- 26 -
Mfjn fractie heeft destijds ook gezegd dat de positie van een raadslid In zo'n commissie
duidelijk moet zijn. Praat Je mee als lid van de commissie of zit Je daar om te horen wat er
aan de hand Is? WIJ hebben voor die laatste Invulling gekozen. Volgens mij kan dat ook het bes
te functioneren als Iedere fractie daar een vaste toehoorder benoemt, want dan Is In leder
geval je positie als raadslid duidelijk. Dan doe Je namelijk niet mee aan het bepalen van een
standpunt - dat doe Je In de raad maar Je weet wel wat er aan de hand Is en Je hebt ook de
discussie meegemaakt. In die zin zeggen wij dat dat standpunt voor ons helder Is. WIJ kiezen
voor een vorm van het In de commissie zitten als toehoorder, waarbij Ik denk dat het handig Is
af te spreken dat Iedere fractie voor een bepaalde commissie Iemand aanwijst die er voor zorgt
dat alle Informatie In de fractie aanwezig Is. Je krijgt natuurlijk een rare toestand wanneer
ledereen die maar zin heeft naar zo'n vergadering gaat. Goed, dat Is een uttwerktngsprobleem.
Dit Is een pleidooi om daar nog eens naar te kijken. Misschien kan In het kader van de werkwij
ze van de commissie zoals wij daar zojuist In het Seniorenconvent over gepraat hebben deze zaak
opnieuw aan de orde komen. Het betekent wel dat wij wat betreft de overlegcommissies een slag
om de arm houden over de vraag welke er nou precies wel en welke er nou precies nfet moeten
komen totdat die discussie ook helemaal Is afgerond.
Een ander punt waar Ik op In wil gaan Is het verhaal op bladzijde 6 van de raadsbrlef over
de mogelijkheid voor fractieassistenten, schaduwfractlel eden en steunfractleleden om als vol
waardig lid te kunnen deelnemen aan vergaderIngen van raadsadvlescommlssles. WIJ hebben daar In
onze fractie uitvoerig over gediscussieerd, maar wij zijn het niet eens geworden. De fractie Is
verdeeld, wij hebben elkaar niet kunnen overtuigen. Dat betekent dat er vanuit onze fractie
twee standpunten liggen. Ik zal In leder geval het standpunt van de meerderheid van onze frac
tie verwoorden en het minderheidsstandpunt zoveel mogelijk proberen mee te nemen.
De meerderheid van onze fractie vindt dat het voorstel van het college gevolgd zal moeten
worden. Daarvoor hebben wij twee argumenten. Het ene argument Is formeel van aard. Een raadsad-
viescommissie Is een commissie voor en uit de raad. In zo'n commissie zitten raadsleden, geko
zen mensen met een politieke verantwoordelfjkhefd waarop zij ook aangesproken moeten kunnen
worden zowel door hun eigen partijleden als vooral ook door mensen In de stad. Dat Is een heel
heldere en- duidelijke manier om aan te geven wie verantwoordelijk zijn voor welke besluiten.
Het lijkt mij een goede zaak om die helderheid te handhaven.
Het andere argument Is van meer materiële aard. Ik kan mij vreselijk goed voorstellen dat,
als Je als eenling namens een partij In de raad zit, het bijna onmogelijk Is om vergaderIngen
van alle raadsadvtescommfsles op een goede manier bij te wonen, voor te bereiden en daarover
standpunten In te nemen. Ook kan Ik mij goed voorstellen - Ik denk dat Ik dat zelf ook zou doen
als Ik In zo'n positie zou zitten - dat je probeert om steunfractleleden erbij te betrekken en
zo mogelijk mee te laten helpen het voorbereidende werk te doen, ook In commissies. De vraag Is
alleen of dat op dit moment mogelijk Is en of dat op een goede manier mogelijk Is. De meerder
heid van mijn fractie vindt dat de mogelijkheden zoals die er nu zijn fractieleden - ook steun-
frac"l"'®leden - In staat stellen op een volwaardige manter In een commissie mee te laten pra
ten.
Ik kom dan tegelfjkertfjd op een punt In de raadsbrlef dat, als Je erover nadenkt, eigen
lijk te gek Is om los te lopen. Er staat namelijk dat de mogelijkheid wordt verruimd zodat com
missieleden - dus ook mensen van politieke partijen - In tweede rondes mogen Inspreken. Uit de
reglementen blijkt dat dat ook de afgelopen vier Jaar mogelijk had moeten zijn. Ik heb het
reglement van orde voor de commissies er nog eens op nagelezen. In artikel 9, dat gaat over het
horen van belanghebbenden, staat dat belanghebbenden In twee Instanties het woord mogen voeren
bij de behandeling van het desbetreffende onderwerp en dat de gelegenheid daartoe hun wordt
gegeven door de voorzitter voor de Instantie waarin de leden van de commissie van gedachten
wisselen over het aan de orde zijnde agendapunt. Het blijkt dus dat de afgelopen vier jaar In-
spreekrecht In twee Instanties mogelijk had moeten zijn. In een aantal commissies Is dat wel
gebeurd - sommige mensen wisten dus hoe de regels waren -, maar In een aantal commissies ook
niet en dat Is eigenlijk te gek om los te lopen. In Ieder geval Is het duidelijk dat In de
komende periode het Inspreekrecht In twee Instanties voor ledereen geldt. Onzes Inziens kan dan
elk lid van de commissie maar ook belangstellenden In voldoende mate meedoen aan de discussie.
