- 48 - dat de gemeentelijke overheid zich bij haar regelgeving heeft te beperken tot die welke betrekking heeft op de openbare orde en veiligheid» De rijksoverheid moet zorgen voor de volks gezondheid. Mijnheer de voorzitter, Ik heb met grote verbazing deze Juridisch wellicht correcte uitspraak gelezen. Niet alleen omdat de gemeente Leeuwarden zich herhaaldelijk met zaken van de rijksoverheid bemoeit, maar omdat de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de Leeuwarder burger de raad zeker een zorg moet zijn. In het kader van de problematiek van sluitingstijden Is het we) degelijk van belang ons te realtseren dat het vrijlaten van sluitingstijden alcohol verbruik niet vermindert maar vermeer dert. Het Is bekend dat het probleem van alcoholmisbruik In ons land vele malen groter Is dan bijvoorbeeld het drugsprobleem. Mijn fractie zou dan ook meer reden zien In het doen van een onderzoek naar het terugdringen van sluitingstijd van drie uur naar een vroeger tijdstip, ook in verband met de veel genoemde woonfunctie In de binnenstad waar zo lees Ik overlast tot een minimum moet worden teruggedrongen, dan een experiment met vrije sluitingstijden. Mijn fractie kan deze nota dan ook In hoofdlijnen onderschrIJven. Een onderzoek naar vrije sluitingstijden lijkt ons niet nodig. Er bestaat gevaar voor langere periodes van onrust en lawaai In de binnenstad. Bovendien wordt de alcoholconsumptie door een dergelijke maatregel niet verminderd- Akkoord met de nota, uitgezonderd het punt van de vrije sluitingstijden. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, In Januari 1986 heeft de VVD-fractle schrif telijke vragen gesteld aan b. en w. om eventueel In overleg met de daartoe geëigende organisa ties te komen tot een experiment met vrije sluitingstijden. WIJ zijn inmiddels drie Jaar later en Ik heb begrepen dat wij dan nu toch zo ver zijn. U zult begrijpen, mijnheer de voorzitter, dat mijn fractie het voorstel van harte ondersteunt. WIJ hopen alleen dat wij niet weer drie Jaar hoeven te wachten voordat het experiment daadwerkelijk van start gaat. De heer Helns: De voorgestelde regeling en het beleid met betrekking tot de horeca in Leeuwarden heeft de Instemming van PAL. Nu het experiment met vrije sluitingstijden min of meer uit de nota is gelicht en hierover hoop Ik binnenkort een afzonderlijk voorstel in de raad aan de orde komt, Is die angel er uit. PAL Is evenals vele andere fracties In deze raad voor een dergelijk experiment. In de nota wordt ook Ingegaan op de horeca verwante inrichtingen, zoals sociëteiten, jongerencentra en sexlnrichtlngen. Ten aanzien van de sex Inrichtingen wordt alleen de Weaze als vestlglngsgebled aangewezen. Zonder te zeggen of wij hier nu voor of tegen zijn, zouden wij het beter vinden een dergelijk besluit te nemen binnen het kader van het prostltutlebeleld ofte wel als de prostitutlenota van PAL In de raad wordt behandeld. Zoals Ik al heb gezegd kan PAL in zijn algemeenheid instemmen met de gemeentelijke nota en ook met de reactie op de Inspraakresultaten. Toch zijn wij het eens met die Insprekers die gewezen hebben op de toon van de nota die erg sterk gericht Is op de negatieve aspecten van de horeca. Ook In de commissie, zowel de laatste keer als de keer daarvoor, hebben wij daarop gewezen. Ik wil toch nog één citaat uit de Inleiding van de nota aanhalen: "Ten aanzien van het funktloneren van de horekabedrljven zelf gaat het vooral om de geluidhinder en de sluitingstijden." Alsof de horeca niet op een andere wijze in de stad functioneert. Even ver derop In de nota wordt toegegeven dat het beleid uitgaat van het handhaven van de status quo. De huidige situatie is uitgangspunt voor het beleid. Een beetje uitbreiding Is wel toegestaan, maar verandering in de huidige spreiding en concentratie van horecavoorzlenlngen wordt niet voorgestaan. De eindconclusie van PAL Is dat het horecabeleld van de gemeente zoals nu wordt voorge steld weinig progressief genoemd kan worden. Ik wil het voorlopig hierbij laten. - 49 - De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, Ik constateer dat alle sprekers van mening zijn dat de aanleiding voor de nota een