- 28 -
De motie van de PAL-fractle. In het verlengde van datgene wat Ik In de Commfsste voor Al
gemene Zaken heb gezegd Is mijn fractie van mening dat wij het daarin gestelde niet moeten
doen. WIJ ondersteunen de motie dan ook niet.
De Voorzitter: Het Is misschien goed te memoreren wat er tijdens de pauze In het Senioren
convent Is afgesproken. Het levert wat problemen op om op korte termijn een compleet voorstel
te doen over de Inhoudelijke werkwijze. Er Is wat dat betreft sprake van een capaciteitspro
bleem. Het apparaat wordt overruled door de reorganisatie. WIJ hebben afgesproken dat er op zo
kort mogelijke termijn een aantal stellingen wordt geformuleerd en dat op 1 maart a.s. 's mor
gens om negen uur In een vergadering van de Commfssfe voor Algemene Zaken - wij noemen het een
meningsvormende of als u dat wilt brainstormende bijeenkomst - wordt gesproken over deze stel
lingen. WIJ gaan daarbij nadrukkelijk tegen de niet In de Commissie voor Algemene Zaken zit
tende raadsleden zeggen dat zij, als zij belangstelling en de gelegenheid hebben, aan dit
gesprek kunnen deelnemen, evenals dat momenteel In de Commissie voor de Financiën gebeurt.
Aan de hand van deze bijeenkomst en de uitkomsten daarvan zal vervolgens een uiterste
poging worden ondernomen om nog voor 1 mei een stuk op tafel te leggen waarin op de Inhoudelij
ke werkwijze wordt Ingegaan, zodat wij per die datum de zaak rond hebben. Enfin, u zult begrij
pen dat er op het ogenblik sprake Is van een opstapeling van werkzaamheden zeker naargelang de
datum van 1 maart nadert. Dat Is ook een heel cruciale datum die wij geprikt hebben In gemeen
overleg. Het Is het moment waarop ledereen denkt dat er 's nachts om 00.00 uur tets geheel
anders gaat gebeuren. Ik zeg steeds: Jongens, wij gaan gewoon de volgende dag weer normaal op
onze stoel zitten en aan het werk. Alleen de dienst waar een leder bij werkt Is wellicht van
naam veranderd. Er ontstaat op een gegeven moment een sfeer van dat er tussen 28 februari 24.00
uur en 1 maart 00.00 uur een wereld van verschil zit, maar het Is precfes hetzelfde moment.
Zoals gezegd Is dit de procedurelIJn die wij hebben afgesproken.
De heer Meerdtnk heeft het gehad over de overlegcommissies. HIJ vindt het niet zo logisch
dat raadsleden daar niet meer In zitten. Bovendien vindt hij dat alles op één hoop wordt ge
veegd. Ik moet u erop wijzen dat het hele veld van gemeentelijke activiteiten Is afgedekt met
raadsadvlescommIssIes. Politiek Leeuwarden heeft over het totale veld van gemeentelijke activi
teiten een politieke Ingang door zijn participatie In de raadsadvfescommIssles
Wat de overlegcommissies betreft hebben wij gesuggereerd - mevrouw De Haan heeft dat
onderschreven - om de bemensing daarvan te doen bestaan uit nIet-raadsleden. Dat sluit ook aan
bij de filosofie die In de nota Wie vertegenwoordigt de gemeente In particuliere organisaties?
ligt opgesloten. U vindt het niet met zoveel woorden daarin terug, maar de hele tendens van die
nota gaat In die richting. Wel hebben wij gezegd, ook conform wat als opmerking Is geplaatst,
dat een toehoordersschap van raadsleden zonder meer verzekerd moet kunnen zijn en dat bovendien
die commissies In het openbaar moeten vergaderen zodat voor ledereen waarneembaar Is wat daar
besproken wordt. WIJ denken dat op die manier voldoende tegemoet Is gekomen aan de eisen die
aan een dergelijke overlegcommissie gesteld moeten worden. Mevrouw De Haan heeft In dit verband
gevraagd om nog eens afzonderlijk te kijken naar de functie en de taakomschrijving. Ik kan mij
goed voorstellen dat wij daar nog eens bij stilstaan, omdat Je dan misschien nog een zekere
specificatie per commissie gestalte kunt geven.
Mevrouw De Haan heeft gesproken over een zinsnede fn de aanhef van de raadsbrtef dat het
commIssIesteI seI goed heeft gefunctioneerd. ZIJ heeft ook gezegd dat haar fractiegenoot Den
Oudsten twee commissies heeft genoemd dIe sIecht hebben gefunctioneerd. Dat zijn dan wel over
legcommissies, terwijl bij het concipiëren van deze raadsbrtef vooral Is gedacht aan de raads
advlescomm Iss les, want dat Is de principiële wijziging die wij vier Jaar geleden met elkaar
hebben gemaakt. U weet dat toen het onderscheid bestond tussen raadsadvtescommfssfe en commis
sie van advies en bijstand. De ene commissie vergaderde wel openbaar en de andere niet. WIJ
hebben dat allemaal op één hoop geveegd en gezegd dat de raad communiceert vla raadsadvfescom-
mlssfes die per definitie In het openbaar vergaderen. WIJ hebben de Indruk dat fn elk geval dat-
systeem goed heeft gefunctioneerd. Ik geef mij terstond gewonnen als gezegd wordt dat er nog
veel meer commissies zijn waar best wat kanttekeningen bij zijn te plaatsen.
