- 58 - regeerakkoord en de prioriteit voor het openbaar vervoer daarvoor extra middelen van het rijk krijgen. Het zal u duidelijk dat ook wij dan zoveel mogelijk geld zullen Inzetten ter verbete ring van het openbaar vervoer. Maar om nu te spreken van een slecht systeem gaat mij op dit moment te ver. Voorzitter, Ik kom bij het tweede algemene punt het stadsgewest In casu de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening en dan met name de positie van Leeuwarden In de discussie over de stedelijke knooppunten. De verschillende fracties hebben gepleit voor voortzetting van ons ge rechtvaardigde pleidooi om te worden aangewezen als stedelijk knooppunt. Het zal u duidelijk zijn dat het college In het geheel geen problemen heeft om die Inzet te blijven plegen. Het probleem Is een beetje dat er feitelijk, Inhoudelijk naar de discussie toe geen nieuwe argumen ten aan de orde zijn. Zo langzamerhand zijn alle argumenten voor en tegen wel bekend. WIJ heb ben de nieuwe minister van VROM, de heer Alders, een gericht pakket met onze gerechtvaardigde wensen In dat opzicht doen toekomen. Verder hebben wij met een aantal vertegenwoordigers van de verschillende Kamerfracties contact opgenomen om met name van hen te horen - wij zitten wel In de fase dat de besluitvorming op afzienbare termijn In de Kamer zal plaatsvinden - op welke wijze wij, gelet op de discussie In de fracties, zo efficiënt en gericht mogelijk onze belangen In die fracties dan wel naar het parlement In zijn geheel naar voren kunnen brengen. WIJ houden dus wel degelijk de vinger aan de pols. Grote publiciteitscampagnes voor dit specifieke doel lijken mij, gelet op het feit dat de discussie nu In het parlement wordt gevoerd, weinig zinvol. Dat laat onverlet dat de meer algemene voordelen verbonden aan een publiciteitscampagne - verschillende sprekers zijn hier ook op Ingegaan - overeind blijven. Er is gevraagd wat de Inzet Is van het college met betrekking tot de mogelijkheid dat Leeuwarden al dan niet wordt aangesloten op het IntercIty/Eurodty-net. In oktober J.l. hebben wij in de richting van de NS en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een zeer uitgebreide en gemotiveerde brief geschreven, waarin wij het belang van Leeuwarden op aansluiting op dit net hebben aangegeven. Een zelfde actie hebben wij ook ondernomen met betrekking tot rijksweg 32 toen dreigde dat tengevolge van andere prlorIteltstel11ng bij het rijk de realisatie van het gedeelte rondom Steenwtjk zou worden uitgesteld. Per omgaande hebben wij toen - Ik meen dat de provincie dat ook heeft gedaan - een uitgebreide brtef gestuurd waarin wij onze bezwaren daartegen duidelijk hebben gemaakt. Rijksweg 31. Het college Is het met de visie van het CDA eens dat, als wij het hebben over de gewenste verdubbeling van rijksweg 31, het dan niet gaat om het woon-werkverkeer als zodanig te vergroten. Dat punt Is niet aan de orde, want, zo heb ik al aangegeven, dat zullen wij moe ten oplossen met een veel beter openbaar vervoerssysteem door mtddel van pendeldiensten, snel- bussen enz. Voor de relatie Randstad-Noorden-Scandlnavlë-Dultsland Is het echter van het groot ste belang dat Leeuwarden ook op die lijn komt te liggen. Daarom Is het acceptabel en verant woord, ook In het kader van het milieu, om te pleiten voor een verdubbeling van rijksweg 31. Willen wij de lijn Randstad over Leeuwarden laten lopen dan Is dat een onverbrekelIJke schakel In het systeem. Voorzitter, wij hebben zelf het Initiatief genomen In de richting van het provinciaal bestuur om te komen tot een versnelde verdubbeling van rijksweg 31. WIJ wisten dat de provincie met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een afspraak had, waarbij Is toegezegd dat voor de aanleg van rijksweg 32 rijksmiddelen beschikbaar worden gesteld. Voorlopig moest men maar niet meer aankomen. WIJ hebben ons daar wat minder van aangetrokken en gezegd: In het kader van de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening en het Structuurschema Verkeer en Vervoer vinden wij het gewenst en noodzakelijk om toch aandacht te vragen voor de verdubbeling van rijksweg 31. Vervolgens hebben wij het Initiatief genomen In de richting van het provinciaal bestuur en het gemeentebestuur van Smal IIngerland om gezamenlijk te bezien op welke wijze wij zo snel mogelijk kunnen komen tot een gehele of gedeeltelijke verdubbeling van rijksweg 31. Het Is juist - de heer Ybema heeft daar ook naar gevraagd - dat met name vanaf Sma111ngerI and tot Garijp In feite het weglIchaam er ligt. Volstaan zou kunnen worden met zoals dat zo fraai heet het draalen van asfalt. Overigens Is asfalt een buitengewoon kostbaar produkt, dus ook dat kost nog een aan zienlijke stuiver. De treinverbinding Leeuwarden-Gronlngen. Een paar maanden geleden Is er een werkgroep samengesteld waarin zijn vertegenwoordigd de provinciale besturen van Friesland en Groningen, - 59 - de gemeentebesturen van Groningen en Leeuwarden, de NS en de FRAM. WIJ hopen In februari een