eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om onze eigen inwoners, maar dan op de tweede plaats, in die volgorde. Het nieuwe kabinet heeft inderdaad verwachtingen gewekt. Sociale vernieuwing is genoemd. Herstel van de koppelingen en nog een aantal andere zaken zijn genoemd. Ook wij hebben de verwachting dat er de komende jaren in ieder geval op rijksniveau meer gedaan zal worden om de kloof tussen mensen met een inkomen uit arbeid en mensen met een inkomen uit een uitkering kleiner te maken. Wat de kwijtscheldingsnorm betreft, is inderdaad toegezegd dat de consequenties daarvan voor zover het te maken heeft met belastingszaken, weggenomen zullen worden. Tegelijkertijd constateer ik dat er een ontwerp Invorderingswet ligt die nog veel verder gaat. Die gaat er namelijk van uit dat de kwijtscheldingsnorm gekoppeld wordt aan 90Z van het bijstandsinkomen. Als dat het geval is, en bovendien het voornemen bewaarheid wordt dat gemeenten ook nog verplicht zijn om die norm te hanteren, wordt het er, vrees ik, alleen nog maar erger op. Tegen dit wetsontwerp moet met name door de VNG en door de gezamenlijke gemeenten fors stelling genomen worden. Ik heb begrepen dat de PvdA-fractie instemt met het activiteiten plan en ook uitspreekt dat zij het belangrijk vindt dat er hoge prioriteit wordt gegeven aan een raamplan sociale vernieuwing waarbin nen, en ik wil dat graag onderstrepen, zoveel mogelijk aanbevelingen, die in dit rapport staan, meegenomen worden. Dan kom ik bij de CDA-fractie. Die heeft ook gewezen op de mogelijkheden die geboden worden op basis van kabinetstandpunten in het regeerakkoord. Een uitdaging voor gemeenten, zegt mevrouw Willem- smaIk ben dat met haar eens. Wij moeten echter tegelijkertijd niet vergeten dat het inkomens- en werkgelegenheidsbeleid een hele belang rijke rijksverantwoordelijkheid blijft. Het mag niet zo zijn dat het rijk hiermee de verantwoordelijkheid op de gemeenten afwentelt. Dan kom ik bij de WD-fractie. Ik moet zeggen dat ik de opstel ling van de WD-fractie verassend vind. Tot nu toe was de WD-fractie heel consequent in haar afwijzing van een gemeentelijk minimabeleid. Wellicht heeft het goed gewerkt dat ook de WD-fractie vertegenwoor digd was in de onderzoekscommissie. In ieder geval heeft dat er kennelijk toe geleid dat de WD-fractie opgeschoven is in haar stand punt en zelfs de meeste aanbevelingen, inclusief het protestbeleid kan onderschrijven. Ik ben daar uiteraard zeer gelukkig mee, voorzit ter, dat zult u begrijpen. Er zijn een aantal punten waarvan de WD-fractie heeft gezegd er niet mee in te kunnen stemmen. Het is niet zo zinvol om daar nu een discussie over te openen. Het is bedoeling dat binnen de termijnen die ook genoemd staan in het activiteitenplan, al die zaken aangepakt worden. Er zullen dan voorstellen aan de raad voorgelegd worden. Op dat moment zal de heer Burg ongetwijfeld op die punten weer zijn standpunt naar voren brengen. Dan ten slotte de PAL-fractie. Die is het eens met het protestbe leid, evenals met de aanbevelingen. Zij is teleurgesteld over dat er 22 niet meer ligt dan er ligt. Wij hebben daar ook in de commissie een uitvoerige discussie over gehad. Ik moet zeggen dat het mij teleur stelt dat de PAL-fractie zo weinig begrip heeft voor de consequenties die de reorganisatie met zich meegebracht heeft. Wij hebben één ambtenaar die zich bezig houdt met gemeentelijk minimabeleid, ook die ambtenaar is zeer actief betrokken geweest in de reorganisatie. Wij mogen van de raad verwachten dat zij op dit punt toch wat meer begrip opbrengt dan hier nu door de PAL-fractie wordt gedaan. Ik had ook best gewild dat het sneller was gebeurd, mijnheer Meerdink, maar je kan geen ijzer met handen breken en bovendien vind ik het een beetje flauw om te verwijzen naar de grote haast waarmee miljoenenprojecten opge voerd worden. Ik wil de heer Meerdink er even aan herinneren dat er over het zwembad bijvoorbeeld al twee jaar wordt gepraat. Het heeft twee jaar geduurd voordat hier het voorstel op tafel ligt waar wij nu een besluit over kunnen nemen. Ik kan de heer Meerdink niet toezeggen dat er voor de zomervakantie een voorstel ligt waarin al deze aanbeve lingen inhoudelijk beoordeeld zijn, technisch en financieel bekeken zijn en er uitgewerkte voorstellen liggen om mee aan de gang te gaan. Simpelweg omdat wij daar niet de capaciteit voor hebben. Ik zal de motie dan ook ontraden. Het is onzin om zulke uitspraken te doen. Ik ben het wel met de heer Meerdink eens dat wij spoed zullen moeten betrachten. De verwachting is dat een groot aantal van deze aanbeve lingen terecht zullen komen in het plan sociale vernieuwing. Als je de nummertjes goed hebt bekeken, zie je dat er een aantal zaken al ter hand genomen zijn en dat een groot deel van de andere aanbevelingen binnen een half jaar ter hand genomen zal worden. Dan zitten er nog een aantal in die permanent de aandacht moet houden. Van een beperkt aantal hebben wij gezegd dat wij geen kans zien om die binnen een half jaar aan te pakken. Wij hebben daar gewoon wat meer tijd voor nodig. Dat lijkt mij een alleszins redelijke opstelling. Dan tot slot de opmerking van de heer Meerdink dat de werkwijze hem goed bevallen is. Wij hebben dat ook geconstateerd. Het is een werkwijze die wat mij betreft nagevolgd kan worden, omdat het een hele positieve werking als het gaat om het betrekken van de raad bij dit soort problematiek. Mevrouw De Haan: Eigenlijk zijn er niet veel verschillen van mening over dit onderwerp. Ik wil eerst reageren op de PAL-fractie die een motie heeft ingediend. Wij zullen deze motie niet steunen. Ik heb in eerste instantie al min of meer aangegeven waarom niet. Nog afge zien van de reorganisatie is het voor ons altijd moeilijk in te schatten hoeveel capaciteit er is. Ik neem aan dat het verhaal van wethouder Vlietstra klopt en dat de capaciteit uitermate gering is. Daar wil ik begrip voor opbrengen. Maar daarnaast ligt er een ander argument. Ik ben in eerste instantie ingegaan op een aantal nieuwe ontwikkelingen die sinds het uitkomen van deze nota in een versneld tempo op de gemeente zijn afgekomen. De gemeente heeft die uitermate voortvarend aangepakt en ik zou niet graag willen dat het uitzoeken van de aanbevelingen uit deze nota ten koste zou gaan van bijvoorbeeld 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 12