- 12 - "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 11 december 1989, behandelende het preadvies over uitgifte in erfpacht/opstel van het perceel grond met opstal Kleine Kerkstraat 35, overwegende dat: - door het alleen aan de Omroepvereniging Aquarius te koop aanbieden van het pand Kleine Kerkstraat 35, waarbij tenminste één medegegadig de voor het pand onvoldoende is betrokken of/en ingelicht; - bij deze aangelegenheid betrokken zaken alsnog en openbaar behandeld dienen te worden, zodat alle belanghebbenden kunnen inspreken, besluit het college op te dragen het raadsvoorstelbijlage nr. 301, nu terug te nemen en het vooralsnog te agenderen voor een openbare verga dering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu, waarvoor belang hebbenden kunnen worden uitgenodigd." De motie is mede-ondertekend door de heer De Beer. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) Mevrouw Van UI zen-Hakker: De wethouder heeft de zaak goed uitgelegd en ik heb dat ook wel goed begrepen - ik heb er ook informatie over gehad - maar er staat mij toch iets tegen. Hij heeft niet gezegd dat de aanbiedingsbrief alsnog bij de heer Van der Kamp is bezorgd. Maar dat is wel op het allerlaatste moment, namelijk vandaag tussen de middag, gebeurd. Ik zou de wet houder willen verzoeken om dit soort dingen te voorkomen, want dat lijkt mij toch wel wat erg onzorgvuId i g. De heer Rozema: Voorzitter, de houding ten opzichte van de heer Van der Kamp is niet cor rect geweest. Het siert de wethouder dat hij dit ruiterlijk toegeeft. Hoe - dat is ook de vraag die ik in eerste instantie heb gesteld - vertaalt het college dit gegeven in de richting van de heer Van der Kamp? Ik overweeg op dit moment, maar dat hangt een beetje af van het antwoord van de wethouder, de tweede motie van de VVD te ondersteunen. De heer Sijbesma: Mijnheer de voorzitter, ik heb in eerste instantie gezegd dat wij in principe wel achter dit voorstel kunnen staan. Ik had er wel een "maar" bij. De wethouder heeft wat mij betreft de zaak goed beantwoord. Wij zullen dan ook tegen de eerste motie stemmen. Aan de tweede motie hebben wij geen behoefte. De heer Terpstra: Ik heb toch wel wat moeite met de opmerking van de wethouder dat op een bepaald moment niet naar informatie is gevraagd en dat die dan dus ook niet wordt gegeven. In dit geval blijkt dat die informatie wel degelijk relevant was. Ik vind ook dat het college niet hoeft te bepalen wat relevant is voor de raad, want het moet gebruik zijn dat alle informatie over een bepaald onderwerp gewoon op tafel komt te liggen. De raad hoeft toch niet te gissen naar wat er nog meer aan mogelijke informatie achter zou liggen? Over het algemeen zijn de voorstellen in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu uiterst kort. Dat doet mij ook wel deugd, maar als dat deze consequentie heeft dan mogen ze wat mij betreft best wat langer wor den. Een en ander maakt de zaak wat moei lijk en bovendien is er sprake van een theoretische discussie over dit onderwerp, want je weet niet hoe je gereageerd zou hebben wanneer je wist dat er nog een andere gegadigde was. Ik kan mij voorstellen dat er een aantal argumenten is die ertoe leiden dat je bij Aquarius uitkomt. In het andere geval was er toch sprake van een openbare inschrijving geweest. In die zin heeft de heer Burg het volgens mij prima ingeschat dat de eerste door hem ingediende motie het wat ons betreft niet zal halen. Dat is wat betreft - 13 - de intentie van zijn tweede motie ook het geval. Ik acht een motie over deze kwestie gewoon te zwaar. Wel vind ik het van belang dat wordt uitgesproken dat ten aanzien van burgers helderheid wordt verschaft over wat er met hun pand wel of niet gaat gebeuren. Op het moment dat de heer Van der Kamp is geïnformeerd was het bekend dat de gemeente in