vind het niet helemaal terecht dat hij dan zegt dat je in de raads vergadering niet terug moet komen op allerlei technische aspecten. Wanneer hadden wij dat dan moeten doen? Het was zelfs min of meer de afspraak dat wij hier zouden besluiten, omdat wij dan een hernieuwd voorstel voor onze neus zouden krijgen. Wij kunnen dus niet anders dan op dit moment wel degelijk op die technische aspecten in gaan. De informatie die de heer Heins heeft gehad heb ik ook gehad, namelijk dat het een verschil is in waterpeil van 60 centimeter. Ik moet nog iets vermelden. Het gebied is er bij getrokken om de kosten van de hele Jokse te drukken. De mensen die daar nu wonen worden daar min of meer de dupe van. Er wordt namelijk niet geclassi ficeerd aangeslagen, want dat vindt het waterschap veel te veel gedoe. Ik vind dat wij dit besluit niet moeten nemen. Ik wil tot slot nog één opmerking maken naar aanleiding van de gebouwtjes die bij zo'n gemaal staan. Persoonlijk vind ik dat die niet zo goed in dat landschap passen, want er zitten allemaal van die enorme spijlentoestanden omheen om de koeien erbij weg te houden. Landschappelijk gezien zou de zaak wel wat mooier gemaakt kunnen worden. Die spijlenhekken horen niet in dat landschap. Gewone paaltjes en prikkeldraad kunnen heel gemakkelijk de taak aan waarvoor ze bedoeld zijn. Mevrouw Jongedijk-WellesVoorzitter, waar het mij voornamelijk om ging was of er een verschil is tussen het winterpeil en het zomer- peil. Dat blijkt nu maar een verschil van 4 centimeter te zijn. Waar praten wij nu nog over? (Mevrouw Van Ulzen-HakkerAls niemand er nu behoefte aan heeft, waarom zullen wij het dan in vredesnaam doorzet ten? De mensen die het betreft willen het niet. Het kost een hoop geld. Wat is de logica hiervan?) De heer Rozema: Voorzitter, het punt in de commissievergadering waar nog duidelijkheid over zou komen was inderdaad het waterpeil. Mijn fractie heeft toen gesteld het milieuaspect zo belangrijk te vinden dat daar eerst goed duidelijkheid over zou moeten komen. Nu blijkt vanavond dat diezelfde onduidelijkheid weer bestaat. De één spreekt over 4 centimeter, de ander spreekt over veel meer. Ik vind, gezien het feit dat het absoluut niet noodzakelijk is dat er vanavond een beslissing over valt, dat het college best dit punt nog eens nader zou kunnen gaan bekijken. Op dit moment heb ik niet de vrijmoedigheid om dit besluit positief te ondersteunen. De heer Sijbesma: Ik sluit mij daarbij aan. De heer Timmermans (weth.Er wordt door mevrouw Van Ulzen en de heer Heins uitdrukkelijk gesproken van 60 centimeter. Er is 60 centi meter verschil, maar dan wel ten zuiden van de weg de Hoek. Wij hebben het hier over het gebied ten noorden van die weg. Ik heb deze vraag zowel bij het waterschap als bij de ruilverkaveling afgetast. Het gaat hier om 4 centimeter verschil. Die 60 centimeter heeft, zo is mij een 8 en andermaal bezworen, alleen betrekking - dat was ook al bekend in de commissie - op het gebied ten zuiden van de weg de Hoek. Het gaat hier om het gebied ten noorden van de weg de Hoek. Twee instanties hebben mij uitdrukkelijk gemeld - er is trouwens ook nog een brief over gekomen, die ligt ter inzage - dat het hier gaat om 4 centimeter. Het lijkt mij redelijk om aan te nemen dat dat ook zo is. Ik zie geen kans om dan over drie weken bij diezelfde mensen een ander verhaal op het kleed te krijgen, dat lijkt mij nogal onlogisch. (De heer Heins: De boeren uit dit gebied zelf beweren bij hoog en bij laag dat ook ten noorden dat verschil tussen die twee peilen bestaat. Ik heb dan een andere bron dan u.) Ja, maar het waterschap is de enige instantie in deze provincie die van al die gebieden exact weet wat de hoogte is van de waterstanden. Het lijkt mij volstrekt duidelijk dat het hier gaat om informatie die correct is. Wij moeten ons daar maar aan houden. Het argument van de heer Heins ontgaat mij volstrekt. Wat wij aan het doen zijn is een ruimtelijke ordeningsafweging. Vervolgens wordt daarbij de competentie tussen twee niet relevante partijen aan de orde gesteld, maar dat heeft er geen ene moer mee te maken. Als iemand een bouwaanvraag indient bij de gemeente dan hebben wij ons helemaal niet af te vragen hoe het staat met de burenruzies. Dan hebben wij die aanvraag gewoon te toetsen aan de daartoe bestaande kaders. Ik vind het irrelevant om op grond van dat soort overwegingen nu plotseling een planologische procedure anders te doen laten verlopen dan wij die altijd hebben laten verlopen. Mevrouw Van Ulzen, die in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting absoluut geen last had van schoonheidsproblemen, komt nu met een heel verhaal. (Mevrouw Van Ulzen-Hakker: Ik heb nu last van milieuproblemen, schoonheidsproblemen had ik toen ook al, maar dat is discutabel. Ik mag wel zeggen dat ik die schoonheidspro blemen al 55 jaar heb.) Daar hoeven wij geen voorbereidingsbesluit voor te nemen, wellicht in het kader van het leefmilieu een conserve- ringsbesluitmaar daar gaan wij nu niet op door. Dan de heer Rozema. Op zichzelf zou ik de neiging hebben een dergelijk voorstel te volgen. Ik weet alleen dat het gemaal in een bouwstroom is verwikkeld van drie pompgemalen. Dat betekent gewoon dat er dan een gat valt in de produktie met allerlei extra meerkosten en dergelijke. Gelet op de feitelijke situatie en de besluiten tot op dit moment, is het volstrekt verantwoord om het besluit nu te nemen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. De heer Sijbesma: Ik heb in de commissievergadering gezegd dat, als er nieuw materiaal komt, dat dan hier wordt besproken. Ik ga af op de informatie die de wethouder nu gegeven heeft. Mijn fractie stemt voor het voorstel. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de fracties van WD, PAL en GPV/RPF/SGP wensen te 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 5