- 2 -
5a. Benoeming bestuursleden Stichting Het Nieuwe Stadsweeshuis. 279 5
5b. Benoeming ieden van het bestuur van de Stichting MCL. 291 6
6. Verkoop erfpachtgrond. 295 6
7. Verwerving en vervreemding diverse onroerende goederen. 288 6
8. Uitgifte in erfpacht/opstal van het perceel grond met opstal Kleine
Kerkstraat 35. 301 6
9. Uitgifte in erfpacht/opstal van het verbouwde gebouwencomplex c.a. van
de voormalige Prins Frederikkazerne aan de Woningbouwvereniging Beter
Wonen te Leeuwarden. 282 15
10. VoorbereidingsbesI uit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke orde
ning voor het plangebied KI ander ijbuurt/TuIpenburg. 287 15
11. Aanpassing canon erfpachtperceel NoorderpI antage 5 c.a. 299 16
12. Gemeenschappelijke regeling Distributiedienst Noord-Friesland. 277 16
13. Preadvies inzake toekomstperspectief afvalverbrandingsinstallatie te
Leeuwarden. 284 16
14. Aanschaf van een kleine veegmachine. 293 25
15. Wijziging subsidieregeling oud papier. 289 25
16. Uitvoeringsprogramma Ontwikkelingssamenwerking 1990 290 25
17. Financiële bijdrage ten behoeve van Internationale Conferentie Oost-West
Stedenbanden. 298 25
18. Recreatieve ontwikkelingen rondom Leeuwarden. 286 27
19. Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 74 van de Wet op het basis
onderwijs. 278 32
20. Vervangende nieuwbouw ten behoeve van de basisschool, die ontstaat na
fusering van de protestans-christelijke basisscholen Willem Lodewijk-
school en Rehobothschool300 32
21. Wijziging diverse rechtspositieregelingen. 280 32
22. Voorstel tot het wijzigen van de Legesverordening, de Precarioverorde-
ning 1978, de Begrafenisrechtenverordening, de Verordening hondenbelas
ting en de Verordening veemarktrechten met ingang van 1 januari 1990. 294 32
23. Financiële medewerking van de gemeente Leeuwarden aan de Stichting Ka
beltelevisie Leeuwarden In verband met de herfinancier 1ng van langlo
pende geldmiddelen. 281 35
24. Schadeclaim in verband met sluiting Cultureel Centrum Friesland, Weerd
18, door de gemeente in de periode 21 maart tot 11 april 1989. 283 35
25. Wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1989. 302 36
De Voorzitter: Ik open de vergadering. Ik heet u allen van harte welkom. Er is bericht van
verhindering van de heren Te Loo - vandaar dat ik vanavond deze vergadering voorzit -, Meerdink
en Pruiksma.
Punt 1
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2 (bijlage nr. 296).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Raadsadviescommissie voor de
Beroep- en Bezwaarschriften.
- 3 -
Punt 3 (bijlage nr. 297).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Advies inzake het beroepschrift van Bouwbedrijf Kimsma BV
te Goutum tegen de weigering haar een bouwvergunning te verlenen voor het geheel vernieuwen en
vergroten van een opslagloods c.q. werkplaats op een ongenummerd perceel ten oosten van de
Buorren te Goutum.
De heer Bijkersma: Voorzitter, in de voorliggende raadsbrief zegt het college dat het zich
met de overwegingen en het advies van de commissie - dat is bij de stukken gevoegd - kan vere
nigen. In het advies staat onder andere dat de commissie zich terzijde afvraagt - dat is
natuurlijk wel verbonden met het advies - of het niet nuttig zou zijn dat er een overleg tot
stand komt tussen de klager en het gemeentebestuur. Ik zou de voorzitter van de raadsadviescom
missie willen vragen of hem inmiddels berichten hebben bereikt dat dat overleg is gestart, want
wij bevinden ons in deze zaak in een patstelling. Is dat bericht nog niet bij de commissie bin
nengekomen, dan zou ik het college willen vragen of het bereid is de raad te vertellen hoe het
datgene wat de commissie zich terzijde heeft afgevraagd wil honoreren.
De heer Keuning: Mijnheer de voorzitter, ik weet als voorzitter van de commissie van
niets. Als ik het geweten had dan had de heer Bijkersma als lid van de commissie het intussen
ook geweten.
De heer Timmermans (weth.): Wij hebben in het verleden al eens een poging gewaagd om de
suggestie zoals die ook door de raadsadviescommissie naar voren is gebracht tot stand te bren
gen, maar dat heeft toen niet tot overeenstemming geleid. Het zal u duidelijk zijn dat de in
tentie die in de raadsbrief is neergelegd graag door het college wordt overgenomen, maar wij
willen graag eerst - dat lijkt mij ook correct - de besluitvorming van vanavond afwachten. Wij
zullen, er vanuit gaande dat de raad instemt met het voorliggende advies, in overleg treden met
de firma Kimsma.
De heer Bijkersma: Voorzitter, ik ben blij met de toezegging van de wethouder. Ik zeg dit
juist - de heer Keuning weet dat nog beter dan ik - omdat tijdens het overleg in de commissie
de klager ook de intentie had om te overleggen. Als beide partijen dat willen dan zal er ook
voor de gemeente een betere situatie ontstaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Raadsadviescommissie voor de
Beroep- en Bezwaarschriften met inachtneming van de toezegging van de wethouder.
De Voorzitter: Ik dank de heer Keuning voor zijn aanwezigheid.
De heer Keuning verlaat hierna de vergadering.