-96 - - 97- Foarloplch ynlutsen.) Akkoord. Motie 4. De heer Janssen heeft met zijn opmerkingen over de systematiek op zich gelijk. Het Is In die zin een wat kromme constructie die wordt voorgesteld. Ik heb echter begrepen dat de Intentie is om nu voor een periode van drie maanden, zoals de heer Meerdlnk heeft gezegd, ambtelijke capaciteit beschikbaar te stellen om de werkgroep inhoudelijk te ondersteunen. Als dat Inderdaad de Intentie Is dan heb Ik op zich niet zoveel moeite met de systematiek die hier wordt voorgesteld. Die Intentie wordt door mijn fractie onderschreven. Op motie 5 heb Ik al eerder gereageerd. De heer Rozema: Voorzitter, wat betreft de PAL-motles gaat mijn fractie akkoord met de beantwoording daarover door het college. De Voorzitter: Van mijn kant In tweede termijn eerst een reactie op de vraag van de heer Meerdlnk - het gaat dan over motie 5 - hoe het zit met het terugdraaien van de bezuinigingen. De financiële argumenten van toen gelden natuurlijk voor een deel nog steeds. De financiële si tuatie Is wel Iets beter, maar Ik denk niet dat je op grond daarvan kunt zeggen dat op grote schaal alles teruggedraaid moet worden. Dat Is evenwel niet de essentie. De essentie Is of de effecten die verbonden zijn aan deze bezuinigingsmaatregelen dermate zwaar zijn dat op dit moment die maatregelen moeten worden teruggedraald. Ik denk dat wij wat dat betreft gewoon een InschattlngsverschII maken. Het college Is van mening, hoewel het ver velende bezuinigingen zijn geweest en dat nog steeds zijn, dat op zich zelf de effecten die daaraan verbonden zijn acceptabel zijn. In die zin hebben wij er geen behoefte aan op dit mo ment daarop terug te komen. De verschillende moties worden door de andere collegeleden behandeld met uitzondering van de dekking van motie 1. Vooraf het volgende. Het Is op zich zelf heel lovenswaardig dat een fractie die een motie Indient en meer geld aan Iets wil besteden - dat had gemakkelijk gekund door een bedrag te halen uit de 1 miljoen gulden die In de algemene reserve wordt gestort - tegelijkertijd daar een alternatieve dekking voor aanlevert. Vervolgens Is de vraag of die dekking wel of niet verantwoord Is. De heer Bilker heeft gezegd dat hij niet gelukkig Is met die dekking. Ik ben er ook niet echt heel gelukkig mee. Aan de andere kant moet Ik toegeven dat het bedrag van f 100.000,niet Is afgemaakt tot op de laatste decimalen achter de komma. Er zijn ons In het voorbereldlngsproces ten behoeve van de afweging van de ruimte voor nieuw beleid voorstellen voorgelegd die veel en veel hoger lagen. WIJ hebben gezegd dat er een stelpost automatisering Is die In principe Is bedoeld om daar alle automatiseringstoepassingen uit te betalen. Desalniettemin realiseren wij ons dat er In het kader van de reorganisatie toch een aantal nieuwe dingen op ons afkomen, zoals finan cieel concernbeheer, personeelsmanagement en postregistratie. WIJ hebben die nieuwe wensen gehonoreerd op een bedrag van f 100.000,zonder dat er op dit moment al heel specifiek kan worden aangegeven wat dat precies zal moeten opleveren. Met andere woorden, het Is een taak stellend budget In de richting van de concernafdeling automatisering. Die afdeling moet In het vervolg binnen dat kader, Inclusief de stelpost automatisering en met behulp van deze ruimte voor nieuw beleid, blijven. Op het moment dat dat bedrag teruggebracht moet worden met f 15.000,dan Is dat vanuit een automat1serIngsbelang vervelend - Ik geef dat zonder meer toe -, alleen Ik denk dat het niet tot onoverkomelijke problemen aanleiding zal geven. Dat Is de reden waarom het college zich niet tegen deze motie heeft verzet. Ik heb hiermee de belangrijkste punten behandeld. Ik geef het woord aan wethouder Heere. De heer Heere (weth.): Voorzitter, het punt van de ontwikkelingssamenwerking Is nog blij ven liggen althans niet geheel afgedaan. Door de wijzigingen die In motie 4 van PAL zijn aange bracht, concentreert het verhaal zich nu eigenlijk op het gebrek aan ambtelijke capaciteit dat noodzakelijkerwijs met behulp van f 13.000,zou moeten worden aangevuld. In de eerste plaats staat het niet vast dat er gebrek is aan