- 56 - len gaan liggen op energiebesparing, bestrijding van de verzuring, waterbodems - Ik kom daar straks nog even op terug - en apparaatskosten. BIJ deze laatste twee posten wordt gedacht aan bedragen ter grootte van 125 miljoen gulden respectievelijk 25 miljoen gulden. WIJ hopen In het voorjaar van 1990 nader Inzicht te krijgen In de vraag hoe het rijk denkt die middelen In te zetten zowel qua werksoort als naar de verschillende betrokken overheden. Hoe het zij, het Is hetzelfde verhaal als dat wat wethouder Heere heeft gehouden met be trekking tot de kinderopvang. Hoeveel rijksmiddelen er ook beschikbaar zullen komen, er zal - dat Is het college volstrekt duidelijk - een zeer aanzienlijke, forse eigen gemeentelijke bijdrage noodzakelijk zijn om die taken uit te oefenen. In die zin zijn wij het eens met de stelllngname zoals die door de verschillende woordvoerders Is Ingenomen, namelijk meer priori teit voor het milieu. De vraag Is alleen hoe Je dat vorm geeft. WIJ hechten - dat Is toch wel de lijn die wij de laatste Jaren hebben Ingezet - aan een strikt beleidsmatige, Integrale, structurele benadering van meerjarenplannen. WIJ maken derge lijke meerjarenplannen als wij het hebben over stadsvernleuwlngsprogramma's, meerjarenprogram- ma's Infrastructuur, onderhoudsplannen, recreatieve plannen, Investeringsplannen enz. Kortom, wij proberen vla een nauwkeurige analyse van de problemen op een bepaald terrein te komen tot meerjarenpIannen die tegelijkertijd dan ook een Integraal karakter kunnen vormen. WIJ zijn hard bezig met het opstellen van de mllleunota, die onmiddellijk gevolgd zal wor den door het ml Ileu-ultvoerIngsprogramma. Het Is bekend dat dat tijd kost. Het Is overigens niet zo, mijnheer Rozema, dat de mllleunota begin 1991 gereed zal zijn. Het Is de bedoeling dat die nota In augustus 1990 klaar Is voor de discussies. De besluitvorming zal daar dan op vol gen Dat laat uiteraard onverlet, voorzitter, dat wij, als een activiteit nu reeds zinvol Is, daarmee niet per se hoeven te wachten op de afronding van en de besluitvorming over de door mij genoemde nota. In dat verband Is het signaal van met name de fracties van PvdA en PAL duide lijk. De activiteit waar wij best nu al aan kunnen beginnen Is de ruimte voor voorlichting en educatieve activiteiten en campagnes om de Leeuwarder bevolking meer bewust te maken voor de kwaliteit van ons milieu. In die zin onderschrijft het college die Inzet. Het lijkt mij goed, zoals wij dat voor andere punten ook al hebben voorgesteld, om de definitieve discussie met betrekking tot de financiering van een nader programma ten behoeve van het bewustmakIngsproces voor het milieu morgen te bespreken bij het onderdeel nieuw beleid. De motie van PAL vind Ik In het verlengde liggen van de stelllngname zoals die door de PvdA-fractie naar voren Is gebracht evenwel gecombineerd met een al bestaande toezegging onzerzijds dat de Introductie van het ge- schelden ophalen van het huisvuil In Westelnde met een uitgebreide campagne zal worden gecom bineerd. Ik stel mij voor, voorzitter, dat die zaken zeer wel In elkaar zijn te schuiven. Morgen spreken wij daar nader over. Ik kan u nu wel zeggen dat Ik wat moeite heb met de laatste overweging In motie VI van PAL waarin staat dat de kosten van de campagne onder andere kunnen worden gedekt door "zonodig tem porisering van reconstructies van de Infrastructuur". U kunt zich voorstellen dat wij dat, gelet op de gemaakte afspraken daarover en het belang dat wij hechten aan meerjarenprogramma's, een zwakke stee In het voorstel van PAL vinden. Voorzitter, een aantal fracties heeft een groot aantal concrete suggesties gedaan ter zake van het milieu. Het lijkt mij niet zinvol om al die suggesties vanavond door te nemen. Het lijkt mij verstandiger, daar waar de Inzet van de meeste suggesties naadloos aansluit bij de Ideeën die het college heeft over het ontwikkelen van milieubeleid, die suggesties voorzien van een aantal praktische kanttekeningen binnenkort In de Commissie voor Openbare Werken en Milieu de revue te laten passeren. Dan kan worden gewogen welke Initiatieven nu reeds kunnen worden Ingezet of dat het verstandiger Is die gefaseerd In te voeren danwel onder te brengen bij de beleidsnota's die wij al eerder hebben genoemd. Een aantal van de gedane suggesties kan nu reeds van een reactie worden voorzien. Ik zeg de heer Rozema toe dat wij in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu regelmatig verslag zullen doen van de ontwikkelingen rond de AVI. Het voorstel van de VVD-fractle om te komen tot een mtlieufonds Is een oud voorstel. Dit voorstel heeft een ander karakter dan hetgeen de PvdA-fractle vanmiddag naar voren heeft gebracht en wat de PAL-fractle bedoelt. Het gaat hier om een integraal mllleufonds, maar dat Is een kwestie die wat mij betreft thuishoort In de Integrale nota over het milieu die thans wordt - 57 - opgesteld. Dan zal worden bezien of het gewenst is te komen tot een mllleufonds