het in elkaar zetten van het raamplan sociale vernieuwing. Wij hebben zeer nadrukkelijk uitgesproken dat wij willen dat dat hoge prioriteit heeft en dat in ieder geval een aantal van deze aanbevelingen, of zo veel mogelijk van deze aanbevelingen, meegenomen worden. Overigens heb ik zitten kijken, driekwart, 761 van alle aanbevelingen zitten in de categorie danwel al in uitvoering, danwel binnen een half jaar, danwel continue aandacht. (De heer Meerdink: Er staat bij de aanbevelingen dat zij ter hand genomen zullen worden. Een aantal aanbevelingen heeft op dit moment de aandacht. Bij de anderen wordt aangegeven wanneer men zal beginnen met het onderzoek en niet wanneer dat afgerond zal zijn. Dat zal ook nog wel een tijdje duren.Alleen de punten waarbij een 3 staat zijn op termijn geschoven, dat is een kwart van het hele totaal. Dus aan driekwart wordt danwel nu danwel, binnen een halfjaar, danwel parmanent gewerkt. (De heer Meerdink: Die moeten van een standpunt worden voorzien. Dat standpunt zou ook wel negatief kunnen zijn.Op het totaal vind ik dat toch nog een heleboel, maar afgezien daarvan wordt zoveel mogelijk binnen dat raamplan sociale vernieuwing meegeno men en aangezien wij niet willen dat daar vertraging in optreedt, dat kan ook niet gezien de termijnen die daarvoor staan, gaan wij akkoord met het voorstel zoals dat er nu ligt. Wij gaan er daarbij van uit dat daarna zo spoedig mogelijk al die maatregelen die niet zijn meegeno men, gewoon apart uitgewerkt naar ons toekomen. Dat is de reden dat wij niet voor de motie zullen stemmen. Mevrouw Willemsma: Mijnheer de vooritter, mevrouw De Haan en de wethouder moesten nog even wijzen naar voorgaande kabinetten. Dan wijs ik weer even naar kabinetten die er voor de twee laatsten waren. Ik verwijs dan naar wat mevrouw De Haan zegt in haar betoog, dat men landelijk smalle marges heeft om iets te kunnen doen. Wij moeten dat maar afwachten. (Mevrouw De Haan: Alstublieft niet afwachten. Het is van het grootste belang hoe het CDA zich opstelt. Dat is voor dit beleid uitermate belangrijk.) Wij doen toch iets met dit beleid. Wij sturen dat. Wij doen in onze partij het nodige wat hiervoor zinvol is. Daar hebben wij ons over uitgesproken. Wij hebben geen behoefte aan de motie van de PAL-fractie. Ik wil graag de argumenten die de wethouder daarover aandroeg steunen. De heer Burg: Voorzitter, ik heb in tweede instantie toch even behoefte om te reageren op de woorden van mevrouw De Haan, waarin zij zich afzet tegen de WD-fractie. Woorden die bezijden de waarheid zijn. Het standpunt van de WD-fractie is altijd geweest dat de gemeenten geen inkomenspolitiek mogen en moeten gaan voeren. De moge lijkheden zijn er voor gemeenten om langs legale weg de uitkeringsge rechtigden te ondersteunen. Wij hebben dit niet afgewezen. Wij kunnen het ook met de voorstellen en aanbevelingen van de commissie in dit kader eens zijn. Wij hebben daar geen punten in aangetroffen die in strijd zouden zijn met het landelijke inkomensbeleid. Als dat wel naar voren zou komen in de deelonderzoeken, die ons alsnog zullen worden voorgelegd, zullen wij ons standpunt wel kenbaar maken. 24 Wat de motie van de PAL-fractie betreft denk ik dat het niet verstandig is om, gezien het aantal onderzoeken en nadere uitwerkingen van de diverse punten die genoemd zijn, het college op een aantal maanden te pinnen. In ieder geval niet voor het zomerreces van 1990. Gezien ook de reactie van de wethouder zullen wij niet meegaan met de motie van de PAL-fractie. De heer Meerdink: Ik wil kort reageren. De wethouder zegt dat het flauw is van de PAL-fractie om geen begrip te hebben voor het gebrek aan ambtelijke capaciteit. Natuurlijk hebben wij daar begrip voor. Natuurlijk hebben wij er begrip voor dat de reorganisatie tijd kost. Het gaat ons er om, en dat punt blijft overeind staan, hoeveel priori teit geef je aan een bepaald punt. Ik moet constateren dat dit punt kennelijk minder prioriteit heeft dan andere punten. En dan gaat het niet om zwembaden of stadskantoren of dat soort dingen meer. Het blijkt gewoon dat nadat eind oktober het rapport is uitgekomen het een half jaar geduurd heeft om tot het nu voorliggende voorstel te komen. Nadat het ontvangen is door de wethouder zijn er inmiddels vijf maanden verstreken. Het rapport heeft op dit moment nog steeds niet geleid tot een standpunt van de kant van het college. Dat vinden wij jammer en dat heeft volgens ons met prioriteit te maken en niet alleen met capaciteit. De sociale vernieuwing komt er aan, laten wij kijken wat wij daar als raad mee kunnen doen. In hoeverre wij de aanbevelingen van de commissie Onderzoek Armoedeproblematiek daarin kunnen passen. Alleen als ik de raadsbrief goed lees, staat dat er in zeer vage bewoordingen in. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is dat ook slechts in vage bewoordingen naar voren gekomen. In ieder geval is van de kant van de PvdA-fractie toen niet met zoveel woorden gezegd, wat de wethouder daar nu over zegt. Ik vraag mij dan af hoe de discussie wordt gevoerd. Als de PvdA-fractie besluit dat het beter in het raamplan sociale vernieuwing meegenomen kan worden, gebeurt dit dan ook of kunnen wij als róód toch nog proberen vast te stellen wat de prioriteiten van deze raad zijn. En niet alleen van de PvdA-fractie. Wij handhaven dus onze motie. Mevrouw Vlietstra (weth.): Ik kan kort zijn, voorzitter. Het gaat erom hoeveel prioriteit je er aan geeft. Het antwoord is simpel: veel, maar op is op. Meer hebben wij niet en het verbaast mij dan ook dat de PAL-fractie een motie indient zonder dat daar aan gekoppeld wordt dat er extra middelen uitgetrokken moeten worden om mensen beschikbaar te stellen. Het is natuurlijk heel gemakkelijk gezegd, maar wij zullen het toch moeten doen met de mensen die wij hebben. Ik zou er ook nog op willen wijzen dat wij ondertussen een aantal zaken al nadrukkelijk opgepakt hebben. Er wordt gewerkt aan een plan sociale vernieuwing door diezelfde mensen. Er is een plan voor banenpools naar Den Haag gegaan. Het niet zo dat er tussen oktober en vandaag niks gebeurd is, dat heb ik trouwens ook al eerder tegen de heer Meerdink gezegd. Er zijn wel degelijk op verschillende punten maatregelen verder uitge- 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 13