Laten wij vooral niet de Indruk wekken alsof wij het plezierig zouden vinden als kleine frac
ties In commissies minder functioneren dan andere fracties, want dat Is absoluut niet het ge
- 27 -
val. Het Is alleen maar belangrijk dat fracties goed voorbereid In de commissies zitten en
uitgesproken standpunten hebben.
De meerderheid van mijn fractie Is dus van mening dat de mogelijkheden materieel aanwezig
zijn voor Iedere fractie om daar mensen te hebben zitten die voorbereTd de discussie volgen en
de standpunten Inbrengen. Dat betekent dat er ook een minderheid Is In onze fractie die het
eens Is met de argumenten zoals door PAL naar voren zijn gebracht. Ik kom dan op de Ingediende
motie, waarover Ik een paar vragen heb.
In een van de overwegingen staat dat de vertegenwoordiging van fracties - het gaat dan
over vertegenwoordiging In elke raadsadvlescommlssle - feitelijk niet altijd mogelijk Is.
Volgens mtj Is het feitelijk wel mogelijk, In die zin dat het In het kader van de onderhande
lingen altijd wordt geregeld hoe commissies worden Ingedeeld. Daar wordt altijd principieel ge
kozen voor het feit dat Iedere fractie In Iedere commissie een zetel kan hebben. Ik vind dat
terecht en dat moet ook zo blijven. Wat PAL waarschijnlijk met deze overweging bedoelt Is dat
een en ander praktisch niet In te vullen Is met zittende of gekozen raadsleden.
Een ander punt Is dat mij de argumenten wat onduidelijk zijn op grond waarvan er gekozen
wordt voor een proef. Ik kan mij voorstellen dat, als Je vindt dat het een goede zaak Is, dat
systeem moet worden Ingevoerd en dat, als je dat geen goede zaak vfndt, Je tegen Invoering
daarvan bent. Het Is mtj onduidelijk waarom er gekozen wordt voor een proef.
Het volgende punt Is dat de motie vraagt voor kleine fracties om de mogelijkheden te ver
ruimen, hoewel dat aspect daarin eigenlijk niet voorkomt. Voor een deel Is er al een Invulling
gegeven hoe dat dan zou kunnen. In onze fractie Is zeer nadrukkelijk gepraat over de vraag of
er wel of geen mogelijkheden moeten zijn voor kleine fracties, terwijl In de motie staat dat In
principe voor elke fractie de mogelijkheid moet worden geschapen om extra leden aan te wijzen.
Later zal dan gekeken worden hoe Je dat kunt Indelen. WIJ hebben In onze fractie gepraat over
het principe of Je die mogelijkheid wel of niet toestaat en zo Ja, laat het college komen met
een voorstel om dat uit te werken. In die zin zou een minderheid van onze fractie met dat
standpunt mee kunnen gaan. De opmerking In de motte dat In principe nIet-raadsleden lid mogen
zijn en dat dat dan later nader wordt uitgewerkt - dat gebeurt trouwens nu ook al In de motie -
gaat een aantal leden van onze fractie te ver. Ik zou de PAL-fractle willen vragen of zij dat
op die manier wel of niet Invult. In tweede Instantie zal Ik daar dan verder op reageren.
De heer Koopmans: Voorzitter, mijn fractie kan In grote lijnen Instemmen met datgene wat
hier wordt voorgesteld. WIJ wachten het voorstel omtrent de werkwijze van commissies enz. af.
In hoeverre dat voorstel aanleiding zal zijn om toch nog wijzigingen In de hier neergelegde
structuur aan te brengen zien wij dan wel. Wat betreft de bemensing van de commissies zijn wij
het eens met het standpunt zoals dat Is verwoord door de meerderheid van het college. De argu
mentatie Is trouwens ook ter sprake gekomen In de Commissie voor Algemene Zaken. Aan de door de
PAL-fractle Ingediende motie hebben wij geen behoefte.
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, mijn fractie gaat ook akkoord met de formele wij
ziging van het commIssleste I seImet uitzondering van het slot van de raadsbrlef. Inhoudelijke
zaken zullen binnenkort nog wel aan de orde komen. Daar wil Ik nu dan ook niet over spreken.
Aanpassing van het huidige stel se I/systeem aan de reorganisatie van het ambtelijk apparaat
lijkt mij Inderdaad een noodzaak.
Wat betreft de mogelIjkheld om fractieassistenten op te nemen In raadsadvlescommlssles
verwijs Ik naar de Ingediende motie en naar de argumenten die daarbij naar voren zijn gebracht
die Ik ook In de Commissie voor Algemene Zaken ruim heb verdedigd.
Akkoord met dit voorstel, afgezien van de passage op de bladzijden 6 en 7 over de moge
lijkheid voor fractieassistenten.
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, wat betreft de opmerking van mevrouw De Haan over
de Invulling van de overlegcommissies en de positie van de raadsleden daarin ben Ik met haar
van mening dat wij daar nog een keer In de Commissie voor Algemene Zaken over moeten praten.