-11-4 -
- 115-
en dat er organisatie Is op buurtnlveau en stedelijk niveau. De professionele ondersteuning
- daar ontbreekt het soms weieens aan - zou wat ons betreft wel wat beter kunnen. Als het CDA
praat over de verantwoordelIJke samenleving, dan kan Ik het daar op abstract niveau helemaal
mee eens zijn. Die verantwoordelijkheid moet natuurlijk wel worden georganiseerd. Mevrouw De
Haan heeft gisteren gezegd dat solidariteit, allerlei activiteiten, georganiseerd moet worden.
Dat komt niet spontaan. Er moet een bepaalde Inzet van beroepskrachten aanwezig zijn. Ook moet
er een Inzet zijn van beroepskrachten wanneer het gaat om het doordenken van de activiteiten,
welke waarde ze hebben en In hoeverre ze kunnen worden bijgesteld. Voor al dat soort zaken heb
Je gewoon een organisatie van beroepskrachten nodig. (De hear Bilker: Ik haw dud 11k steld: yn
It ramt fan de nota's dy't noch komme. Wy prate dan oer Itselde, nammentltk It ynfoljen en de
ferantwurdlIkheden.Precies, Ik zei zojuist al dat wij het op abstract niveau wel met elkaar
eens kunnen zijn. Op dit moment blijkt dat een aantal projecten op bijvoorbeeld het terrein van
de sociale veiligheid niet kunnen worden Ingevoerd, omdat daarvoor de nodige professionele
ondersteuning ontbreekt.
De heer Schade Is Ingegaan op de nieuwe opzet van de planning op het gebied van het
sociaal-cultureel werk. WIJ hebben In eerste Instantie bij de behandeling van de nota daarover
gezegd dat wij daar op zich wel mee kunnen Instemmen. Maar als Ik zo de discussie hoor, dan
lijkt het mij heel goed dat per terrein of eventueel per categorie een planmatige opzet blijft
komen en dat wij met elkaar aan gaan geven wat de doelstellingen zijn op dat terrein, wat de
Inzet van middelen zal zijn en hoe wij een en ander willen bereiken. Het zou natuurlijk Ideaal
zijn wanneer burgers spontaan datgene doen wat wij vinden dat eigenlijk gedaan zou moeten wor
den zonder dat daarvoor nog enige ondersteuning nodig Is. Ik denk dat dat een utopie Is die
waarschijnlijk nooit werkelijkheid zal worden.
Ik kom bij de concrete punten. Wat de Meente betreft wil Ik Inhaken op datgene wat de heer
Schade daarover heeft gezegd. WIJ zijn blij met de toezegging van de wethouder dat, wanneer
mocht blijken dat de ondersteuning onvoldoende Is, er dan op teruggekomen wordt en dat even
tueel die ondersteuning toch uitgebreid kan worden.
De werkgelegenheidsprojecten. Ik merk een kleine nuanceverandering ten opzichte van vorig
Jaar. Toen Is er een behoorlijke discussie gevoerd over de vraag waarvoor al die werkgelegen
heidsprojecten moeten dienen. Er Is op dat moment heel duidelijk naar voren gekomen dat het met
name ging om het toelelden van de deelnemers van dat soort projecten naar de arbeidsmarkt. Ik
heb gemerkt dat nu enige nuancering Is aangebracht In die zin dat toeleldlng naar de arbeids
markt niet direct noodzakelijk Is maar dat eventueel ook de toeleldlng naar scholingsprojecten
een reden kan zijn om dat soort projecten te subsidiëren. WIJ zijn het er In Ieder geval mee
eens.
Over de houtwerkplaats van 't Vliet en dan met name de eigen bijdrage van f 10.000,wil
Ik een paar opmerkingen maken. WIJ hebben In tegenstelling tot wat PvdA en CDA naar voren heb
ben gebracht niet de neiging om te zeggen dat wij het maar een Jaar moeten afwachten. WIJ heb
ben het Idee dat een voorziening als 't Vliet met een groep werkt die een heel subtiele bena
dering vereist. Vanuit 't Vliet is naar voren gebracht dat onder druk werken, prestaties moeten
leveren, een reden kan zijn voor het afhaken van de deelnemers. Wat ons betreft zou Je dus om
die reden moeten zeggen dat, als er Inkomsten kunnen komen, dat mooi meegenomen Is en dat Je
die zeker ook in mindering moet brengen op de subsidie op die activiteit. Alleen zet de zaak
niet zo onder druk en raam de eigen bijdrage pro memorie. Een andere reden om met een dergelijk
voorstel te komen Is dat bij de behandeling van de herwaarderIng Is gezegd dat er niet meer op
Jeugd- en jongerenwerk gekort zal worden zolang de nota over het Jeugd- en Jongerenwerk er niet
Is. Ik wil In dit verband de volgende motie Indienen.
Motie 2.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, In vergadering bijeen op 19 december 1989,
behandelende het Programma Sociaal-cultureel Werk 1990,
besluit de eigen bijdrage voor de houtwerkplaats van Jongerencentrum 't Vliet
pro memorie te ramen."
