De motie van de heren Heins en Meerdink wordt verworpen met 31
tegen 3 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 14.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 15 (bijlage nr. 69).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 74).
De Voorzitter: Aan de orde is de wijziging van de subverordening
met betrekking tot het Vredesfonds/Subsidieverzoek Vereniging Leeuwar
der Vredesoverleg.
De heer Bijkersma: Voozitter, de titel van deze raadsbrief luidt
de wijziging van de subverordening met betrekking tot het Vredesfonds-
/Subsidieverzoek Vereniging Leeuwarder Vredesoverleg. Die titel geeft
mij de gelegenheid te zeggen dat hier een soort gelegenheidsregel
geving wordt geschapen. Het is niet de bedoeling geweest, om de hele
subsidieverordening te veranderen. Nee, omdat er een subsidie-aanvraag
is gekomen van een vereniging die deze te laat heeft ingediend, gaan
wij eerst de subsidieverordening veranderen en dan de subsidie-aan
vraag honoreren. Dat is een onjuiste werkwijze. Als de subsidieveror
dening scheuren vertoont, zal de hele subsidieverordening moeten
worden getoetst. Dat moet in een komende raadsvergadering. Dan kan
iedereen zijn gedachten laten gaan over de vraag of de subsidieveror
dening nu wel of niet gewijzigd moet worden. Voorzitter, u heeft dat
nu gedaan op een wijze die mijn fractie totaal niet aanspreekt. Ik heb
het reeds gezegd gelegenheidsregelgeving in de richting van de Vereni
ging Leeuwarder Vredesoverleg.
Wij zijn tegen dit voorstel.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik zou willen bestrijden
dat het gaat om gelegenheidsregelgeving. Dat zou ook niet kunnen. De
bedoeling is niet om de verordening te wijzigen ten behoeve van dit
subsidieverzoek, maar om die ook echt definitief te wijzigen. Wij
lopen er al een aantal jaren tegen aan dat de regelgeving, zoals wij
die bedacht hebben met zijn allen, te weinig flexibel is om in te
spelen op activiteiten die zich in de loop van het jaar voordoen. Wij
hebben dat dacht ik al twee keer eerder gehad. Bij het subsidieverzoek
van het Leeuwarder Vredesoverleg is het geen onwil van die kant om
willens en wetens een aanvraag te laat in te dienen. Als je een beetje
actueel met je activiteiten aan wilt sluiten op de problematiek, lukt
het niet om anderhalf jaar van te voren een subsidie-aanvraag in te
16
dienen. Vandaar dat wij de subsidie-aanvraag van de Vereniging Leeu
warder Vredesoverleg aangegrepen hebben om nu voor eens en altijd die
zaak goed regelen en te zorgen dat wij in de toekomst niet elke keer
weer een afzonderlijk besluit behoeven te nemen. Zo sla je twee
vliegen in één klap. U hebt overigens alle gelegenheid gehad om uw
mening er over kenbaar te maken. Het voorstel is besproken in de
Commissie voor Algemene Zaken. U hebt dus zowel over het subsidiever
zoek als over wijziging van de verordening uw mening kunnen geven. Ik
zie niet in waarom wij dat in twee afzonderlijke raadsvergaderingen
hadden moeten doen.
De heer Bijkersma: Ik begrijp niet dat ik hier het woord niet mag
voeren over het voorstel dat hier op tafel ligt. Nu kan mevrouw
Vlietstra wel zeggen dat het in de commissie al aan de orde is ge
weest. Dat zal wel, maar als hier een raadsbrief ligt, dan heb ik het
recht - volgens de Gemeentewet - om er over te spreken. Dat doe ik
dus. Daar zal mevrouw Vlietstra mij niet vanaf kunnen houden.
(Mevrouw Vlietstra (weth): Dat heb ik ook niet gezegd. Ik heb u alleen
uitgelegd waarom ik vind dat deze twee zaken best in één raadsvergade
ring aan de orde kunnen komen. U zegt dat het beter in een andere
volgorde had kunnen worden behandeld.)
Ik kom erop terug omdat die raadsbrief hier voor mij ligt. Dat is
mijn antwoord op uw opmerking.
Dan zegt u dat het geen gelegenheidswetgeving is. Regelgeving is
er juist wel, aan de hand van datgene wat u boven de raadsbrief hebt
geschreven. Daar geeft u duidelijk een wijziging van de subverordening
met betrekking tot het subsidieverzoek aan. Dat is mijn bewijs dat dit
wel is toegespeeld op dat subsidieverzoek. (De Voorzitter: Er staat
een schuine streep, dan komt het tweede element: Subsidieverzoek
Vereniging Leeuwarder Vredesoverleg.)
Dat is gekoppeld, er staat geen komma tussen. Het is gewoon een
vloeiende zin die helemaal gaat over de wijziging van de subverorde
ning en daar maak ik nu bezwaar tegen. Ik vind dat gelegenheidswetge
ving. U hoeft het er niet mee eens te zijn, maar ik stel duidelijk,
dat dit gelegenheidswetgeving is. Als u zegt dat dit wel vaker voor
gekomen is dan had ik van het college verwacht dat het al eerder de
subsidieverordening op de agenda had gezet om die in haar geheel te
bekijken. Er zijn natuurlijk wel meer benadeelden, en dan moet je het
ook goed doen. Dit is gelegenheidsregelgeving en daar blijf ik bij.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Ik denk niet dat het mij lukt om de
heer Bijkersma uit te leggen dat hier vanavond twee besluiten aan de
orde zijn. Het ene besluit is de wijziging van de verordening, het
andere betreft het subsidieverzoek van de Vereniging Leeuwarder
Vredesoverleg. Wij hadden inderdaad eerder met het wijzigingsvoorstel
kunnen komen, maar wij zijn er nu weer tegen aan gelopen naar aanlei
ding van een concreet subsidieverzoek. Het is dan verstandig om die
verordening aan te passen, omdat elke keer weer blijkt dat die veror
dening belemmerend werkt op activiteiten en dat kan niet de bedoeling
17