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractle.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over motie 3.
Motie 3 van de heer Meerdlnk en mevrouw Westra wordt verworpen met 23 tegen 8 stemmen.
(Voor de motie stemmen van de PvdA-fractle mevrouw Van der Kloet en de heren Herrema, E.M.
Janssen, Mink en Van Olffen alsmede de leden van de PAL-fractle.)
De Voorzitter: Aan de orde ls de stemming over motie 4.
Motie 4 van de heer Meerdlnk en mevrouw Westra wordt verworpen met 28 tegen 3 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractle.)
De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over motie 5.