of dat een meer partiële financiering voor de verschillende onderdelen wordt voorgestaan. Ik stel voor dat wij het door de VVD naar voren gebrachte voorstel bij het opstellen van de mllleunota meenemen en daar ook aandacht aan schenken. WIJ komen daar te zijner tijd op terug. De CDA-fractle heeft gevraagd naar een overzicht van de mogelijke verontreiniging van de bodem In de gemeente en met name ook van de kosten die gemoeid zijn met de reiniging/sanering daarvan. Er is een overzicht van een aantal bekende lokatles van vervuilde grond. Het Is geen Integrale Inventarisatie, maar het gaat om gegevens waar wij In de loop van de Jaren op gesto ten zijn. Die gegevens vormen al dan niet onderdeel van het programma Interim bodemsanering zoals dat jaarlijks wordt opgesteld en vastgesteld door de provincie. Op basis van dat bodemsa- nerIngsprogramma en onze eigen prlorlteltstelIIng doen wij jaarlijks in de Commissie voor Open bare Werken en Milieu een voorstel met betrekking tot het saner 1ngsprogramma dat wij zelf In dat Jaar ten laste van het budget van ongeveer een half miljoen gulden dat daarvoor beschikbaar Is wensen uit te voeren. Ik kan u geen inzicht geven In de kosten die gemoeid zijn met de nu reeds bekende lokatles van verontreinigde grond. Om dat te kunnen doen moet je namelijk eerst een Indicatief onderzoek plegen, want dan weet Je ongeveer in welke richting je verder moet gaan zoeken. Vervolgens moet er een nader onderzoek en tot slot een saneringsonderzoek worden Ingesteld. Pas dan weten wij wat de feitelijke consequenties in financiële en technische zin zijn van de desbetreffende ver ontreiniging. De optelsom hebben wij dus nog helemaal niet In beeld. Het Is nadrukkelijk de bedoeling om In het kader van het ml Ileu-uItvoerIngsprogramma een integraal onderzoek te gaan richten op het constateren/vastleggen van waar verontreinigingen In de bodem in onze gemeente zich zullen voordoen. Daarnaast Is gevraagd welk Inzicht bestaat In de vervulling van de waterbodems. WIJ hebben enig Inzicht In die zin dat vrijwel al het water, kanalen, singels en dergelijke - met uitzon dering van vijvers In parken; maar ik ben daar niet altijd even zeker van - ln meer of mindere mate vervuild zijn. Ik heb het dan uiteraard over het stedelijk gebied. Het gaat om een gigan tisch probleem, waarvoor tot voor kort het uitzicht op een oplossing nog kleiner was dan dat die nu Is omdat het rijk en de provincie de verantwoordelIJkheld voor en de oplossing van het probleem volledig op het bordje van de gemeente legden. Sinds kort hebben wij nu de moge lijkheid om ook vervuilde waterbodems op te doen nemen In het programma interim bodemsanering waar Ik zojuist over sprak. Ik heb ook al aangegeven dat het In de bedoeling van het Nationaal Mi IleubeleldspIan-pI us ligt om 125 miljoen gulden specifiek voor de vervuilde waterbodems In te zetten. Wellicht dat wij dankzij die rijkssteun toch voorzichtig kunnen starten met de oplossing van het probleem van vervuilde bodems. Dat zal ook technisch een niet gering probleem zijn, want waar ga je bijvoorbeeld de sltkvelden met alle risico's van vervolg-vervulIIng en stank aanleggen? Voorzitter, een aantal fracttes heeft gepleit voor de verbetering van het openbaar vervoer. WIJ hebben al eens eerder uitgesproken dat, als het gaat om het woon-werkverkeer dat toch een belangrijk deel Is van de automobiliteit In deze regio, gestreefd moet worden naar een afname van het woon-werkverkeer per private auto en toename van vormen van openbaar vervoer, bijvoorbeeld snelbusdlensten, en eventueel het opwaarderen van bepaalde spoortrajecten. De Intentie die wij al eerder hebben uitgesproken zit ook ln de aanpak van de structuurvisie voor het stadsgewest, want daarin is Juist de samenhang tussen het woon-werkverkeer nadrukkelijk opgenomen. In deze structuurvisie zullen ook voorstellen worden gedaan om te komen tot uit werking van een aantal Ideeën opdat het woon-werkverkeer met de auto kan worden verminderd. Een enkele opmerking, voorzitter, over de suggestie van PAL dat het openbaar vervoer In Leeuwarden slecht Is, soms moet Je 15 minuten wachten. Ik vind dat een wat overtrokken reactie. Het kan natuurlijk altijd beter: wachttijden van 5 minuten, veel meer lijnen en liefst ook nog tussen de verschillende wijken. Dat Is allemaal prachtig en mooi. Als wij de landelijke fat soensnorm van een wachttijd van 30 minuten - dat Is wel het uiterste, dat erken Ik - hanteren, dan zitten wij daar nog lang niet op. Het verhogen van de frequentie waardoor ln sommige gevallen de wachttijd naar 10 minuten zou kunnen worden betekent betekent echter wel voor Leeuwarden dat er tonnen zo niet miljoenen guldens bijgelegd moeten worden. Ik heb niet van de PAL-fractle begrepen dat zij dit probleem zodanig groot vindt dat wij als gemeente dat bedrag er zelf bij moeten gaan leggen. Dat Is momenteel wel het beeld, tenzij wij in het kader van het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 29