- 16 - maar dat hangt een beetje af van de wijze waarop die schets wordt opgezet. De heer He Ins heeft ook gepleit voor meer actie om goedkope woningen In de bestaande wonIngvoorraad vrij te krijgen voor de mensen die daar het meest voor In aanmerking komen. Ik ben dat op zich zelf wel met de heer Helns eens, want dat Is In wezen ook de lijn die In de voorliggende nota zit. Onze middelen zijn echter beperkt. In het woningtoewijzingsbeleid, met alle uitvoeringsproblemen die dat met zich meebrengt, Is dat ook een van de Instrumenten die wij hanteren. Er Is een afgrendeling van de goedkope wonIngvoorraad voor mensen met een hoog Inkomen, maar dan hebben wij het natuurlijk wel over nieuwe situaties. In nieuwe situaties kun nen wij namelijk sturen, In bestaande situaties kunnen wij dat nauwelijks als gemeente want daar hebben wij rijks Instrumenten voor nodig om dat te kunnen realIseren. De Inzet Is echter niet een andere dan die welke de heer Helns naar voren heeft gebracht. De heer Helns wil graag de taakstelling jaarlijks toetsen. Ik heb dat In eerste Instantie ook al aangegeven en bovendien staat daar ook Iets over In de nota. Wat betreft de drie voor waarden Is er volgens mij wel verschil In belang. Zelfs al zouden wij moeten constateren dat er niet genoeg banen zijn In Leeuwarden voor met name Jongeren, dan moet dat volgens mij nog geen uitsluitsel betekenen van een woonrecht voor die Jongeren. Is die woningnood er en hebben die Jongeren geen baan, dan Is de lijn van onze gemeente niet: Er zijn nfet genoeg banen In de aan bieding, dus u mag hier niet wonen. Zo ver zou Ik niet willen gaan. Het zijn echter wel elemen ten die wij van belang vinden voor de vraag hoeveel woningen wij moeten gaan realiseren. Deze zaak moet niet eenduidig en strikt geïnterpreteerd worden, het Is meer een combinatie van ele menten. Met name het suburbanIsatle-verhaaIde taakstelling en het beleid van de provincie, zijn daarin essentieel. Tegen mevrouw Van Ulzen wil Ik zeggen dat het college niet van mening Is dat wij betutte lend over de wijze van Inspreken van de woonconsumenten wensen bezig te zijn. Dat Is duidelijk. WIJ hoeven niet te vertellen dat zij op die en die wijze moeten Inspreken. Het Is vind Ik even wel te simpel om te zeggen dat de gemeente geen taak heeft In de relatie tot de verhuurders, of dat nu corporaties zijn of andere verhuurders. Ik constateer gewoon dat het van groot belang kan zijn dat de gemeente In de afspraken die zij maakt, als het bijvoorbeeld gaat om contlngen- terIng of om het toezicht op corporaties, ervoor zorgt dat woonconsumenten In de relatie tot de verhuurder een goede plek krijgen. Dat Is een verantwoordelfjkheld van de gemeente. Ik denk echter dat Je ook niet kunt zeggen dat wij als enige partij voor alles wat de woonconsumenten aangaat verantwoordelijk zijn. Zo ver gaat het niet, maar het Is ook niet zo dat alleen de woonconsumenten daar voor verantwoordelIjk zijn. Onze positie Is er een die dat niet mogelijk maakt. Tot slot. Andere Inzichten kunnen er komen maar dan moeten die wel, willen die tot resultaat lelden, gedeeld worden door de meerderheid van de raad. De Voorzitter: Aan de orde Is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met Inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punten 7 tot en met 10 (bijlagen nrs. 35, 27, 40 en 38). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 11 (bijlage nr. 39). De Voorzitter: Aan de orde Is Vaststellen Verdeel bes lult Fonds podiumkunst 1990. De heer Herrema: Mijnheer de voorzitter, In de eerste plaats wil Ik opmerken dat wij heel blij zijn met de aanpassing van de raadsbrlef In het voordeel van de Stichting Mlddelsee Jazz- - 17 - treffen waardoor er wat meer financiële armslag komt voor dit gebeuren. Onze fractie Is een voorstander van het versterken van het festlval gebeuren In onze stad, niet alleen uit het belang van culturele evenementen maar ook uit het belang van de versterking van de culturele Identiteit van een stad als Leeuwarden. In de tweede plaats wil Ik een opmerking maken over de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof voor de subsidiëring van de kamermuziekconcerten. In de commissie hebben wij al gezegd dat wij daarop terug zouden willen komen. De vraag Is toen aan de orde geweest of het herenakkoord aanleiding zou moeten geven voor het heroverwegen van het besluit tot stopzetting van de subsidie aan de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof. Door het herenakkoord Is een teruggang te zien In het aanbod van klassieke muziek. Voortzetting van de gemeentelijke lijn zoals die al voor het herenakkoord Is Ingezet zou betekenen dat In teder geval niet gega randeerd Is dat het aanbod vanuit de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof gecontinu eerd kan worden, althans die garantie hebben wij niet bij voorbaat als wij de subsidie stopzet ten. Gelet op het herenakkoord Is er volgens ons reden om de beleidslijn die wij een tijd gele den hebben Ingezet terug te draalen en de subsidie aan de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof te handhaven op het niveau van 1989. WIJ hebben daarvoor een motie gemaakt die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, In vergadering bijeen op 29 januari 1990, overwegende dat: - door het herenakkoord het aanbod van klassieke muziekuitvoeringen In Leeuwar den vermindert; - ook gemeentelijk gekeken moet worden hoe de gevolgen van het herenakkoord opge vangen kunnen worden; - stopzetting van de subsidiëring van de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof voor de programmerIng van kamermuziekconcerten onvoldoende de continuïteit van dit aanbod garandeert, spreekt uit dat het besluit tot beëindiging van de subsidie aan de Vereniging voor Vrienden van het Prlncessehof niet uitgevoerd moet worden, besluit de subsidie voor de vereniging te handhaven op het niveau van 1989, te weten f 4.100, De motie Is mede-ondertekend door de heer Bilker van het CDA. (De Voorzitter: De motte Is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen») WIJ zien In leder geval genoeg reden om genoemde lijn te verlaten en wel tot subsidiëring van deze activiteit, die een kwalitatief goed aanbod qua klassieke muziek In Leeuwarden te bieden heeft, over te gaan. Wat betreft de financiering denken wij aan de nog resterende ruimte die In wezen Inciden teel ontstaat door het wegvallen van de Stichting De Ruimte. Dat betekent op dit moment dat er wellicht - Ik hoor daar direct graag Iets over van de wethouder - binnen het Fonds podiumkunst dekking gevonden kan worden. Wel moet In leder geval worden geconstateerd dat door het terugdraaien van bedoeld besluit er zeker volgend Jaar een zekere spanning zal kunnen ontstaan met betrekking tot de totale aanvragen van het fonds. Daar willen wij op dit moment nog geen uitspraken over doen. De volgende keer moeten wij heel nadrukkelijk stil gaan staan bij de vraag welke keuzes gemaakt moeten worden. Dan hebben wij ook het beeld van de concrete Invulling van de Westerkerk erbij zodat ook de afweging tussen die twee zaken kan plaatsvinden. De heer Meerdfnk: Ik wil beginnen met te kijken naar de stand van het Fonds podiumkunst. Tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling Is daar ook over gesproken en Ik zal daar nu niet op terugkomen. Wel kunnen er een paar zaken worden geconstateerd. In de eerste plaats - de heer Herrema heeft daar ook op gewezen - Is het zo dat het aanbod

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 9