op basis van een raadsbesluit.
De heer Heere (weth.): Eerst over de sociale vernieuwing. Mijn
heer de voorzitter, u bent vrijdag bij een aantal collegeleden gekomen
met die mooie boeken die u kwijt bent geraakt. Ik heb ze laten kopi
ëren en het origineel zal u morgen weer ter hand worden gesteld.
Uit het gesprek is de noodzaak gebleken om ons snel te melden in
de richting van het ministerie als één van de gegadigden voor een
positie bij de eerste dertig. Dat is afgelopen vrijdag al gebeurd. Wat
dat betreft lopen wij in ieder geval niet achter.
Wethouder Timmermans en ik zijn onlangs een aantal malen met een
drietal wijken bezig geweest om te komen tot een begin van experimen
ten op het terrein van buurtbeheer. Ik heb goede hoop dat die binnen
kort kunnen starten. Het gaat om de Schepenbuurtde Hollanderwijk en
het Molenpad. Er zijn dus al een aantal dingen op gang gebracht.
De heer Bijkersma: Er zijn nu een aantal nieuwe aspecten naar
voren gekomen. Ik heb begrepen van mevrouw Vlietstra en de heer Heere
dat het aanmelden nog niet betekent dat de vraag ook gehonoreerd
wordt. Ik heb uit uw woorden, voorzitter, toch wel duidelijk begrepen
dat wij hier wel mee voort gaan, ook al wordt onze aanvraag niet
gehonoreerd.
De Voorzitter: Wij praten nu over het beleidsplan en over dat
beleidsplan heen is de discussie over de sociale vernieuwing gescho
ven. Dat gaat heel snel, maar er gaan een heleboel dingen snel op dit
ogenblik. Er is, zoals wethouder Heere gezegd heeft, jongstleden
vrijdag een aanvraag ingedien om ook in dat geheel te mogen meespelen.
Op enig moment komt daar een relatie tussen, daar kun je niet omheen.
Alleen voor dit ogenblik is het beleidsplan aan de orde zoals dat tot
dusver is voorbereid. Wij hebben daar wel de opmerking bij gemaakt dat
het niet uitgesloten is dat je op enig moment eens moet kijken hoe je
die zaak koppelt en misschien aanpast. Althans er zal een toetsing
moeten plaatsvinden, maar dat is iets wat na vandaag moet gebeuren.
Ik breng eerst in stemming de motie ingediend door de heer
Meerdink.
De heer E.M. Janssen: Ik wil aan de heer Meerdink vragen of hij
de motie handhaaft. Als de heer Meerdink zo laat een motie indient,
krijg je het met deze vergadertechniek wat lastig om nog te reageren.
Staat u mij toe een stemverklaring te geven, mijnheer de voorzitter?
Ik vind in de eerste plaats de motie zeer gedetailleerd gaan over
vaardigheden van leden van de stuurgroep die ik niet ken en waarbij
ik dus niet kan beoordelen of zij wel of niet bepaalde deskundigheid
in huis hebben. Ik zie dat er iemand vanuit de afdeling Welzijn in de
stuurgroep zit. De heer Meerdink koppelt daar een conclusie aan die ik
niet zou durven trekken. Op de tweede plaats heeft de voorzitter
aangegeven dat het de bedoeling is dat in de afzonderlijke werkgroepen
wel mensen zitten vanuit die verschillende instellingen, dat lijkt mij
38
ook een goede zaak.
Wat de positie van de vrouwen betreft heeft de voorzitter aange
geven dat bij de stuurgroepen rekening zal worden gehouden met de
gevolgen van de reorganisatie. Ik denk dat daar waar niet is de keizer
zijn rechten verliest. Ook b. en w. zullen geen ijzer met handen
kunnen breken. Wij wijzen de motie af.
De hear Bilker: Foarsitter, de CDA-fraksje sil de moasje net
stypje, benammen om datjinge wat jo nei foaren brocht ha, ek omtrint
de amtlike opset en dér mei anneks de ferantwurdlikheid fan it kol-
leezje
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in
stemming de motie ingediend door de heer Meerdink.
De motie van de heer Meerdink en mevrouw Westra wordt verworpen
met 31 tegen 3 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 18.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 19 (bijlage nr. 77).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 20 (bijlage nr. 84).
De Voorzitter: Aan de orde is de wijziging van de gemeentebegro
ting en de begrotingen van de diverse takken van dienst/bedrijven voor
het dienstjaar 1990.
Algemene Dienst.
De heer Terpstra: Op pagina 2 wordt een voorstel gedaan over een
kredietaanvraag door middel van een begrotingswijziging voor de
afrekening van twee wegenbestekken. Er wordt een krediet aangevraagd
met een overschrijding van bijna 50Z. Dat heeft ons enigszins ver
baasd. Had de toelichting niet wat uitvoeriger gekund en in ieder
geval in de commissie kunnen worden gebracht zodat die het een en
ander had kunnen toelichten? Het bedrag op zich rechtvaardigt dat
zeker.
De Heer Timmermans (weth.): Het is inderdaad een wat verwarrend
beeld zoals het hier staat. De gang van zaken is - wij hebben het er
vanavond al eens eerder over gehad - dat het plan van de Oude Jokse in
1981 in de raad is geweest. Daarbij is ook een voorstel gedaan van
toedeling van de kosten van de werken die in het plan van aanpak aan
de orde zijn. Voor de gemeente was dat een bedrag van ruim 9,5 ton. Er
39