1991 aan de orde moeten komen. Voor dit jaar zijn wij zeker van het
nodige budget.
Over de kwestie van de slachtofferhulp moeten wij nog een keer
apart praten. De hele filosofie van de slachtofferhulp is dat slacht
offers - wij praten dan over diegenen met wie de politie in aanraking
komt - verwezen moeten kunnen worden naar het reguliere maatschappe
lijk werk. Als de heer Janssen zegt dat dat bureau niet mag verdwij
nen, is dat anders dan in de bedoeling ligt. Het is juist de bedoeling
dat het bureau van voorbijgaande aard is en probeert slachtofferhulp
op gang te brengen. Als daar ineens andere gedachten over bestaan,
zullen wij daar eens over moeten praten. De hele subsidie-opzet van de
slachtofferhulp is ook gericht op een tijdelijkheid, waarbij op een
gegeven moment de reguliere hulpverlening de taak over dient te nemen.
Dat is de filosofie die wij destijds gehanteerd hebben. Eén van de
hulpmiddelen daarbij is dat je de politiemensen traint in het opvangen
van slachtoffers, maar hen dan zo snel mogelijk doorverwijst naar de
daarvoor aangewezen hulpverleners. Ik begrijp dat bij de heer Janssen
een andere verwachting is met betrekking tot de slachtofferhulp. Wij
zullen daar eens in de Commissie voor Algemene Zaken van gedachten
over moeten wisselen.
De heer Janssen heeft het ook over het isolement van gebouwen en
opgemerkt of bij bestaande gebouwen maatregelen genomen zouden moeten
worden om dat isolement op te heffen. Wij hebben hier te maken met een
brede verantwoordelijkheid van het totale college. Ik mag aannemen dat
ook in de sfeer van - wij praten dan over schoolgebouwen - zowel het
onderwijs als de Dienst Plantsoenen bereidheid is om daaraan mee te
werken. Er zijn voorbeelden van scholen waar wij getracht hebben met
gepaste maatregelen de criminaliteitsgevoeligheid zo veel mogelijk
terug te dringen. Het resultaat hangt een beetje af van de inzet van
het betrokken onderwijzend personeel. Als ik denk aan de hier niet zo
ver afgelegen school, dan is daar sprake van een voorbeeld van een
grote mate van betrokkenheid van het onderwijzend personeel dat er ook
aardigheid aan gehad heeft om preventief werkzaam te zijn.
De heer Meerdink pleit voor het opnemen van iemand uit de sfeer
van het welzijnswerk in de stuurgroep. Hij dient daar zelfs een motie
voor in. Ik moet u die motie ontraden. Je doet een keus. De stuurgroep
is een ambtelijk opgezette groep waarin de verschillende disciplines
van de gemeente vertegenwoordigd zijn. Ik heb al gezegd dat in het
kader van de reorganisatie een herbemensing van deze stuurgroep zal
moeten plaatsvinden. Het ziet er naar uit dat je dan toch de breedheid
van het college ook ambtelijk tot uitdrukking wil brengen. Als wij dan
ook nog een keer het maatschappelijk middenveld erbij gaan betrekken
komt er van sturen niet veel. Wat de heer Meerdink wil kan je het best
realiseren door deze mensen op te nemen in de projectgroepen, waar
daadwerkelijk gepraat gaat worden over hoe je dingen aanpakt. Dan heb
ik er geen enkele moeite mee om te zeggen dat daar ook zeker mensen
uit het welzijnswerk in moeten. En niet alleen uit het welzijnswerk.
Er zijn nog wel andere organisatievormen in de samenleving te bedenken
die ik daar ook bij zou willen betrekken. Het lijkt mij niet verstan-
36
dig om die keus voor de stuurgroep te maken. Vandaar dat ik de motie
ontraad.
De heer Meerdink pleit er voor om een aantal zaken die vanuit de
emancipatiecommissie komen en niet gelukt zijn, via de deur van de
sociale vernieuwing binnen te halen. Op zichzelf hoeft dat niet
uitgesloten te worden. Het komt mij voor dat dat een discussie is die
nog komt en die wij niet in dit verband hoeven op te lossen, maar ik
sluit het niet uit. (De heer Meerdink: Kunt u ook zeggen op welke
termijn dat ongeveer zal gaan plaatsvinden?) Daar heb ik geen idee
van. Ik kijk naar de beide collegeleden of die enig zicht hebben
wanneer de sociale vernieuwing aan de orde komt. Zelf heb ik vorige
week een tweetal rapporten uit Den Haag meegenomen, die zijn hier
vermenigvuldigd, maar ik heb ze niet weer teruggezien tot op dit
moment. Mevrouw Vlietstra heeft een vergadering bijgewoond en zij kan
wellicht direct hierover nog wel wat naders zeggen. Het komt mij voor
dat ook het element buurtbeheer dat de heer Meerdink genoemd heeft,
ook in dat kader aan de orde moet komen en niet in dit kader.
De heer Bijkersma zegt dat hij de sociale vernieuwing mooi vindt,
maar dat je daar deze zaak niet moet onderschuiven. Ik vind het
overigens schitterend welke naam hij eraan geeft. Ik denk dat het hem
ook niet interesseert of het nu onder de ene of de andere papaplu
gebeurt, als het maar gebeurt. Als de ene het nu aantrekkelijk vindt
om dat te doen in het kader van de sociale vernieuwing, dan zie ik
niet in welk bezwaar er van zijn kant tegen zou zijn. Het doel om het
in het kader van de sociale vernieuwing op te pakken is voor hem het
belangrijkste. Als anderen daar nu wel behoefte aan hebben, waarom
zullen wij daar dan de messen over trekken. Ik ben van mening dat de
interpretatie van de sociale vernieuwing zoals ik die tot dusver heb
opgepakt uitstekend aansluit bij datgene wat wij hier aan het doen
zijn, zij het dat dit dan een deel daarvan is, een element in dat hele
proces. Geeft u de voorkeur aan andere terminologie, dan heeft dat
mijn zegen.
Mevrouw Vlietstra zegt nog iets over de sociale vernieuwing.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Afgelopen vrijdag is er een bijeen
komst geweest van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Een
vijfendertigtal gemeenten waarvan verondersteld wordt dat zij op korte
termijn aktief worden op dit terrein en wellicht ook gaan behoren tot
die startprojecten was uitgenodigd. Overeengekomen is dat alle gemeen
ten die dat willen in principe straks gebruik kunnen maken van die
verbrede regelgeving en de bundeling van middelen op lokaal niveau.
Binnenlandse Zaken heeft gezegd dat zij een start wil maken met dertig
tot vijfendertig gemeenten. Daar moeten half mei convenanten over
gesloten worden. De overige gemeenten zouden dan in de periode van na
de zomervakantie tot 1 januari 1991 van start kunnen gaan. Op dit
moment wordt er door de VNG overlegd met Binnenlandse Zaken over een
soort model-convenantAls dat overleg afgerond is, wordt er met de
afzonderlijke gemeenten gepraat. Half mei betekent dat wij heel snel
zelf plannen zullen moeten maken, omdat zo'n convenant gesloten wordt
37