- 24 -
algemene zin heb gemaakt. Verder kan onze fractie daarmee Instemmen.
Ik kom dan nu bij de overlegcommissies. Daarover Is In de Commissie voor Algemene Zaken
gesproken. Ik heb de notulen van die vergadering er nog eens op nagelezen. De heer Den Oudsten
merkte toen op dat hij als raadslid wat vreemd zat In dergelijke commissies. Ik heb zelf gezegd
dat mij de status van die commissies wat onduidelijk voorkwam want die verschilt nogal eens. Nu
wordt In het voorliggende voorstel gezegd dat raadsleden eigenlijk niet meer In overlegcommis
sies zouden moeten zitten. Op zich kunnen wij die redenering wel volgen, maar wij krijgen wel
het Idee dat daarmee alle overlegcommissies op één hoop worden gegooid. Op dit moment zijn er
overlegcommissies die met name beogen overleg te hebben met een aantal belangenorganisaties. Nu
worden ook overlegcommissies voorgesteld die veel meer thematisch gericht zijn. Er zijn over
legcommissies om nieuw beleid gestalte te geven en daarmee de maatschappelijke betrokkenheid
bij het raadswerk Inhoud te geven. Ook zijn er over IegcommIssI es die voortborduren op wat be
staand beleid Is.
Kortom, wij hebben de Indruk dat alle overlegcommissies op één hoop worden gegooid. Ik kan
mij voorstellen dat je met name ook wat de samenstelling van de commissies betreft gaat diffe
rentiëren, dat je gaat kijken wat de desbetreffende overlegcommissie beoogt en hoe die samenge
steld zou moeten zijn. Is het wenselijk dat er In de ene overlegcommissie wel en In de andere
overlegcommissies geen raadsleden zitten? Deze aspecten moeten per overlegcommissie worden be
keken en dus niet allemaal op één grote hoop worden gegooid.
PAL vindt dat de overlegcommissies een mogelijkheid bieden aan de raad om op een gestruc
tureerde wijze met maatschappelijke organisaties van gedachten te kunnen wisselen. Dat element
vervalt In het voorliggende voorstel. Het wordt nu een overleg tussen het dagelijks bestuur
- het ambtelijk apparaat zou Je kunnen zeggen - en de organisaties die In de overlegcommissie
zitting hebben. Het element dat ook de raad, die dus straks op hoofdlijnen gaat besturen, over
legt - het gaat dan om raadsonderdelen - met dat soort organisaties vervalt In het voorstel zo
als dat nu voor ons ligt. Ik zou het college willen vragen daar nog eens goed over na te denken
en te zijner tijd met een gedifferentieerd voorstel te komen met betrekking tot de overlegcom
missies.
Over de vertegenwoordiging van nIet-raadsleden In raadsadvlescommlssfes wil Ik ook nog het
een en ander zeggen. In de raadsbrlef wordt voorgesteld daar niet toe over te gaan. De argumen
ten die worden genoemd zijn bekende argumenten. Er wordt nu aan toegevoegd dat het een soort
correctie Is op de verkiezingsuitslag. WIJ zijn het daar niet mee eens. De raadsadvlescommls
sfes beogen het werk In de gemeenteraad voor te bereiden. Het betekent ook naar ons Idee dat de
pluriformiteit die In de gemeenteraad In volledige samenstelling aanwezig Is ook feitelijk In
de raadsadvIescommIssIes aanwezig zou moeten zijn. Wat dat betreft vinden wij het wat mager om
te zeggen dat raadsleden die om de een of andere reden niet In de commissie vertegenwoordIgd
kunnen zijn een vervanger kunnen sturen naar de publieke tribune die dan In twee Instanties het
woord kan voeren. WIJ vinden het dan nog maar een hele kleine stap om te zeggen: laat zo'n
Iemand aan tafel gaan zitten en als deelnemer aan de vergadering meedoen.