goede Is, namelijk het zoeken van evenwicht tussen twee op zich zelf als positief te aanvaarden functies In de binnenstad van Leeuwarden: wonen en recreëren In antwoord op de opmerking van de heer Helns merk Ik op dat het absoluut niet de bedoeling van deze nota Is om enerzijds een pleidooi te houden hoe belangrijk het wonen In de binnenstad Is of anderzijds een pleidooi te houden welke belangrijke functie de horeca In het een centrum van een centrumgemeente kan vervullen. Het staat ook In de nota geformuleerd. Ik kan er een heleboel woorden aan wijden, maar wij hebben uitsluitend willen aangeven dat er conflictsituaties kunnen ontstaan. Het is dus niet vanuit een negatieve benadering van belde functies, maar vanuit het feitelijk constateren dat de functies op onderdelen voor wat betreft hun uitstraling kunnen conflicteren. Het zoeken naar evenwicht wordt door ledereen onderschreven. Over de vraag of dat op voldoende wijze heeft plaatsgevonden verschillen de diverse fracties van mening. De heren Rozema en Koopmans zeggen: zoals de nota nu voorligt vinden wij het best, de zin ln de raadsbrlef over het experiment met vrije sluitingstijden had voor ons wel achterwege kunnen blijven. De sprekers van de andere fracties hebben In meer of minder enthousiaste bewoordingen aangegeven dat wat hen betreft dat experiment er toch moet komen. Het Is zeker niet de bedoeling - dit In antwoord op de heer De Beer - dat het van start gaan met dat experiment nog eens drie Jaar gaat duren. Het zat duidelijk zijn dat daarover op korte termijn ln de richting van de raad een nader voorstel gedaan kan worden. Ik wil het hierbij laten, voorzitter. De Voorzitter: Een paar afsluitende opmerkingen van mijn kant. Geregeld overleg met de horeca is al toegezegd In de commissie. Ik wil dat hier graag herhalen en wel ln de zin dat de regelmaat wordt bepaald door het voorhanden zijn van onderwerpen. De problematiek openbare orde of volksgezondheid is iets wat wij niet hebben bedacht, maar wat In de structuur van de Nederlande wetgeving ligt opgestoten. Datgene wat door een hogere overheid geregeld wordt daar dient de lagere overheid zijn handen van af te houden. De Drank en Horecawet ls een wet die Ingegeven Is door de zorg voor de volksgezondheid. Daar waar de gemeente regelend optreedt gebeurt dat ln het kader van de handhaving van de openbare orde. Wanneer wij daarbij een ander motief zouden hanteren, dan zouden wij het risico lopen dat een dergelijke verordening vernietigbaar zou zijn en geen stand zou kunnen houden. Dat willen wij niet. Vandaar dat wij zeggen: Laten wij ons houden aan datgene wat door ons geregeld mag en behoort te worden, dan kunnen wij volledig uit de voeten- Het Is wel duidelijk dat wij niet de bedoeling hebben drie jaar te wachten met het experi ment. Er Is gezegd dat de toon van de nota gericht Is op negatieve effecten. Ja, Je kunt natuurlijk altijd een zinsnede voorlezen. Mag Ik dan een andere zinsnede voorlezen die vooraf gaat aan het verhaal dat de heer Helns reciteerde: "De notitie steunt op het uitgangspunt dat de horeka In Leeuwarden zich, net als andere bedrijfstakken verder moet kunnen ontwikkelen," - wat willen wij nou nog meer? - "maar dat dit geen onevenredige nadelige effekten op andere funktles In de stad mag hebben. Hiervoor worden oplossingen gezocht ln twee richtingen, name lijk van de ruimtelijke situering (de planologie) en het funktloneren van de horekabedrIJ ven zelf." Ik dacht dat dit een redelijk positieve toonzetting was, maar Je kunt natuurlijk altijd wel een zin vinden waarvan Je zegt: Kijk, kijk, kijk, wat zijn ze weer vanuit een hypochondrische benadering bezig. Ik hoop dat de optimistische toonzetting die Ik net te berde bracht - want die gaat voor al die andere die de heer Helns heeft gesignaleerd - 1 11ustreert dat de bedoeling heeft voorgezeten om vanuit een zeer positieve Instelling de problematiek te benaderen. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, u zegt dat niet weer drie Jaar wordt gewacht en dat het experiment op korte termijn komt. (De Voorzitter: Ik heb het niet over korte termijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 25