- 28 -
het plan zullen bepalen. In feite behoort dat budgettalr-neutraal te zijn. In die zin hoeft er
financieel gezien geen probleem te zijn. Er zal hooguit sprake kunnen zijn van een capaciteits
probleem, maar dan kun je ook denken in de richting van uitbesteding.
Alle woordvoerders van de verschillende fracties hebben aangegeven dat zij ten aanzien van
Wytgaard een dergelijke werkwijze voorstaan. Namens het college zeg ik toe dat wij er naar zul
len streven om in 1990 het bestemmingsplan voor de uitbreiding van Wytgaard gereed te hebben.
Ik kom dan nu bij mevrouw Van Ulzen die een procedurevraag stelt. Formeel heeft mevrouw De
Haan volstrekt gelijk. het mement dat de concrete discussie plaatsvindt - dat zal over enke
le maanden zijn - moet de motie van mevrouw Van Ulzen worden ingediend. Dat laat onverlet dat
de keuze die nu door het col lege wordt gedaan - ik weet niet of dat helemaal paral lel loopt met
de viste van mevrouw Van Ulzen -, namelijk dat Goutum niet als een zelfstandig dorp wordt erva
ren maar als onderdeel van het stedelijk gebied met landelijke eigenschappen, wel degelijk aan
geeft dat de situatie zoals Goutum nu is bepaald niet gehandhaafd wordt gedacht. In die zin
moet ik op dit moment kennis nemen van de stelllngname van mevrouw Van Ulzen, want die discus
sie komt nog.
De heer Heins gaat nogmaals in op het aspect van de kwantiteit, ook voor wat betreft het
aantal woningen. Hij komt met kleine percentages. De werkelijkheid gebiedt echter te zeggen dat
procentueel gezien het aantal inwoners in de dorpen vergelijkbare kleine percentages zijn. Waar
feitelijk de dorpen fractioneel zelfs iets harder een groeitaak hebben dan de stad, denk ik dat
er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de benadering van het dorp en de stad.
Ik heb wat moeite met de motie van de heer Heins, want die suggereert meer dan wat er fei-
telijk aan de hand is. De heer Heins heeft gelijk dat de op pagina 16 van de Dorpennota genoem
de groeitaak een theoretische berekening is. Het fs wel een berekening op grond van praktische
ontwikkelingen. Het is inderdaad een inschatting van een redelijke ontwikkeling van de diverse
kernen. Op pagina 16 van de nota staat onder meer ook dat het niet alleen zal gaan om de feite-
I ijke kwantiteit, maar dat ook de kwal itatieve opbouw - zojuist is dat ook ten aanzien van
Wytgaard naar voren gebracht - een rol speelt. Wat dat betreft Is het sowieso voor het col lege
uitgangspunt dat het getal dat toevallig voor dat ene dorp is aangenomen niet het exacte getal
is, maar dat er een deviatie naar boven en beneden In zit mede afhankelijk uiteraard van de
feitelijke ontwikkeling in dat dorp. Voorzitter, het wordt dan wat een discussie over het
verschil tussen het begrip voorkeur en het begrip richtlijn. Het lijkt mij weinig zinvol om
daar moties over aan te nemen. Mijn Inschatting is dat datgene wat de motie beoogt ook de
stellingname fs die reeds in de nota tot uitdrukking komt. Derhalve fs de motie overbodig.
Voorzitter, ik heb hiermee alle woordvoerders beantwoord.
De heer Koopmans: Voorzitter, ik heb kennis genomen van de mededeling van de wethouder dat
wij eind dit jaar wel Iicht de uitkomst zullen krijgen van het overleg binnen het stadsgewest en
met de provincie. In eerste instantie heb ik al gezegd dat, als de uitkomst negatief is, de
CDA-fractie zich daar dan op zal beraden.
Ik ben erkentelijk voor de toezegging van de wethouder dat hij ten aanzien van Wytgaard de
planning naar voren wil halen. Hij zegt er ook bij dat dat gezien de kleine aantallen niet zo'n
onoverkomel ijke kwestie is. Ik zou de wethouder willen vragen dat in voorkomende gevallen ook
voor Wirdun van toepassing te laten zijn. Als er verzoeken komen om in Wtrdun in de vrije sec
tor bepaalde zaken te mogen bouwen, dan moet het toch mogelijk zijn dat ook daar eenzelfde pro
cedure met inachtneming van dezelfde korte termijn wordt toegepast?
