karakter hebben dan nu. De verhouding ouderen-jongeren zal een groot
verschil vertonen en ik kan mij niet voorstellen dat iemand van 75
jaar nu zo graag van die glijbaan gaat. Wij moeten het van de jongeren
hebben en het aantal jongeren daalt. Het bezoekersaantal is een beetje
drijfzand, mijnheer de voorzitter. Een beetje, heel veel drijfzand,
laat ik het zo zeggen.
Ik heb hier een aantal hoofdlijnen naar voren gehaald, naar
aanleiding waarvan ik zeg: dit is niet een gedegen financieel onder
bouwd stuk. Ik herhaal, mijn fractie is er van overtuigd dat er zeker
voor wat betreft de positie van Leeuwarden een uitstekend geoutilleerd
zwembad moet komen, maar wij hebben gezegd, niet tot iedere prijs. Wij
willen niet een zaak met een open einde. Wij zouden willen voorstel
len, naar aanleiding van onze kritiek en naar aanleiding van algemene
zaken die vandaag de dag voor die zwembaden naar voren komen, om dit
hele geval nog eens terug te nemen en dit meer gedegen financieel
onderbouwd naar voren te brengen. Ik heb een paar voorbeelden genoemd.
Al die aspecten moeten erbij worden betrokken. Dan terug te komen en
zeggen: dit is het bedrag, dit is geen gok meer, dit is het. Dan kan
de heer Krol ook tevreden zijn. (De heer Van Olffen: Mag ik even iets
vragen, ik begrijp van het betoog van de heer Bijkersma niets.) Dat
zal hem aan de heer Van Olffen liggen. (De heer Van Olffen: Ik wil
toch even vragen met welke WD-fractie ik nu eigenlijk te maken heb.
Is het met de WD-fractie die in de Commissie voor Sport en Recreatie
een standpunt heeft ingenomen of is het zo geweest de WD-fractie
heeft besloten dat dat een verkeerd standpunt is geweest en dat daarop
zou moeten worden teruggekomen. Ik begrijp na de opmerkingen die de
heer De Beer in de commissie heeft gemaakt niets van wat de heer
Bijkersma hier nu zit te vertellen.)
Voorzitter, ik heb voordat ik dit betoog hield kontakt met de
heer De Beer gezocht en ik heb hem gevraagd wat er in de commissie
naar voren is gebracht. De heer De Beer heeft mij gezegd dat hij in de
commissie naar voren heeft gebracht dat de begroting is toegericht op
de investering die men wil plegen. Dat bracht hij als kritiek naar
voren en hij heeft gezegd en ik zeg dat nu weer: wij zijn wel voor dat
zwembad, maar de financiering zo die hier staat moet goed worden
onderbouwd. Dat is mijn kritiek en dat is de kritiek van onze fractie.
Onze fractie is heel democratisch opgebouwd. Wij gaan niet onmiddel
lijk akkoord. Wij gaan dit in ieder geval kritisch bekijken. Wij
hebben met zijn allen hier over gesproken. De heer De Beer heeft
gezegd, hat hij dat in hoofdlijnen ook naar voren heeft gebracht. Hij
is meer ingegaan op de sportieve kant van de zaak, die onderschrijven
wij. Ik ben ingegaan op de financiële kant van de zaak en men heeft
mij gelijk gegeven, zo gaat het in de democratie bij de WD-fractie.
De heer Van Olffen: Ik wil direct nog even ingaan op wat naar
mijn idee door de WD-fractie in de commissie is gezegd. Dat was van
een wat andere toonzetting als de heer Bijkersma nu suggereert. Maar
laat ik eerst mijn eigen mening over dit voorstel geven.
Laat ik maar direct met de deur in huis vallen. Mijn fractie
30
vindt dit een prachtig plan. Een verrassend plan ook, dat bleek met
name in de gecombineerde vergadering van de van de Commissie voor
Sport en Recreatie en de Commissie voor Welzi jnsaangelegenheden op
7 maart j.l.
Het lijkt mij goed om nog even terug te blikken naar wat hieraan
is vooraf gegaan en wat uiteindelijk heeft geresulteerd in dit voor
stel. In de eerste plaats werden wij de afgelopen jaren geconfronteerd
met een sterk teruglopend bezoekersaantal met name in de openluchtba-
den De Kleine Wielen en 't NijlÊn. Een tendens die landelijk te noemen
is. Het publiek lijkt uitgekeken te zijn op de relatief sobere en
weinig variatie biedende inrichting van de openluchtbaden. Ook is het
kennelijk te koud geworden om in de open lucht te zwemmen. Deze
terugloop wordt mede versterkt door de sterke afhankelijkheid van de
weersomstandigheden in de Nederlandse zomers. Je zou kunnen zeggen dat
vooral de laatste jaren de openluchtbaden gemiddeld zo'n veertien
dagen per jaar bij mooi weer nog echt effectief zijn. De rest van de
openstellingsmaanden zie en zag je hier en daar nog wel eens een
zwemmer/zwemster ronddobberen. De daarmee gepaard gaande inkomstender
ving legt een grote druk op de gemeentelijke begroting.
Ten tweede moeten er met name door de invoering van de Wet
hygiëne en veiligheid zweminrichtingen en op basis van groot onderhoud
grote investeringen worden gedaan in alle zweminrichtingen om aan deze
wet te kunnen voldoen. Enige bezinning was dus noodzakelijk geworden.
Een door het Ingenieursbureau Oranjewoud uitgevoerd onderzoek leverde
het rapport "Onderzoek exploitatieverbetering zwembaden Leeuwarden"
op. Op basis van dit rapport besloot de gemeenteraad in juni 1988 het
overdekt zwembad Jacob Catsplein in het openluchtbad De Kleine Wielen
te sluiten. Tevens werd besloten tot de bouw van een nieuw recreatie-
bad, waarbij werd uitgegaan van een maximale investering van 7 mil
joen. Dan laten wij even de ontwikkelingen buiten beschouwing die
inmiddels hebben plaatsgevonden. Het nu aan de orde zijnde plan kost
echter 16 miljoen. Een bedrag dat aanmerkelijk hoger uitvalt dan de
beschikbaar gestelde 7 miljoen. Maar voorzitter, ik wil een aantal
argumenten noemen waarom mijn fractie dit bedrag acceptabel vindt.
In de eerste plaats hebben wij nog niet zo lang geleden kunnen
vernemen dat Leeuwarden een gebrek aan recreatieve mogelijkheden
heeft. Dit plan verhoogt de aantrekkelijkheid van de stad en biedt
nieuwe mogelijkheden voor dag- en verblijfstoerismeEr worden drie
zwembaden afgestoten. Hierdoor worden de nu nog steeds oplopende
tekorten mogelijk teruggedrongen. Het sluit aan op de ideevorming van
een stadsgewest met hoogwaardige voorzieningen. Het biedt nieuwe
exploitatiemogelijkheden in de zakelijke recreatieve sfeer. Ik denk
hierbij aan mogelijkheden voor bedrijven. Het kan de concurrentie met
omliggende gemeenten, waar dit soort voorzieningen reeds zijn, zoals
Joure, Drachten en binnenkort ook Dokkum, gemakkelijk aan. Al dat
soort elementen worden ook vanavond niet in de discussie betrokken.
In de commissievergadering heeft met name de PAL-fractie en
eigenlijk doet de heer Bijkersma dat nu ook, zich kritisch uitgelaten
over de verwachte bezoekersaantallen. Natuurlijk is er niets met
31