- 12 -
Mevrouw De Haan-Laagland: Mijnheer de voorzitter, de vraag of wij als gemeente een beleid
Inzake apartheid willen voeren Is al Jaren geleden door de meerderheid van deze raad met Ja be
antwoord. Over de Invulling van dat beleid Is zeer uitvoerig gediscussieerd, waarbij de vraag
hoever Je daar als gemeentebestuur In mag gaan steeds een belangrijke rol speelde. Met "mag
gaan" bedoel Ik hoeveel ruimte de landelijke overheid gemeentebesturen laat om een dergelijk
beleid te voeren.
WIJ hebben een lijn gekozen om maatregelen zo te formuleren dat ze niet voor vernietiging
voorgedragen konden worden, maar wel een zo groot mogelijk effect zouden kunnen hebben. Naar
onze mening ligt ons beleid tn het verlengde van het landelijk sanctiebeleid en beperken de
maatregelen zich tot onze hulshouding. WIJ voeren geen boycotbeleid maar een voorkeursbeleid.
Ons raadsbesluit Is voor zover Ik weet ook niet geschorst of voor vernietiging voorgedragen.
Ondanks dat Is de discussie op dit punt weer actueel geworden en zijn de meningen ver
deeld. In Binnenlands Bestuur van Januari bleek dat nog eens duidelijk. Professor Verkruisen,
hoogleraar staats- en bestuursrecht In Rotterdam, betoogt dat LOTA-gemeenten In hun recht staan
met hun voorkeursbeleid, terwijl professor ElzInga, hoogleraar staatsrecht In Groningen,
voorkeursbeleid strijdig vindt met de wet.
Gelukkig hebben de gemeenten dte een antl-apartheldsbeleld voeren zich georganIseerd In
LOTA. Dat betekent dat wij niet als Indlvtduele gemeenten deze strtjd met het rijk aan hoeven
te gaan, maar dat er een organisatie Is waar het rijk mee moet overleggen en waar het naar mijn
gevoel ook niet omheen kan. LOTA, waar wij lid van zijn - dat Is ook een bewuste keuze van de
raad geweest In het kader van het antl-apartheldsbeleld -, zal deze strijd verder moeten uit
vechten met het rijk. Naar mijn Idee Is de ruimte daarvoor ook geboden.
LOTA vraagt nu aan de aangesloten gemeenten om op één lijn te komen. Mijnheer de voorzit
ter, wij denken dat het solidair zijn met de andere LOTA-gemeenten en nu te kiezen voor de
LOTA-voorstellen de enige weg Is om te bereiken dat het recht op een eigen gemeentelijk voor
keursbeleid wordt erkend door het rijk. WIJ gaan daarom ook akkoord met deze raadsbrlef.
Intussen staan de ontwikkelingen In Zuld-Afrlka niet stil. De regering In Zuld-Afrlka
heeft, na Jarenlange druk vanuit Zuld-Afrlka zelf maar ook van bulten af, door het vrijlaten
van Mandela en door het niet meer verbieden van het ANC aangegeven te willen komen tot onder
handelingen. Ogenblikkelijk komt de vraag naar voren of wij ons beleid Inzake antl-apartheld
niet moeten bijstellen. De geluiden uit Zuld-Afrlka zelf - Ik verwijs naar Mandela, maar ook
naar de recente uitspraken van bijvoorbeeld Tutu en anderen en geluiden van deskundigen daar
buiten, zijn op dit punt zeer helder. Juist nu Is het belangrijk de druk op de regering van
Zuld-Afrlka vast te houden, net zolang tot de apartheid In Zuld-Afrlka niet meer bestaat en uit
de Grondwet Is geschrapt.
Ik sprake zojuist over de vrijlating van Nelson Mandela. Net als Iedereen waren ook wij
zeer verheugd over deze gebeurtenis. In die blijdschap past naar ons Idee ook het voorstel van
het college - Ik neem de vrijheid om agendapunt 15a hier direct maar bij te betrekken - om een
cadeau aan te bieden In de vorm van een eenmalige bijdrage van f 1.000, WIJ gaan daar graag
mee akkoord.
Overigens Is In de Commissie voor WelzIJnsaangelegenheden, waar dit voorstel Is besproken,
ook de suggestie gedaan een straat of een plein naar Nelson Mandela te vernoemen. WIJ zijn er
van overtuigd dat de antl-apartheldsstrljd leeft In Leeuwarden en dat de naam van Nelson Man
dela daar zeer aan verbonden Is, hoe badinerend een regionaal dagblad daar ook over doet. Het
Is dan ook een goed Idee om een straat naar Nelson Mandela te vernoemen. WIJ hebben begrepen
dat In de TransvaalwIjk twee straten komen die een nieuwe naam moeten krijgen en wij willen het
college vragen tenminste één van die straten te vernoemen naar Nelson Mandela.
Ik wil het hierbij In eerste Instantie laten.
De heer Koopmans: Voorzitter, wij hebben In de Commissie voor Algemene Zaken nogal uitge
breid gesproken over dit voorstel. Toch nog een enkele opmerking.
Reeds Jarenlang probeert onze gemeente een bijdrage te leveren aan een beleid dat erop Is
gericht om tot afschaffing van de apartheid te komen. In de raadsbrlef wordt daarvan een opsom
ming gegeven. Probleem daarbij Is dat de beleidsruimte voor de gemeentelijke overheden uiterst
beperkt Is. Ook vanavond staat de vraag centraal hoe ver de gemeente op dit terrein kan gaan.