Overigens heeft mevrouw De Haan tegelijkertijd gezegd - Ik sluit mij daar graag bij aan -
dat wij door de reorganisatie In een dusdanig andere situatie terechtkomen dat het zaak Is om
- 29 -
te kijken hoe daar met het commIsslesteI se I zo goed mogelijk op Ingespeeld kan worden.
De kleine fracties hebben gepleit om door middel van fractieassistenten, steunfractlele-
den, leden die op de kandidatenlijst staan de gelegenheid te mogen hebben om In allerlei com
missoriaal overleg te participeren. U hebt In de raadsbrtef kunnen lezen dat de meerderheid van
het college daar geen voorstander van Is om een aantal redenen waarvan Ik mij helemaal kan
scharen achter de formulering die mevrouw De Haan heeft aangegeven. Er Is een heel eigen ver
antwoorde! I Jkheld van een raadslid dat daartoe ook wordt geïnstalleerd. Er Is een mogelijkheid
om toch op een andere manier te part I cl peren/het woord te voeren In de commissies. Het komt ons
voor dat op die manier voldoende tegemoet wordt gekomen - wij hebben nog een paar maatregelen
voorgesteld die verder ook niet weersproken zijn - aan de wens om In leder geval een stuk con
tinuïteit In het meepraten te bewerkstelligen. Het college heeft dan In meerderheid ook geen
behoefte om Iets af te doen aan het voorliggende voorstel. Mevrouw Vltetstra heeft daar een
andere mening over, zo hebt u kunnen lezen. Mevrouw De Haan heeft daar ook het een en ander van
gezegd.
De ontdekking van mevrouw De Haan dat de commissies reeds nu In twee Instanties moeten
laten Inspreken moet Ik mij aantrekken, want Ik ben altijd zeer consequent uitgegaan van de
regel dat Inspreken maar één keer mocht. Gelukkig heb Ik geen commissies waar de Inspraak welig
rond tiert, zodat de schade die daardoor de afgelopen maanden en Jaren Is aangericht beperkt Is
gebleven. Het Is altijd fijn dat, als het om schade gaat, je kunt zeggen dat die beperkt Is
gebleven. WIJ hebben dezer dagen nog kunnen bespeuren dat dat weieens anders uitpakt. Niettemin
kan Ik u met de hand op mijn hart en zelfs zonder dat gebaar te maken verzekeren dat Ik mij
terstond weer zal gaan buigen over de Inhoud van het reglement van orde voor de commissies en
mij zal voegen naar de regeling zoals die Is vastgesteld. Ik ben niet van plan om een Inhaalbe-
letd te voeren In die zin dat Ik dat ga compenseren door er een derde ronde aan toe te voegen.
Ik ben van mening dat wij op deze wijze de mogelijkheid van Inspraak een behoorlijke omvang
geven
Het komt mij voor dat Ik hiermee alle opmerkingen de revue heb laten passeren. Mocht dat
niet zo zijn dan verneem Ik dat In tweede termijn wel. Wie wenst In tweede termijn het woord?
Ik neem aan dat de heer Meerdtnk het woord sowieso wenst, want hij heeft een aantal vragen
toeges pee Id gekregen
De heer Meerdlnk: Wat betreft de overlegcommissies begrijp Ik uit de woorden van de vooi
zltter dat het voorstel zoals dat er nu ligt Inhoudelijk nog onderbouwd zal worden en dat bo
vendien de mogelijkheid van differentiatie daarin wordt geboden. WIJ moeten dat voorstel maar
afwachten, waarna wij er opnieuw over zullen gaan praten.
Dan de door ons Ingediende motte. Ik vind het Jammer dat de minderheid In de PvdA-fractfe
de meerderheid niet heeft kunnen overtuigen. Een dergelijke ervaring hebben wij ook weieens met
een aantal fracties In de gemeenteraad en dat Is niet altijd even leuk. Wat Ik wel vind Is dat
de argumenten die Ik nu hoor bekende argumenten zijn. Van sommige fracties hoor Ik helemaal
geen argumenten, die zeggen alleen dat zij tegen zijn en dat zij geen behoefte hebben aan de
motte. Dan kan Je natuurlijk ook nauwelijks meer discussiëren. (De heer Ten Hoeve: Bekende
argumenten hoeven geen verkeerde argumenten te zijn!) Heb Ik dat beweerd? (De heer Ten Hoeve:
Nou dat lijkt we! een beetje zo, omdat u zegt dat Je nauwelijks meer kunt discussiëren.) Die
bekende argumenten overtuigen mij dus niet van het tegendeel. Dat wil Ik In leder geval naar
voren brengen. Op zich kan herhaling geen kwaad. Er Is ook een spreekwoord dat zegt dat
herhaling op zich best een keer op z'n plaats kan zijn. Dat miste Ik deze keer. (De heer Koop-
mans: Soms helpt dat niet.) Nee, maar Je kunt het allicht proberen. Ik vind het Jammer dat u
meteen de moed al opgeeft.
Even naar de Inhoud van de motie toe. Ik wil voorstellen de zaak van de andere kant te
bekijken. Wat zijn de formele en Inhoudelijke bezwaren om met name kleine fracties de moge
lijkheid te bieden om ook nIet-raadsleden voor te dragen om In commissies te gaan zitten?
Eigenlijk zijn die bezwaren er niet, behalve dan dat Je zegt dat de verkiezingsuitslag een
ander beeld heeft opgeleverd. Als argument kan Je daar weer tegenover zetten dat wij als raad
een nieuwe fase Ingaan. De reorganisatie komt eraan, wat ook een argument kan zijn om het toch
eens op een andere manter te gaan proberen. De raad moet op hoofdlijnen gaan besturen. Het Is