- 6 - De Voorzitter: Het is waar wat u zegt dat er in de huidige APV een dergelijke bepaling is opgenomen. (De heer Rozema: Daar werken wij toch mee neem ik aan?) In de nieuwe APV die in voorbereiding is komt de bepaling niet meer voor en dat heeft te maken met het feit dat deze zaak ook in het Wetboek van Strafrecht is geregeld. Wij zouden de Bond tegen het vloeken kunnen mededelen dat deze zaak in de huidige APV wel geregeld is, maar in de nieuwe APV die In voorbe reiding is niet voorkomt. De nieuwe APV komt overigens nog in de commissie aan de orde. Op dat moment kunt u uw be zwaren kenbaar maken als het bewuste artikel niet meer is opgenomen. (De heer Rozema: Wij heb ben thans te maken met de situatie zoals die nu is en dan vind ik het antwoord niet correct. Wat mij betreft nemen wij in het antwoord aan de Bond tegen het vloeken op dat in de huidige APV een artikel staat waarin dit geregeld is. Wij laten in het midden wat er straks in de nieu we APV - dat is onderwerp van discussie in de commissie en de raad - uiteindelijk van over blijft. Akkoord, dan doen wij het zo. Besloten wordt overeenkomstig de toezegging van de voorzitter. Sub L. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub M. Het beroepschrift is in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschr t ften. Sub N en 0. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub P. De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van de bewonerscommissie Welgelegen d.d. 21 Juni 1989 waarin wordt verzocht de mogel ijkheden na te gaan die er zijn tot versnelde onteigening van het complex van Van Slooten over te gaan en daarna tot sloop van de bedrijfspanden over te gaan. De heer Heins: Kunnen wij binnen afzienbare termijn - daarbij denk ik dan aan één of enkele maanden - resultaten zien in die zin dat de panden waar het hier om gaat kunnen worden aangekocht en vervolgens op grond van de structuurschets kunnen worden gesloopt? De beantwoording van de brief is enigszins achterhaald. In het antwoord wordt gedoeld op voorzieningen die in Jul t van dit jaar zijn getroffen om een zekere mate van veiligheid te ga randeren in de panden vanwege het brandgevaar. Zoals een ieder wellicht weet zijn de panden al vier of vijf keer in de brand gestoken. De voorzieningen die in Juli zijn getroffen zijn inmid dels verdwenen. Van de hekken die extra waren bij gezet zijn de ijzerdraadjes afgehaald. De wind heeft waarschijnlijk de vier spijkers waar de platen voor de ramen mee vastzaten doen weg waaien. Meer dan de helft van de aangebrachte platen is verdwenen. Weer en wind hebben vrij spel. De kinderen hebben vrije toegang tot het hele terrein. Het is aan de achterkant een soort vuilnisbelt aan het worden. Afijn, iedereen zit te wachten op een ongeluk dat daar binnen af zienbare tijd wel zal plaatsvinden. Het zal mij niets verwonderen als er binnen een paar weken weer een brand in komt. - 7 - Nu heeft de gemeente nog een ander middel. In de Woningwet staat een artikel waarin een eigenaar van een pand gesommeerd kan worden om doeltreffende voorzieningen aan te brengen. Wordt daar geen gevolg aan gegeven dan kan de gemeente over gaan tot het slopen van het pand. Wij vinden dat het gemeentebestuur de plicht heeft om zo langzamerhand van dit artikel gebruik te maken en de panden, ongeacht de onderhandelingen, te slopen. Wij stellen voor dat deze moge- I ijkheid juridisch wordt nagegaan en dat zo snel mogelijk tot actie wordt overgegaan opdat wij straks niet met een ernstig ongeluk krijgen te maken. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Heins heeft In de eerste plaats gevraagd wanneer de onderhandelingen zullen zijn afgerond - hij denkt zelf aan enkele maanden - en wanneer vervolgens de sloop zal zijn gerealiseerd. De inzet van onze zijde is uiteraard om die termijn te halen, maar het zal duidelijk zijn dat bij de onderhandelingen twee partijen aan zet zijn. Wij kunnen daarbij in het spanningsveld komen te verkeren - in feite verkeren wij daar al In - tussen enerzijds het feit dat de huidige eigenaar een zo maximaal mogelijke opbrengst wil en anderzijds het feit dat de gemeente, die weliswaar de wens heeft uitgesproken om het complex in eigendom te krijgen ten behoeve van een groenvoorziening, daar niet onevenredig veel midde len voor beschikbaar wenst te stellen. Er moet een soort evenwicht in die belangen aan de orde zijn. Maar goed, genoemde inzet is er wel. De verschillen in vraag en aanbod zijn nog aanzien lijk, maar dat laat onverlet dat wij er mee bezig blijven. Ik kom bij de tweede opmerking van de heer Heins. Van groot belang in dat verband is de situatie in de periode totdat definitieve verwerving en sloop hebben plaatsgevonden. Onze inzet is tot nu toe geweest er voor te zorgen dat het bedrijf zodanige maatregelen treft dat daar geen onredelijke risico's worden gelopen. Wij hebben daartoe het bedrijf twee keer aangeschre ven - in het voorgestelde antwoord is dat ook met heel vriendelijke woorden geformuleerd - in de zin van: als u het niet doet dan doen wij het. Als het zo is, en ik neem dat onmiddellijk van de heer Heins aan, dat op dit moment de af dichting - sloop heeft gedeeltelijk al plaatsgevonden en daar hoeven wij thans naar ik aanneem geen nadere actie voor te ondernemen - niet meer voldoende is gelet op het weghalen van de voorzieningen, dan zullen wij opnieuw het bedrijf daartoe aanschrijven. Mocht dat niet tot re sultaat lelden, dan kan dat betekenen dat de gemeente verdere actie onderneemt. De heer Heins: De wethouder zegt dat een gedeelte reeds is gesloopt. Aan de achterkant is inderdaad een aantal opstallen verdwenen. Het grootste deel van het complex staat er echter nog. Ik stel nogmaals voor om opnieuw de zaak in ogenschouw te nemen en aan de aanschrijving te koppelen dat, wanneer er geen adequate voorzieningen worden getroffen, dan het complex wordt gesloopt, zoals in de structuurschets is aangegeven, om verdere calamiteiten te voorkomen. De heer Prulksma: Voorzitter, is het mogelijk om op basis van de Woningwet een eigenaar van bedrijfspanden aan te spreken en aan te schrijven? De heer Timmermans (weth.): Aanschrijven is zeker mogelijk. De heer Heins stelt voor aan het niet voldoen aan de aanschrijving de consequentie te verbinden dat de gemeente zelfstandig tot sloop overgaat. Dat lijkt mij niet zonder meer mogelijk, want er zal dan een Juridische procedure ontstaan over enerzijds het lonend herstellen en anderzijds de in eerste instantie aan de eigenaar opgelegde verpl ichttng om zelf te slopen. Wanneer dat allemaal uiteindelijk wellicht niet kan - ik zeg "wel licht" omdat ik ter zake niet exact op de hoogte ben, maar ik neem aan, gelet op de opbouw van de wetgeving, dat dat wel mogelijk zal zijn - dan kan de ge meente op kosten van de eigenaar tot die actie overgaan. Maar je praat dan wel over juridische procedures van maanden c.q. halve Jaren. (De heer Heins: Er is mij verteld dat dit binnen een maand te regelen is.) Ja voor wat betreft het besluit wel, maar vervolgens ontstaat er een pro cedure en dan ben Je weer een hele tijd verder.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 4