- 74 -
Motie VIII. WIJ zijn het eens met de strekking van deze motie over de Kanselarij. Wel vra
gen wij ons af, maar dat Is geen reden voor ons om tegen de motie te'zijn, of Je Inderdaad zo
In de beurs van de provincie kunt kijken of zij wel of niet redelIJkerwIJs allerlei kosten kan
betalen. Als Ik wethouder Kessler goed heb begrepen dan Is In Ieder geval de financiële nood
bij de provincie niet van dien aard als bij de gemeenten. Op zich vinden ook wij dat de Kan
selarij voor Leeuwarden behouden moet blijven en dat er niet allerlei onvoorziene ontwikkelin
gen zouden moeten gaan plaatsvinden. Het liefst zien ook wij Iets als een museum voor moderne
kunst daar gerealIseerd.
Motie IV van de VVD vinden wij een sympathieke motie. Ook wij zouden wel een onderzoek
willen hebben naar met name die herwaarder IngsvoorstelI en ten aanzien waarvan In de raad werd
getwijfeld of de effecten nu positief of negatief zouden uitvallen. Gekoppeld aan de
voorstellen die wij hebben gedaan betekent het Inderdaad dat, wanneer je bezuinigt op een aan
tal activiteiten, die activiteiten minder gaan plaatsvinden en dat bepaalde doelstellingen niet
meer worden gehaald. De strekking van de motie van de VVD Is volgens mij om dat soort effecten
te gaan onderzoeken. De VVD noemt zelf ook allerlei bezuinigingen op het gebied van het groen
onderhoud. Het lijkt mij een heel goede zaak om daar een onderzoek naar In te stellen. Wij
willen deze motie van de VVD wel ondersteunen.
Wat onze eigen moties betreft heb Ik begrepen dat die morgen aan de orde komen. Ik wist
dat niet, maar iedereen zegt dat en dus zal dat dan wel zo zijn!
Ik wil tot slot nog een opmerking maken over ontwikkelingssamenwerking. Wethouder Heere
zegt dat het bedrag van f 20.000,— dat in onze motie V wordt genoemd arbitrair Is. Nou zo ar
bitrair Is dat niet. Als Je dat bedrag stort dan komt het ongeveer op twee kwartjes per Leeu
warder neer. Maar dat Is niet het minst arbitraire punt. Waar het om gaat Is dat gebleken Is
dat er een werkgroep In het leven wordt geroepen om allerlei Leeuwarder Initiatieven op het
gebied van ontwikkelingssamenwerking bij elkaar te brengen en de activiteiten die plaatsvinden
te gaan InventarIseren. De werkgroep wordt bijeen geroepen op voorstel van de gemeente, die ook
de uitnodiging verstuurt. Wat wij ons voorstellen Is dat In eerste Instantie die werkgroep ook
enige ambtelijke ondersteuning zal krijgen van de gemeente Leeuwarden. Een deel van het ver
schil van f 13.000,— zou dus gebruikt kunnen worden voor die ambtelijke ondersteuning. Na ver
loop van tijd kan dat geld, als de ambtelijke ondersteuning minder nodig Is, gebruikt worden
voor activiteiten op het gebied van de bewustwording In Leeuwarden. Vandaar dus ons voorstel.
Op de bijdrage van het college ben Ik al Ingegaan en die geeft verder geen aanleiding om
uitvoerig op te reageren.
Dank u wel
De heer Ybema: Voorzitter, Ik wil beginnen met de collegeleden te bedanken voor hun ant
woorden. In mijn eerste Instantie heb Ik gesproken over de ontwikkeling van een nieuw kabinets
beleid op het punt van de sociale vernieuwing en er vooral op aangedrongen dat het college zo
snel mogelijk Inspeelt op de mogelijkheden die zich nu voordoen. Wethouder Kessler heeft daarop
gereageerd. Er zijn natuurlijk heel veel zaken onzeker op dat punt. .Wat wel zeker Is Is dat op
rijksniveau vla een ministeriële commissie wordt geprobeerd welke mogelijkheden er zijn - door
middel van een specifieke doeluitkering - voor met name de gemeentelijke overheden om het
beleid dat met sociale vernieuwing Is aangeduid ook echt aan te pakken en uit te voeren. Het
zou mij niet verbazen dat 1990 typisch een startjaar Is waarbij zich incidentele mogelijkheden
zullen voordoen voor actieve gemeenten om alvast een start te maken. Het geld dat beschikbaar
komt Is niet extra geld, maar Is geld dat bij elkaar wordt gebracht. Op dit moment zijn het dus
bestaande middelen. Ik denk toch dat er voor actieve gemeenten op dit punt het komend jaar waf
extra mogelijkheden zullen zijn. Wat dat betreft zou Ik er nog een keer bij het college op wil
len aandringen om de komende tijd zo actief mogelijk hierop In te spelen.
Door de PvdA-fractte Is over het algemeen vrij positief gereageerd op het beleid van hef
nieuwe kabinet in de richting van de gemeentelijke overheid. Ik ben het daar op zich wel mee
eens. Als Je de stukken leest dan kun Je Inderdaad niet tot een andere conclusie komen. Het Is
natuurlijk wel de start waar wij mee te maken hebben. WIJ moeten dus nog zien hoe het allemaal
uitpakt. Er zitten ook negatieve kanten aan die de gemeente raken. Het punt van de politie is
In dit verband al aan de orde geweest. Het Is afwachten hoe de politie nu precies zal worden
- 75
georganiseerd. Er liggen wat dat betreft nog een aantal belangrijke vraagpunten. Met name de
rol van de gemeentelijke overheid op dat punt is nog niet duidelijk.