Meestal Is het zo dat een raadsadv!escomm(ssIe een adviserende stem heeft en dat de porte
feuillehouder de koppen telt, dat wil zeggen welke fracties zijn voor en welke zijn tegen. Voor
de besluitvorming maakt het dus niets uit of er nu een raadslid zit of een nlet-raads11d. Met
name voor de kleine fracties, want daar zal het om gaan, maakt dat wel wat uit, want die hebben
dan In leder geval de mogelijkheid om hun stem te laten horen. Om die zienswijze enigszins
kracht bij te zetten heb Ik een motie geformuleerd die als volgt luidt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, In vergadering bijeen op 29 Januari 1990,
behandelende het voorstel tot wijziging van het commIsslesteI seI
overwegende dat:
- op dit moment reeds een verschuiving van het zwaartepunt van het raadswerk
valt te constateren naar de vergadering van de raadsadvlescommlssfes;
- deze verschuiving zich na de reorganisatie van het ambtelijk apparaat zal
voortzetten;
- de gemeenteraad steeds meer op hoofdlijnen zal gaan besturen;
- het voor het besturen op hoofdlijnen noodzakelijk Is dat elke fractie In
- 25 -
elke raadsadvfescommIsste vertegenwoordigd Is;
- deze vertegenwoordiging van fracties feitelijk niet altijd mogelijk Is;
- er geen formele belemmeringen bestaan om nlet-raadsieden In raadsadvles
commissies te benoemen,
bes lult:
1. gedurende een periode van twee Jaar bij wijze van proef de mogelijkheid
te scheppen voor fracties om nlet-raadsleden voor te stellen ter benoe
ming als lid van een raadsadvlescommIssIe en hierbij de volgende uitgangs
punten te hanteren:
a. als lid van een raadsadvlescommIssIe kunnen, op voordracht van een
fractie ook personen worden benoemd die niet tevens lid van de ge
meenteraad zijn;
b. per fractie wordt een nader te bepalen maximum gesteld aan het aantal
commissieleden dat geen raadslid Is;
c. als ltd van een raadsadvlescommIsste kunnen alleen personen worden be
noemd die als medewerker van de fractie werkzaam zijn, alsmede personen
wier namen voorkomen op de geldig verklaarde lijst van kandidaten voor
de laatst gehouden verkiezingen van de gemeenteraad,
2. het college van b. en w. op te dragen dit besluit op korte termijn nader
uit te werken In een voorstel aan de gemeenteraad."
De motie Is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot, de heer He Ins, en door de fractie
voorzitter van de GPV/RPF/SGP-fractle, de heer Rozema. (De Voorzitter: De motie Is voldoende
ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Mevrouw De Haan-Laagland: Mijnheer de voorzitter, na de discussie In de Commissie voor
Algemene Zaken wil Ik vanavond nog een paar opmerkingen maken.
Op de eerste bladzijde van de raadsbrlef staat: "Gesteld kan worden, dat het In 1986 aan
gepaste commIssleste!seI In grote lijnen zonder noemenswaardige problemen heeft gefunctioneerd.
Om die reden Is afgezien van een gedetailleerde evaluatie." In de Commissie voor Algemene Zaken
hebben wij al gezegd dat wat ons betreft dit er wat te gemakkelijk staat. Afgezien van de hele
discussie waar wij mee bezig zijn In het kader van de reorganisatie, die natuurlijk consequen
ties heeft voor het functioneren van de commissies, ligt de vraag namelijk niet voor hoe de
commissies de afgelopen Jaren hebben gefunctioneerd.
Ik kan mij herinneren dat de heer Den Oudsten In de commissie zet dat hij In Ieder geval
zo twee commissies kon noemen die naar zijn Idee slecht hebben gefunctioneerd. Deze zaak Is In
de Commissie voor Algemene Zaken aan de orde geweest. Het ging In dat geval om overlegcommis
sies. De geciteerde zin staat dus nog steeds In de raadsbrlef. Daarmee wil Ik maar zeggen dat
het eigenlijk Jammer Is dat wij niet, al was het maar In grote lijnen, geëvalueerd hebben In de
commissies zoals die er zijn.
In leder geval wil Ik mij aansluiten bij de opmerking van de heer Meerdlnk dat de positie
van overlegcommissies een wat aparte positie Is. Het punt Is bij ons niet aan de orde of In de
overlegcommissies wel of geen raadsleden moeten zitten. Het gaat ons erom wat van overlegcom
missies wordt verwacht en wat hun taak zou moeten zijn. Wat dat betreft zou Ik graag willen dat
er nog een keer apart wordt gekeken naar de functie en de taakomschrijving van overIegcommIs-
sles. Het kan namelijk ook voorkomen dat, als daar een aantal belangengroeperingen In zitten
die bijvoorbeeld te vrijblijvend gaan functioneren, het een commissie wordt die afwacht waar b.
en w. mee komen. Ik denk dat dat niet de bedoeling Is, In leder geval op een aantal punten
niet. (Mefrou Westra: Ik fyn It wat frjemd dat JImme stzze: Lit us nochrls goed sjen nel de
taak en de funksje fan dy oerlIskommlsjes en op foarhan al slzze dat de gearstalltng dêrfan wol
sa wêze kin dat der gjIn rfedsleden yn sltte. As de funksje fan In oerlfskommlsje bygelyks ut-
wlkseljen wêze soe, "feeling" halde tusken de polItyk en It maatsklpllke fjlld, dan Is dochs
efnllks op foarhan net te slzzen dat It "feeling" halden foldwaande wêze soe as It kolleezje
dat docht. Dêr kin de ried dochs ek altyd noch In kar yn mettsje?)