onderhandeling was met Aquarius. Men had toch gewoon tegen hem kunnen zeggen: Het gaat die kant uit en u hebt geen kans. Ik snap niet waarom dat niet is gedaan want dat is, zoals dat hier genoemd is, klantgericht handelen en dat zou ik voor willen staan. De heer Heins: Ik kan mij wederom helemaal vinden in de woorden van de heer Terpstra. In de Commissie voor Openbare Werken en Milieu hebben wij, wat de bestemming van dit pand betreft, onze voorkeur uitgesproken voor een winkel met boven een woning. Op dat moment had gezegd moe ten worden dat er een gegadigde is die daarin weliswaar geen winkel maar een bedrijfje wil ves tigen waar ook verkoop plaatsvindt. Ik had het heel logisch gevonden dat die informatie toen op tafel was gekomen, al wil ik er wel bij zeggen dat - dat is een academische discussie - onze voorkeur dan misschien alsnog naar Aquarius zou zijn uit gegaan. Die informatie is op dat mo ment niet gegeven en dat had logischerwijs wel moeten gebeuren. (De heer Ten Hoeve: Voorzitter, ik snap deze discussie niet. Voor elk pand in de binnenstad dat op deze manier wordt verkocht zijn mogelijk wel tien, vijftien gegadigden.) Ja, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat wij in de commissie hebben gezegd dat wij voorkeur hadden voor een winkel met een woning. Zo hebben wij er toen over gepraat. Op dat moment had er gezegd moeten worden dat er een gegadigde is die er weliswaar geen winkel maar een bedrijfje in wil vestigen en ook spullen wil verkopen. Dat had toen gezegd moeten worden. (De heer Ten Hoeve: De gegadigde doet er niet toe. Het gaat om een keuze voor dat type gega digde of voor Aquarius. Als je daarvoor kiest dan zie je daarna wel wat er bij de inschrijving, want dat is het gebruikelijke, boven tafel komt. Die ene persoon die zich toevallig min of meer meldt doet er niet toe in deze discussie, dat vertroebelt alles.) Ik vind dat wel essentieel. Dan het klantgericht handelen. Klantgericht handelen wil zeggen dat je je ook verplaatst in de gedachtengang van de klant. Wat de wethouder een kleinigheidje noemt, namelijk niet tij dig informeren maar op het laatste moment, is voor de klant een heel belangrijke zaak. Er zal wat dat betreft toch wel wat meer mentaliteitsverandering moeten plaatsvinden, want zulk soort dingen zijn van heel erg grote betekenis voor de klant. Een dergelijke gang van zaken bepaalt hoe men tegenover de gemeente gaat staan. Het blijkt ook wel uit de wijze waarop de brief door de heer Van der Kamp is geschreven en hoe wordt gereageerd als men de informatie niet op tijd Kr ij gt. Onze fractie heeft geen behoefte aan de twee moties van de VVD want wij vinden dat ook een veel te zwaar middel. De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, ik hoor steeds sprekers zeggen dat de moties te zwaar zijn, maar zij vertellen er niet bij waarom zij dat vinden. Er wordt in de tweede motie alleen maar gevraagd om de zaak uit te stellen, opdat iemand de gelegenheid krijgt om zijn be zwaren kenbaar te maken. Wat is er nou zo verschrikkelijk zwaar aan die motie? De Voorzitter: U zult daar naar moeten blijven gissen, want de tweede termijn voor de raadsleden is thans afgelopen. Ik geef het woord aan de heer Timmermans. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Burg en ook andere sprekers hebben aange geven dat wat hun betreft er wellicht niet met opzet ten onrechte informatie is achtergehouden. Het probleem is een beetje dat je uit de verslagen van de discussie die enige maanden geleden heeft plaatsgevonden niets kunt halen als het gaat om de precieze intentie. De heer Heins heeft gezegd dat hij in de commissie heeft aangegeven het wenselijk te vin den dat het pand in deze straat een winkelfunctie zou krijgen en dat op dat moment gezegd had

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 7