Een andere opmerking die Ik in dit kader wil maken gaat over de opheffingsnorm van scho
len. Mevrouw Vlletstra heeft daar ook over gesproken. Het nieuwe kabinet heeft de bezuiniging
van het vorige kabinet, te weten 50 miljoen gulden op kleine scholen, niet teruggedraaid. Men
heeft die overgenomen. Alleen de nieuwe staatssecretaris heeft er wel de kanttekening bij ge
plaatst dat hij dat geld niet zal halen op het platteland maar in de steden. Dat raakt dus
zeker de situatie In Leeuwarden. Op dat punt Is bepaald waakzaamheid geboden.
Een volgende kanttekening wil Ik maken bij het regionaal beleid waarover ook - en Ik denk
terecht - Is gesproken. Ook op dat punt Is de oogst toch betrekkelijk mager. Zeer recent Is bij
de begrotingsbehandeling In de Kamer het regionaal beleid aan de orde geweest. Daar bleek jam-
mergenoeg dat het kabinet niet bereid is om de 30 miljoen gulden die het vorige kabinet uit de
IPR-mtddelen heeft gehaald en die rechtstreeks ook de situatie In Friesland raken terug te
draaien. Die 30 miljoen gulden Is uit de regionale middelen gehaald en komt ten goede aan de
uitvoering van het mobl1Iteitsscenarlo In de Randstad.
Ik heb deze kanttekeningen willen plaatsen omdat het niet allemaal zonnesschtjn Is. Ik zou
wat het kabinetsbeleid betreft willen voorstellen: eerst zien en dan geloven.
Een tweede opmerking In de richting van het college betreft de reactie op het door mij
naar voren gebrachte punt over het lokaal referendum en het stadspanelIk ben blij dat wethou
der Kessler daar zo positief op heeft gereageerd en dat hij op dat punt heel concrete mogelijk
heden ziet. HIJ heeft zelfs nog gewezen op de rol die het stadspanel kan spelen bij herziening
van de klachtenprocedure. Het lijkt mij Inderdaad een heel goede suggestie om dat In dat vei
band te bekijken.
Wethouder Heere heeft meegedeeld dat er nu voor twee lokatles de mogelijkheid voor een
hoogwaardig bedrljventerrein wordt bekeken. Ik was blij te horen dat daar ook de lokatle Werp-
sterhoek bij zit, een lokatle die mijn fractie vorig Jaar In dit kader naar voren heeft ge
bracht.
Voorzitter, een laatste algemene opmerking over de politieke verhouding zoals Ik die zie.
Wat mij opvalt Is dat meestal tijdens de algemene beschouwingen maar heel vaak tijdens de alge
mene beschouwingen vlak voor de verkiezingen er door het college en ook door de PvdA-fractle
enige afstand wordt genomen van de PAL-fractTe. De lijn van de PAL-fractle Is nu toch weer
enigszins gekritiseerd. Wethouder Kessler zei bijvoorbeeld dat er eerst maar eens een wat
genuanceerdere analyse moet komen en dat er dan nog een mogelijkheid Is om verder aan de
discussie deel te nemen. Ik vind het politiek opvallend dat de PAL-fractle In dit stadium al
tijd even apart wordt gezet.
Wat Ik ook altijd opvallend vind Is dat, als de verkiezingen naderen, de Inschikkelijkheid
van het CDA keer op keer wordt getoond. Mist mevrouw De Haan Iets, dan heeft zij het verkeerd
begrepen. Constateert zij zelfgenoegzaamheid dan Is dat volstrekt ten onrechte want dat Is
geenszins het geval. (De heer Koopmans: En als dat nu zo Is?) Ik zeg alleen dat _Ik_ het opval
lend vind dat dat gedrag zich voordoet.
Voorzitter, tot slot wil Ik een opmerking maken over de Ingediende moties. Motie 1 van de
PvdA over de tijdelijke commissie is door het college overgenomen. De suggestie van de PAL-
fractle om ook de stadsgewestelijke gemeenten daarbij te betrekken vind ik een heel verstandi
ge.
Motie II van de PvdA wordt betrokken bij de discussie morgen.
Met motie III van de PvdA over het Instellen van een overlegcommissie milieu heb Ik op
zich helemaal geen probleem. Het lijkt mij wel verstandig dit punt ook mee te nemen bij de her
ziening van het commissiestelsel die Ik meen In de raadsvergaderIng van 8 januari 1990 aan ons
wordt voorgelegd.
Tegen motie IV van de VVD kijken wij toch Iets anders aan dan de PAL-fractle. Ik zie op
dit moment niet zozeer de zin om allerlei reeds opgelegde en uitgevoerde herwaarderIngsvooi
stellen opnieuw op te graven en weer tegen het licht te houden. Ik vind dat Je de energie en
ook de capaciteit die beschikbaar Is beter wat gerichter In kunt zetten. Ik zie niet echt de
zin van deze actie en zal daarom deze motte ook niet steunen.
De moties V, VI en VII van PAL worden ook betrokken bij de discussie morgen over de voor
stellen nieuw beleid.