rapport gereed te hebben dat - dat zal u niet verbazen - als strekking heeft een zeer goed onderbouwd pleidooi voor een Ingrijpende verbetering van dit tracé. Dat pleidooi Is met name bedoeld om Den Haag te overtuigen van de noodzaak daarvan. Het gaat er niet om dat wij een dergelijke verbetering zo aardig vinden, het gaat er om dat er sprake Is van een aanzienlijke vervoersstroom die In de toekomst ook zal groeien. WIJ denken dat wij, gelet op de Inschattin gen voor wat betreft de toename van het openbaar vervoer tussen deze twee steden en het daar tussen gelegen gebied waar ook nogal wat mensen wonen, een goede kans hebben om In Ieder geval het principebesluit te krijgen dat verdubbeling of eventueel elektrificatie verantwoord Is. Voorzitter, Ik kom bij het stadsgewest. Van de zijde van de PvdA en het CDA zijn In dat verband terechte constateringen gedaan. Het op 22 december, vrijdag a.s., te presenteren rap port Is voor de eerste keer tot stand gekomen via samenwerking tussen provincie, centrumge meente en randgemeenten. Ik vind dat toch een niet geringe vooruitgang. Ik ben het ook eens met de stel 11ngname van de PvdA dat, wil een nota kans van slagen van hebben, alle gemeenten erook een welgemeend eigen belang bij moeten hebben, want anders heeft het geen zin. Je kunt wel mooie nota's maken, maar dan werkt het niet. Voorzitter, de Indruk bestaat dat dat gelukt Is. Dat bestaat zeker ook voor de consensus die er Is met betrekking tot een vorm van gemeenschap pelijke financiering en dat Is ook een belangrijk gegeven. Overigens bestaat de Indruk dat de structuurvtsle stadsgewest vrijwel naadloos zal staan of zal vallen met de In ontwikkeling zijnde eigen stedelijke structuurvisie. Er zal uiteraard een aanzienlijke mate van verschil In gedetailleerdheid bestaan tussen die twee nota's. De CDA-fractie heeft geïnformeerd naar de wenselijkheid van een coördlnerende wethouder tn dit verband. Het Is de bedoeling dat er, als partijen kunnen Instemmen met de nota zoals die er ligt, een over IegpIatform stadsgewest komt. Het zal betekenen dat daarin namens verschillende colleges die hierbij betrokken zijn, het college van gedeputeerde staten en ook de colleges van b. en w. van de desbetreffende gemeenten, sprake zal zijn van een vertegenwoordiging. Ik ga er vanuit dat die vertegenwoordiger namens het college van b. en w. dan de feitelijke functie van coördinerend wethouder zal vervullen, In wezen vergelijkbaar met de functie van coördinerend wethouder voor het regiobeleid. Het CDA heeft gevraagd naar de uitkomst van de discussie over het woningbouwbeleid, met name omdat bij de discussie over de vaststelling van onze Dorpennota van die kant een voorbe houd Is gemaakt ten aanzien van de woningbouw In onze eigen dorpen. Ik vind het niet correct om nu de exacte Inhoud van de structuurvisie stadsgewest te gaan formuleren. Gesteld kan worden dat de uitgangspunten zoals die tn het Streekplan terzake van de verschillende groeipotenties van de kernen zijn vastgelegd leidraad zijn geweest voor de teksten die In de structuurvisie stadsgewest zijn opgenomen. De leidraad die daarvoor Is gehanteerd Is ook onze leidraad geweest voor de kwantlfleering van de woningbouw In onze dorpen zoals Is vastgelegd In de Dorpennota. Voorzitter, Ik kom dan nu bij een aantal afzonderlijke punten. De PvdA-fractle heeft nog maals haar prioriteit uitgesproken terzake van de herziening van het bestemmingsplan Buitenge bied. Onlangs Is dat punt ook aan de orde geweest bij de discussie over het Investeringsplan Recreatieve Voorzieningen. Er zijn veel argumenten om met die nogmaals uitgesproken prioriteit stelling akkoord te gaan. Overigens komen wij daar binnenkort op terug. Het CDA heeft gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van kansrijke bedrijfsterreinen. Wethouder Heere Is daar op een aantal punten al op Ingegaan. Ik wil daar nog één element aan toevoegen, want er Is namelijk ook een relatie met de structuurvi sie stadsgewest. In dat verband Is er een discussie gaande over de vraag waar een transferpunt voor het Noorden zou kunnen worden gerealIseerd. Fonejacht bijvoorbeeld Is een plek waar water en wegen bij elkaar komen. Misschien Is het ook verstandiger om dat gecombineerde project bij de Hemrlk te realiseren, omdat daar het spoor In combinatie met toch meer aanwezige andere faciliteiten de kans bieden dat dat een betere vestigingsplaats Is. WIJ komen daar nog op te rug. Nog een planologische opmerking. Het vastleggen van de keuze ten aanzien van de bedrijfs terreinen zal naast het Investeringsplan Economische Voorzieningen ook zijn vertaling krijgen zoals Ik heb aangegeven bij de uitwerking van de structuurvisie stadsgewest en uiteraard ook In onze eigen gemeentelijke structuurschets. De VVD-fractle heeft gewaarschuwd dat de samenvoeging van de budgetten ten behoeve van de sociale huur— en sociale koopsector en de hoognlveau renovatie niet mag lelden tot eenzijdige

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 30