plan Veel Voorkomende Criminaliteit aan de raad is voorgelegd. Hieruit blijkt dat het gemeentelijk bestuur zich (mede) verantwoordelijk weet voor de preventie van veel voorkomende criminaliteit. Uit cijfers van de geregistreerde criminaliteit blijkt dat het met een aantal delicten echt de spuigaten uitloopt. Daar moet niet alleen in repressief opzicht maar juist ook in preventief opzicht iets aan gedaan worden. PAL is nog steeds de mening toegedaan dat met name de veel voorkomende criminaliteit sterk te maken heeft met factoren als werkloosheid, perspectiefloosheid en het ontbreken van een binding met de maat schappij. Het wegwerken van die factoren zal tot speerpunt van beleid gemaakt moeten worden. PAL vindt aan de andere kant dat het indammen van de stroom nieuwe delicten noodzakelijk is. Niet alleen is er financiële en emotionele schade die de slachtoffers oplopen, maar ook is er maatschappelijke schade in de vorm van een verslechterend leefklimaat in buurten en wijken en een toenemend gevoel van onveilig heid. PAL vindt daarom ook dat het beleidsplan zo snel mogelijk uitgevoerd moet worden. In het algemeen kan PAL zich vinden in de punten die in het beleidsplan genoemd worden. Wel hebben wij enige kanttekeningen. Er wordt gekozen voor een aantal speerpunten in het beleid: kladvadalis- me, inbraakpreventie, fietsendiefstal en preventievoorlichting. Wat hierbij opvalt is dat de aanpak van deze probleemgebieden zich met name richt op techno-preventieve maatregelen. Ik denk daarbij aan de genoemde actieplannen en actiegroepen zoals die in het beleidsplan genoemd worden. De werkgroep Preventievoorlichting lanceert het plan voor projecten gericht op potentiele daders, voor de rest is het alle maal techniek. PAL wil verder gaan. Bestuurlijke preventie dient zich met name ook te richten op "sociaal preventieve" maatregelen. Wij denken daarbij met name aan maatregelen die de binding tussen de opgroeiende generatie en de samenleving versterken. De Commissie Roethof heeft dit als één van de drie doelstellingen genomen. In het voorliggende beleidsplan komt dit wat PAL betreft onvoldoende uit de verf. Zeker als gekozen wordt om buurtpreventie niet als speerpunt van beleid te maken, maar dit slechts te beperken tot inbraakpreventie. Het moet niet zo zijn dat problemen zich van de ene naar de andere wijk gaan verplaatsen, zoals vorige week op een studiedag werd gesug gereerd. In het beleidsplan is voor het welzijnswerk alleen een taak weggelegd om problematische jongeren op te vangen. PAL vindt dit een te beperkte visie van de taak van het welzijnswerk met betrekking tot preventie van veel voorkomende criminaliteit. Wij zijn het er mee eens dat met name het opbouwwerk en het sociaal cultureel werk een vooraan staande plaats kunnen en moeten vormen bij het opzetten van bijvoor beeld een buurtpreventieproject. Het opnemen van deze werksoort in de stuurgroep lijkt ons noodzakelijk om aan dit aspect van sociale preventie meer aandacht te geven. Ik wil het college dan ook uitnodi gen daartoe over te gaan. Het lijkt ons tevens gewenst om naast de in het beleidsplan genoemde werkgroepen, een werkgroep in te stellen die plannen gaat ontwikkelen ter versterking van de binding van de op groeiende generatie met de maatschappijDit zou dan typisch een 26 maatregel op het terrein van de sociale vernieuwing zijn. Hierin zouden dan vertegenwoordigers uit het veld zitting kunnen hebben. Vorig jaar is een plan ontwikkeld door de Stichting Welzijn Leeuwarden op het gebied van de sociale veiligheid. Omdat deze plannen onder de noemer van emancipatie-activiteiten gerangschikt worden, werd voor de bekostiging een beroep gedaan op de desbetreffende wijk- en buurorganisatiesDie hebben vervolgens gezegd dat zij daar niets voor voelden. Daardoor zijn die projecten niet doorgegaan. In het kader van dit plan zou het een heel goede zaak zijn als dit opnieuw ter hand genomen werd. Deze plannen reiken naar onze mening verder dan de emancipatiedoelstelling. Sociale veiligheid is breder en met name ouderen ervaren gevoelens van onveiligheid. PAL wil het college voorstellen opnieuw deze plannen te bezien. Ik heb eens gekeken hoeveel vrouwen er in de stuurgroep zitten. Er blijkt één vrouw vast in te zitten en één vrouw als waarneemster. Het lijkt ons goed dat meer vrouwen in de stuurgroep zitting nemen, omdat met name vrouwen ervaren wat sociale onveiligheid is, zodat er vanuit die optiek naar allerlei plannen gekeken kan worden. PAL is altijd al een voorstander geweest van een vorm van buurt beheer, waarbij men dan meer inspraak en meer verantwoordelijkheid krijgt in het beheer van de woonomgeving. Eén van de problemen die zich op buurt- en wijkniveau manifesteert is de veel voorkomende criminaliteit. Het Ministerie van Justitie heeft de komende jaren in het kader van bestuurlijke preventie van criminaliteit opnieuw finan ciële middelen beschikbaar gesteld voor drie terreinen, te weten het HALT-bureau, het functioneel toezicht en het buurtbeheer. Uit een passage in de raadsbrief over het HALT-bureau blijkt dat het college van deze circulaire op de hoogte is. Het is jammer dat in het beleids plan niet op deze circulaire ingegaan kon worden. Wij willen het college vragen om op korte termijn met een voorstel tot aanvulling op dit beleidsplan te komen, wellicht in het kader van een concreet plan van sociale vernieuwing. Tot slot nog een opmerking. Hiervoor hebben wij aangegeven dat het beleidsplan weinig aandacht geeft aan de door mij genoemde sociale preventie. Ook aan de slachtoffers is weinig aandacht besteed, wat dat betreft sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Janssen. Het lijkt ons erg belangrijk dat bewoners van wijken bij plannen van werkgroepen betrokken gaan worden. Hoe denkt het college dat te gaan organiseren? De heer Bijkersma: Voorzitter, vernielingen, bekladdingen, vandalisme, diefstallen en inbraken, kortom allerlei vormen van hinder en overlast doen afbreuk aan de leefbaarheid van onze samenleving. Ik citeer u uit uw voorwoord dat u bij deze notitie hebt geschreven. Ik doe dat omdat u daarmee naar mijn mening uitstekend weergeeft hoe de bevolking van Leeuwarden deze zaken ondergaat. De bevolking van Leeuwarden ondergaat dit als een aantasting van de leefbaarheid in de samenleving. Het is goed is dat uiteindelijk deze notite op tafel is gekomen, waarin aan de raad wordt gevraagd meer aandacht aan die problematiek te schenken. Ik heb met waardering geluisterd naar de 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 14