- 13 -
De voorstellen van LOTA gaan naar de mening van het college te ver. Naar verwachting
zullen besluiten als door LOTA voorgesteld door het koninklijk schorslngs- en vernletlglngs-
recht worden getroffen. Daarover zijn de betrokken bewindslieden, Dales en Van den Broek, dul-
del Ijk.
Het college stelt nu voor het door LOTA voorgestelde voorkeursbei eld op een bepaalde wijze
te benaderen. BIJ het aankoopbeleid zal naast de criteria prijs, kwaliteit en service nog een
criterium worden gehanteerd namelijk het zogenaamde antl-apartheldscrIterIurn. Dat laatste cri
terium wordt gehanteerd nadat het op basis van de drie andere criteria niet tot een aankoop-
besluit heeft kunnen lelden.
In de praktijk zal het naar onze mening ertoe lelden dat de waarde van de besluitvorming
op die wijze met name moet worden gezien In de signaalfunctie van een dergelijk besluit. Van
een dergelijk besluit kan een signaal uitgaan naar de Zuldafrlkaanse regering, naar de bedrij
ven waartegen het besluit zich richt en naar de burgers van Leeuwarden. Bovendien wordt door
een dergelijk besluit de ruimte die er Is voor de gemeentebesturen afgetast. Terecht spreekt
het college dan ook van een herbevestiging van bestaand beleid.
Onze fractie kan zich In deze stelllngname vinden. WIJ denken dat daarmee gelet op het
rijksbeleid ter zake voor de gemeente de grens Is bereikt. Natuurlijk, voorzitter, Is het niet
uitgesloten dat In de praktijk op basis van de genoemde criteria het voorkeursbeleid kan worden
toegepast. Mijn vraag In dat verband Is of de gemeente over Instrumenten beschikt om ter zake
de Juiste beslissing te nemen. Het Is Immers bekend dat het gebied van de Internationale handel
er een Is met vele voetangels en klemmen. De verwevenheid van bedrijven, produkten en
grondstoffen Is zo groot dat zelfs landsregeringen er vaak niet uitkomen. Op welke wijze kan
het college daar In voorkomende gevallen Inhoud aan geven?
Voorzitter, de afgelopen weken heb Ik voorzichtig de hoop gehad dat het door de ontwikke
lingen In Zuld-Afrlka niet meer nodig zou zijn vanavond over deze zaak te spreken. Helaas Is
dat niet zo. Wel moeten wij naar de mening van mijn fractie respect hebben voor de moed van de
huidige president van Zuld-Afrlka om deze doorbraak althans het begin daarvan tot stand te
brengen. Niettemin meent mijn fractie dat er nog niet gestopt kan worden met het antl-apart-
heldsbeleld. Mijn fractie volgt daarin de lijn zoals die door de minister van Buitenlandse
Zaken Is uitgestippeld.
Voorzitter, de overgrote meerderheid van mijn fractie gaat akkoord met dit voorstel. Eén
lid van mijn fractie kan zich hierin ntet vinden. Niet omdat hij meent dat apartheid niet be
streden moet worden, maar omdat hij ter zake geen gemeentelijke taak ziet.
Mevrouw Van Ulzen-Hakker: De fractievoorzitter van de VVD, de heer De Beer, heeft vol
strekt gelijk als hij zegt dat buitenlands beleid politiek Is voorbehouden aan de landelijke
overheid. Echter, behalve de heer BIJkersma hebben de overige vier fractieleden van de VVD In
deze raad Ingestemd met het LOTA-IIdmaatschap en dat biedt de mogelijkheid om mee te oordelen.
Ik wil daar graag gebruik van maken.
Het zal een Ieder duidelijk zijn dat de liberalen het apartheidssysteem volstrekt verwer
pelijk vinden. Alleen over de wijze waarop de afschaffing kan worden bereikt verschillen wij
van mening althans In deze raad met de PvdA en waarschijnlijk ook met het CDA. Het voorstel
waarover wij een besluit moeten nemen bestaat uit een toelichting en zeven onderdelen. Ik zou
graag enige vragen willen stellen met betrekking tot de toelichting.
Bladzijde 3, negende regel van onderen. Hoe zou uw eigen formulering geluld hebben? (De
heer Heere (weth.): Sorry, voorzitter, Ik kan mevrouw Van UI zen niet volgen. Ik kan die tekst
zo gauw niet vinden.) 0, Ik wacht wel even hoor. Bladzijde 3, negende regel van onderen. Ik
dacht dat u uw eigen voorstel wel uit het hoofd kende. (De heer Heere (weth.): Ja, maar niet
op regelaantal. Welke passage bedoelt u precies?) Ik bedoel de passage waarin het college zegt:
"WIJ menen dan ook als uitgangspunt te moeten nemen de formulering van het concept-besluit van
LOTA, hoewel dat op bepaalde onderdelen wellicht anders had geluld wanneer wijzelf de formule
ring hadden verzorgd." Mijn vraag Is: Hoe zou uw eigen formulering dan geluld hebben? Het gaat
om de negende regel van onderen als dat u wat duidelijker maakt. Het blijft toch merkwaardig
dat gezocht moet worden. (De heer Heere (weth.): Ik tel niet Chinees.) Wat zegt u? Ik vind het
onderwerp serieus genoeg om er ernstig over te blijven, mijnheer Heere. (De Voorzitter: Zou u