- 4 - skrluwer freget b. en w. In stanpunt oangeande de hüsfestlngssltewaasje, dus der moat It ant- wurd dan ek oer gean. It antwurd wurdt ut namme fan de ried utelnllk ferstjoerd. Op hlmsels wol de PAL-fraksJe wol yn'e pleit gean foar It halden fan dtzze diskusje yn de gemeenterled. Yn It foarste plak fanwege It ferdielde advys fan de kommlsje. It Itket us foar b. en w. nochal In drege saak om mei dat ferdielde advys ta In stanpunt te kommen. Op dat momlnt fine wy It polltyk sjoen better om de diskusje dan mar yn de breedte te fleren. In twadde argumint dat wy der by oanhetje wol Ie Is - en dat hat ek al yn de kommlsje oan'e oarder west - de rel aasje dy't der Is mei It belled oangeande de Meenthe. Wy soenen graach fan de ferantwurdlIke wethalder witte wol Ie hoe't It eventueel sluten fan It gebou fan de Taniaburg him ferhaldt mei It yntegrale plan fan oanpak foar de Meenthe. It leste punt dat wy der noch by oanhelje wol Ie Is It feit dat de Montessorlskoal Ie him no ek mei In brief ta us rjochtet. Dat ferbredet de diskusje elnltks allinne mar. Koartseln, wy blnne fan betlnken dat der genoch redenen blnne om de diskusje wol yn de ried te fleren. As b. en w. dy mlenlng lykwols net diele, dan Is my underwllens noch net dudllk wat der yn dat preadvys krekt oan us foarleln wurde sil. Mevrouw Vlletstra (weth.): Voorzitter, deze situatie Is ontstaan omdat de brief aan de commissie is gericht. Zoals bekend Is wordt een brief gericht aan de commissie beschouwd als een brief gericht aan de raad. Uiteindelijk Is deze brief ook al betrokken bij de discussie In de commissie over de vestiging van de school. Maar omdat een brief aan de commissie wordt beschouwd als een brief gericht aan de raad staat die op de raadsagenda. Ik kan mij heel goed voorstellen dat het preadvies ligt In de sfeer van: B. en w. hebben Intussen besloten en de raad neemt daar kennis van. Het feit dat deze brief nu op de raadsagen da onder de mededelingen staat Is op zich zelf geen reden om de bevoegdheid die bij het college ligt In dit geval bij de raad te leggen. Ik zou niet weten waar dat op gebaseerd zou moeten zijn. Dat laat onverlet dat op het moment dat de discussie over de opheffing van de Ftnne aan de orde Is In de raad de PAL-fractie natuurlijk van alles kan zeggen over zaken die met huis vesting te maken hebben. De besluitvorming daarover ligt echter bij het college. De brief wordt In handen gesteld van b. en w. om preadvies. Sub I Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub J. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 29 maart van de Stichting Retnwater te Amsterdam, met het verzoek om voor de In 1990 geplande activiteiten een financiële bijdrage beschikbaar te stel Ien. Mevrouw JongedIJk-Welles: Voorzitter, de vorige keer hebben wij ervoor gepleit om In het antwoord op de brief van deze stichting aan te geven dat wij vinden dat voornoemde stichting, wanneer zij activiteiten ontplooit in Leeuwarden, dan eventueel wel voor subsidie in aanmerking zou kunnen komen. Ik weet niet of die brief In die zin verstuurd is aan deze stichting. Als dat niet gebeurd is dan zou ik er voor willen pleiten om dat alsnog te doen. Als dat wel gebeurd is dan kunnen wij instemmen met het preadvies. De heer Timmermans (weth.): Sinds 1982 wordt jaarlijks precies dezelfde vraag voorgelegd aan de raad van de gemeente Leeuwarden. Sinds 1982 is daar afwijzend op beschikt. Sinds 1987 is - 5 - gewezen op de mogelijkheid dat subsidiëring In overweging wordt genomen als er specifiek op de Leeuwarder bevolking afgestemde activiteiten worden gepleegd. Dat Is bij de stichting bekend. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub K en L* Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punten 4 tot en met 13 (bijlagen nrs. 124, 113, 121, 116, 122, 117, 120, 119, 115, 127 en 126). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 14 (bijlage nr. 114). De Voorzitter: Aan de orde Is Hinderwet Uitvoer 1ngsprogramma (HUP) 1988-1993. De heer Helns: Op 21 november 1988 is het HUP In de Commissie voor Openbare Werken en Milieu aan de orde gesteld. Wat Is de reden voor het halfjaar dat tussen de behandeling In de commissie en de vaststelling In de raad ligt? Het maken van een raadsbesluit van één A4-tJe hoeft toch niet een halfjaar te duren? In de commissie heeft PAL gepleit voor effIclencyverbeterIng bij het verlenen van vergun ningen en bij controles. WIJ vonden toen dat dit In het programma tot uitdrukking zou moeten komen. Wij zijn verheugd dat In de raadsbrtef staat dat dit zal gebeuren. Onze aangekondigde motie kan dus achterwege blijven. Controles zijn hard nodig. Het verlenen van Hlnderwetvergunningen zonder een strakke en Intensieve controle Is zinloos. Onderzoek ln de regio alsmede In de gemeente zelf laat zien dat nog steeds te veel bedrijven de regels overtreden of dat de vergunning niet meer toereikend Is. Nu er uitzicht Is op een extra bijdrage van het rijk voor Intensivering van de handhaving, ver wachten wij dat In het HUP 1990-1994 een programma zal worden aangeboden waarbij vooral de controles opgevoerd zullen gaan worden. Efficiencyverbetering, zoals In de raadsbrlef staat, en een hogere bijdrage van het rijk zullen het programma voor de komende jaren nogal veranderen, zodat het HUP dat vanavond wordt vastgesteld naar onze mening een zeer relatieve waarde heeft en in feite alleen voor het lopende Jaar van belang Is. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de enkelvoudige verklaring waarom vaststelling in de raad een halfjaar heeft moeten duren Is niet zozeer gelegen In het feit dat wij geen tijd zouden hebben gehad om één A4-tJe, zoals de heer Helns dat uitdrukt, te produceren. Op zich zelf is de behandeling op 21 november 1988 van het uitvoeringsprogramma 1988-1993 ook al laat. Gelet op de discussie In de commissie waarbij In feite geen afwijkende standpunten zijn ingeno men, hebben wij het niet opportuun geacht om dit programma uitgebreid aan de raad voor te leggen. De zaken zijn duidelijk. Volgend jaar hopen wij op tijd met een programma te komen voor het jaar daarna. De PAL-fractie Is hier later In de commissie op terug gekomen en heeft gezegd dat het ten principale zo hoort te zijn dat dergelijke programma's In de raad dienen te worden behandeld. Op zich zelf is dat juist. Dat Is de enkelvoudige reden waarom wij hebben gezegd dat het programma alsnog op de raadsagenda komt te staan. Voor het overige, voorzitter, denk Ik dat wij het wel met elkaar eens zijn. Voor wat be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 3