Tot slot, voorzitter, de motte van de PAL-fractie. Ik ben het eens met de wethouder als
hij zegt dat het college over richtlijnen spreekt. Een richtlijn Is zoals het woord zegt een
richtlijn en daar kan naar boven en beneden, al naargelang er behoefte is, van worden afgewe
ken. (De heer Heins: Er ontstaat nu een misverstand. Het gaat niet om richtlijn of voorkeur. In
de Dorpennota staat heel duidelijk dat alleen afgeweken mag worden van deze aantallen voor
zover het afwijkingen naar beneden zijn. De motie laat ook afwijkingen naar boven toe. Dat is
het verschil.) Ik denk niet dat er sprake is van een verschil, voorzitter. In de eerste plaats
heeft de heer Heins zelf het woord richtlijn gebruikt. Dus ik citeer hem slechts. In de tweede
plaats is de uitleg van de wethouder heel duidelijk. Daarover hoeven wij geen motie aan te ne
- 29 -
men. Volgens mij heeft de wethouder toegezegd dat hij de desbetreffende opmerking zo wil uit
leggen dat zowel afwijking naar boven als naar beneden mogelijk is. Overigens is dat punt ook
In de commissie aan de orde geweest. (De heer Heins: Is dat zo naar boven en naar beneden?)
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, het lijkt mij goed om direct een reactie te geven.
In de Dorpennota staat: "Is inpassing van nieuwbouw op grond van deze kwal itatieve maatstaven
problematisch, dan zal het aantal te bouwen woningen worden bijgesteld." Die opmerking kan naar
twee kanten worden uitgelegd. Ik heb dat ook als zodanig in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting nadrukkelijk verwoord.
Mevrouw Jongedfjk-Welles: Voorzitter, ik ben bijzonder ingenomen met beide toezeggingen
die de wethouder heeft gedaan over de toestand in Roemenië en over Wytgaard.
De motie van PAL. Ook wij vinden deze motie overbodig. Het is inderdaad zo dat de planning
die in de Dorpennota is opgenomen nader ingevuld kan worden.
De heer Heins: In de commissie fs nogal uitgebreid over de aantallen gepraat. De wethouder
heeft in de commissie gesproken over - lees de notulen er maar op na - concur rent testr Ij d tus
sen de dorpen, onverantwoord enz. Ik heb de desbetreffende passage in de Dorpennota zo gelezen
dat er wel een bijstelling naar beneden kan plaatsvinden maar niet naar boven. Wytgaard bij
voorbeeld heeft gevraagd om 30 woningen in plaats van de aangegeven 22, maar dat aantal is ook
niet toegezegd. Als op dit moment echter wordt geconstateerd dat bijstellingen zowel naar bene
den als naar boven mogelijk zijn afhankelijk van de concrete vraag, dan trek ik onze motie in
want dan heeft die geen zin.
De heer Rozema: Voorzitter, het Is nauwelijks meer nodtg om te reageren op de motie. Wel
wil ik nog een reactie geven op de Dorpennota.
Mijn fractie heeft waardering voor de nota, maar dat is ook al uitgesproken tijdens de
commissievergaderingen. Wij onderschrij ven de uitgangspunten. Verder wil ik niet herhalen wat
er nog meer in de commissie is gezegd.
Ik heb mij enigszins verbaasd over de motie van de PAL-fractie. In de commissievergadering
heeft de wethouder op vragen hierover gezegd dat er sprake is van schattingen en dat het moge-
I ijk is dat deze getallen enigszins worden b ijgesteld.-Wat mij betreft geen behoefte aan deze
mot t e
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, in de richting van de heer Koopmans merk ik op dat
ten aanzien van Wirdum de planning is dat het bestemmingsplan in 1990 gereed is. Ik begrijp dat
hij wat doelt op de anticipatie-methode. Die methode is niet noodzakelijk en is over het alge
meen ook niet wenselijk. De bestemmingsplannen waar het hier om gaat moeten in 1990 klaar zijn.
Als die zaak in procedure is dan kun Je wellicht met een anticipatie-procedure werken - die
mogelijkheid laat ik even in het midden -, maar ik zou dat wel op basis van een in procedure
zijnd bestemmingsplan willen zten gebeuren. (De heer Koopmans: Zo nodig het een en het ander!)
Ik denk dat wij het dan wel met elkaar eens zijn.
De heer Heins heeft aangegeven dat zijn motie gedeeltelijk op een misinterpretatie van
mijn woorden berust. Afwijking kan zowel naar boven als naar beneden plaatsvinden. In de motie
wordt echter een toevoegtng gedaan: afhankelijk van de concrete vraag naar woningen. Dat gaat
mij wat te ver, want dat gebeurt in Stiens dus ook. En daar was de heer Heins het nou net niet
mee eens. Wij hebben een richtlijn aangegeven op grond waarvan wij denken dat dat de goede lijn
Is voor de dorpen. Afhankelijk van de lokale situatie kunnen er kleine wijzigingen - het kan
echter nooit om percentages van 60 tot 70 ten opzichte van de richtl ijn gaan - naar boven en
naar beneden plaatsvinden. Als het de bedoeling is van de heer Heins dat de afwijkingen worden