De motie Is mede-ondertekend door mevrouw Westra. (De Voorzitter: De motie Is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Het stedelijk Jeugd- en Jongerenwerk. De heer Bilker heeft al opgemerkt dat er op een aan
tal terreinen nog nota's komen. WIJ zijn daar ook heel nieuwsgierig naar omdat dat soort nota's
de basis kunnen vormen voor de plannen op de verschillende deelterrelnen van het soctaal-cuItu-
reel werk. Zonder die nota's kunnen wij dat ook niet goed doen. De nota op het gebied van het
stedelijk Jeugd- en Jongerenwerk heeft een lange geschiedenis. In leder geval Is nu duidelijk
dat eraan gewerkt wordt en dat die nog voor het eind van deze raadsperiode zal verschijnen. In
dat verband Is het verheugend dat vanuit 't Vliet een notitie Jongerenwerk Is geschreven die
wat ons betreft heel goed als een bouwsteen kan dienen voor de nota Jeugdbeleid. Verder wil Ik
nog opmerken dat Jeugdbeleid, als het tenminste een nota daarover wordt, meer Is dan alleen
jongerenbeleid. Het gaat om de Jeugd. Volgens onze definitie Is dat In leder geval de categorie
Jongeren van 0 tot ongeveer 25 Jaar. Bovendien gaat het niet alleen om de Jeugd of om pro-
bIeemgroepenhet gaat ook om de Jeugd In het algemeen. In de nota zal daar ook aandacht aan
besteed moeten worden.
Het Buro Sociaal Raadslieden. Daar Is al het nodige over gezegd en lk zal dat niet alle
maal gaan herhalen. Procedureel wil Ik nog het volgende kwijt. BIJ de behandeling van het
concept-Programma Sociaal-cultureel Werk 1990 werd de opmerking gemaakt dat deze zaak verscho
ven zou worden naar het nieuw beleid. In de reactie op het sociaal-cultureel programma was daar
niets meer over terug te vinden. Voor ons was dat In leder geval een reden om dit punt te
claimen, omdat wij niet wilden dat het van de agenda zou verdwijnen. Op zich kunnen wij er
vrede mee hebben dat het door ons geclaimde punt door de PvdA Is overgenomen bij de bespreking
van het Programma Sociaal-cultureel Werk. Ik vind echter niet dat de procedure een schoonheids
prijs verdient. Het college had hierop terug moeten komen toen deze zaak niet als punt voor
nieuw beleid was opgevoerd.
Wat betrSït de Inhoudelijke kant van dit punt. Ik heb daar niet zo gek veel meer aan toe
te voegen, behalve dan dat deze voorziening Inderdaad broodnodig Is. Wanneer Je de uitgaven van
Leeuwarden vergelijkt met die van andere gemeenten dan blijkt dat wij op dit terrein zeer mini
maal bezig zijn. Een plaats als Zwolle bijvoorbeeld geeft er f 250.000,aan uit, Den Helder
en omgeving f 240.000,Amersfoort f 270.000,In de motie wordt gesproken van een bedrag
van In leder geval f 32.000,Ik denk ook dat dat het minste Is wat nodig Is.
Tot slot nog een reactie In de richting van de heer Bilker. HIJ heeft gezegd dat In eer
dere Instantie op de maatschappelijke dienstverlening Is bezuinigd, waardoor het advies- en
Informatiewerk verdween. Ik denk dat dat In de eerste plaats een verantwoordelijkheid was van
de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden. Er Is een bezuiniging opgelegd. Ge
noemde stichting heeft de beslissing genomen die bezuiniging bij het advies- en Informatiewerk
te leggen. Een nieuw gegeven Is het rapport van de Commissie Armoedeproblematiek. Dat rapport
heeft gegevens opgeleverd waardoor het zonneklaar wordt dat een dergelijke voorziening In
Leeuwarden noodzakelijk Is. Dat Is een nieuwe situatie. Om die reden kan een vergelijking met
het advies- en Informatiewerk van 1988 eigenlijk niet worden gemaakt.
De heer IJestra: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie zal zich dit Jaar beperken tot
hoofdzaken. In het sociaal-cultureel werkveld tekenen zich fusieplannen af, bijvoorbeeld De
Blauwe Stoep en het Muziekinstituut. Een fusie die moet lelden tot een forse besparing. Ook
tussen 't Vliet en het JOL worden voorstellen ontwikkeld die moeten lelden tot een Intensieve
samenwerking, met als belangrijk aspect de continuïteit van het stedelijk Jeugd- en Jongeren
werk en de vraag hoe dat In de toekomst gestalte zal moeten krijgen. Ontwikkelingen die zich In
dit werkveld voordoen In Leeuwarden zijn belangrijk. Met belangstelling volgt mijn fractie
voornoemde ontwikkelingen.
De eigen bijdrage In de actlvlteltenkosten 1990. BIJ meerdere gelegenheden heeft het
stichtingsbestuur van 't Vliet kenbaar gemaakt dat het de gevraagde f 10.000,eigen bijdrage
niet redelijk vindt. De motleven zijn duidelijk. In de praktijk blijkt het voor 't Vliet
moeilijk te zijn continuïteit In de planning te houden wat betreft het leveren van diensten en
produkten. Dit geldt voor de hout- en metaal werkplaats. Mijn fractie heeft er begrip voor dat
't Vliet met randgroepjongeren werkt. Dat Is het probleem waardoor deze stichting niet vergele-