ambtelijke capaciteit althans dat heeft de heer Meer- dink mij niet kunnen aantonen. HIJ heeft dat zelfs ook niet beweerd, hij heeft alleen aangeno men dat er voor de ondersteuning van die activiteiten op voorhand geen ambtelijke capaciteit zou zijn. Gisteren heb Ik ook al gezegd dat tot 1 maart een ambtenaar dit onderwerp In zijn portefeuille heeft. Als wij als raad besluiten om tot beleidsintensivering op bepaalde punten over te gaan - en dat hebben wij gedaan door middel van het programma - dan dient de ambtelijke dienst dat uit te voeren en dus de prioriteit daar te leggen. In de huidige organisatie zitten allemaal afzonderlijke specialisten. In de nieuwe organisatie per 1 maart zal er een wat flexi belere manier van ambtelijke tljdtoedelIng gaan ontstaan. Ik heb op voorhand nog geen reden om aan te nemen dat er dan een versIechter 1ng zal optreden. Met andere woorden, Ik vind hierin onvoldoende reden om aan te nemen dat er f 13.000, meer nodig zou zijn. Dat staat los van het gegeven dat ook Ik onderstreep wat zowel de heer Ybema als de heer Janssen heeft gezegd, waarbij de heer Ybema wat korter Is geweest In zijn formulering door aan te geven dat er sprake is van een kromme constructie die niet past In de huidige systematiek. Anders dan de heer Ybema die ondanks de kromme constructie akkoord gaat met de Intentie zeg Ik namens het college dat wij geen behoefte hebben aan motie 4 van PAL. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, er Is nog een enkele opmerking gemaakt door de heer Meerdlnk. HIJ gaat overigens akkoord met motie 1 over het fonds ten behoeve van onderzoek In het kader van de nota Woningbouwbeleid. (De heer Meerdlnk: Het college heeft die motie toch overgenomen?) Ja, maar Ik constateer alleen dat u daarmee Instemt of heb Ik dat mis? (De heer Meerdlnk: Ik kan moeilijk niet meer met de motie Instemmen als het college die heeft overgeno men.) Het komt helaas te vaak voor dat u niet Instemt met de voorstellen van het college, maar die ruimte moet u natuurlijk hebben. De heer Meerdlnk heeft gevraagd of er een mogelijke overlapping zou kunnen zijn tussen een aangekondigd of reeds plaatsvindend onderzoek - Ik vermoed het eerste - bij de provincie met betrekking tot woonvormen voor ouderen. Over de Inhoud van het onderzoek kan Ik niets zeggen, want die is mij niet bekend. Overigens hebben wij In onze gemeente al een keer een onderzoek naar ouderenhuisvesting In algemene zin gehad. De bedoeling van deze projecten is Juist op individueel wonlngcomplexntveau onderzoek te doen of en In welke mate woningen kunnen worden geherstructureerd ten behoeve van ouderenhuisvesting. Dat Is een niveau van abstractie waar de provincie zich middels haar onderzoek meestal niet op begeeft. Dus Ik vermoed dat daar geen overlap Is, maar als dat zo Is dan Is dat alleen maar een bevestiging en kunnen wij kijken of wij meer kunnen doen want er Is natuurlijk meer dan voldoende werk aan de winkel. De heer Bilker vraagt of wij het hier over Iets hebben In het kader van de nota Woning bouwbeleid dan wel In het kader van de nota Ouderenbeleid. Het college kan de redenatie van de heer Janssen volgen namelijk eerst het onderzoek plegen, daar heb Je eerst geld voor nodig, en daarna de uitvoering maar dat zien wij dan later. De heer Koopmans: Voorzitter, de heer Meerdlnk heeft een motie Ingediend om een Inventari satie te krijgen van de ontwikkelingssamenwerking. Wethouder Heere heeft gezegd dat er ambte lijke capaciteit Is. Mijn vraag Is of die Inventarisatie van de grond komt. De heer Heere (weth.): Voorzitter, dat Is het geval. De heer Ybema: Voorzitter, er Is door de heer De Beer en door mij nog gevraagd naar een reactie op de dekking van motie 1 door het verlagen van de post automatisering In verband met de reorganisatie. (De Voorzitter: Ik ben daar al op Ingegaan.) Dan Is mij dat ontgaan. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming over de moties. De moties 1 en 2 zijn door het college overgenomen. Motie 3 Is Ingetrokken. Aan de orde Is de stemming over de aangepaste motie 4 Ingediend door de heer Meerdlnk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 49