zekerheid aan te geven. Maar ervaringen elders, zoals in Emmen, Veendam en dichter bij huis Joure, leren dat de bezoekersaantallen vaak ver boven de ramingen uitkomen. Naast de gebruikelijke excursies hebben mijn fractiegenoot en ik een soort prive-excursie gehouden, wij hebben met bedrijfsleiders gesproken. Ik dacht dat wij ons heel goed hadden laten informeren. De algemene tendens was dat de bezoekers aantallen toch allemaal te laag geraamd waren. Tevens is het ook bekend dat vele Leeuwarders nu bijvoorbeeld naar Joure trekken. Ook voor dagtoerisme biedt het plan grote mogelijkheden, met name in de zomermaanden. Bij een goed management moeten die 300.000 extra bezoekers dan ook ruimschoots gehaald kunnen worden. Tevens heb ik de overtuiging dat de opzet en de inrichting van het plan zodanig is dat deze cijfers misschien wel overtroffen kunnen worden. Om het ook in de toekomst aantrekkelijk te houden is het mijns inziens noodzakelijk te blijven investeren in nieuwe attracties. Ik wil het college dan ook vragen de mogelijkheden van fondsvorming te onderzoeken, die investeringen in de toekomst mogelijk maken. Over bezoekersaantallen gesproken, het is heel aardig dat ik zojuist op mijn bureau een onderzoek heb gekregen dat is ingesteld door studenten van de Thorbecke Academie. Die resultaten geven een heel positief beeld. Als de heer Bijkersma spreekt over vele Leeuwar ders die dit maar een raar plan vinden, spreekt dit rapport van vele Leeuwarders die dit een goed plan vinden. Het rapport spreekt uit dat vele Leeuwarders die nu niet gaan zwemmen, wel gaan zwemmen als het subtropische zwembad er is. Hoeveel Leeuwarders dat zijn, laten wij nu maar in het midden. Ik denk dat het getal groter is dan de suggestie die de heer Bijkersma probeert te wekken. In de commissievergadering is al gevraagd een onderzoek in te stellen naar een andere beheersvorm. Het lijkt mijn fractie goed dit onderzoek op korte termijn te laten uitvoeren, de wethouder heeft dat eigenlijk al toegezegd, om alle voor- en nadelen van een andere be heersvorm tegen elkaar te kunnen afwegen. Tot slot voorzitter, wij vinden dit een prima voorstel ook al gelet op het feit dat het totaalbedrag niet meer is dan wat wij nu al uitgeven aan de bestaande baden. Met betrekking tot het niet halen van de hele taakstelling, er staat nog een bedrag van 75.000 open, willen wij opmerken dat een aantal onzekere factoren, zoals de exacte opbrengst van energiebespa rende voorzieningen, nog niet berekend kunnen worden. Wij gaan er voorshands van uit dat de hele taakstelling wordt gehaald. Ik wil nu alvast uitspreken dat wij het niet eens zijn met de suggestie die met name door de heer Krol is ingebracht, dat de taak stelling desnoods maar binnen de sector moet worden gevonden. Mis schien kan je nog wat doen in de materiaalkeuze en de energiebesparen de maatregelen. Mocht dat überhaupt niet het geval zijn dan is het een ongebruikelijke methodiek in deze raad dat wij dat in de sector doorberekenen. Er ontstaat dan een nieuwe situatie. Enige optimisme mag best, een goed plan verdient dat. Ik wil toch 32 voor de aardigheid nog even citeren uit de notulen van de commissie, daar zegt de heer De Beer dat de exploitatie met een vleugje optimisme is opgezet. Ja, dat is heel wat anders dan het neersabelen wat de heer Bijkersma suggereert. En dan zegt de heer De Beer verder nog dat hij zich wel kan vinden in het plan en de opzet. Dat is toch een wat andere teneur dan de heer Bijkersma ons hier wil laten geloven. De Voorzitter: Het is nu pauze. De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de pauze De Voorzitter heropent, om 9.30 uur, de vergadering. De heer Jacobse vertrekt in de pauze. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling van agendepunt 23. De heer Meerdink: Bij mijn voorbereiding van de behandeling van dit punt heb ik het verslag van de raadsvergadering nog eens gelezen waar over het nieuwe recreatiezwembad is gesproken. In juni 1988 is iedereen, inclusief de wethouder, er van overtuigd dat op het terrein van zwembad Nijl&n een combibad gerealiseerd zou moeten worden. Het programma van eisen was uitgangspunt, maar het investeringsbedrag van 7 miljoen bleek een keiharde randvoorwaarde. Een voorstel van onze kant om de investeringen voor buitenvoorzieningen bij zwembad Kalver- dijkje te reserveren voor inversteringen in het combibad werd afgewe zen. Inmiddels is er geen zwembad Nijl&n meer. De gemeente heeft daar alle grond al verkocht. Het nieuwe recreatiezwembad zal nu, als de raad positief beslist, aan de Jelsumerstraat verschijnen. Niet meer aan de andere kant van de stad, wat zo'n goede spreiding was volgens de wethouder destijds, maar aan dezelfde kant. Niet voor een bedrag van 7 miljoen, maar voor een bedrag, even slikken, van 16 miljoen. Andere fracties hebben wel moeite met het investeringsbedrag, maar gaan toch akkoord. Zo heb ik in ieder geval vanavond begrepen. In juni 1988 was mijn fractie voor het besluit ten aanzien van de verbetering van de exploitatie van zwembaden. De PAL-fractie zag wel wat in een modern recreatiezwembad. Wij hebben toen ook gezegd aan het programma van eisen vast te houden in verband met de attractiewaarde van het bad. Maar die opmerkingen werden dan wel gemaakt binnen het raam van het voorstel destijds. Dat hield voor ons een maximaal investeringsbe drag van 8 tot 8,5 miljoen in. De werkgroep constateert in haar rapport dat een zwembad voor een bedrag van rond 7 miljoen niet te bouwen is en evenmin voor 8 miljoen. Een bad dat voor het publiek aantrekkelijk en attractief is, zoals de raadsbrief formuleert, maar wat is het verschil daartussen, moet 16 miljoen kosten, inclusief BTW. Zelfs exclusief BTW is het bad aanmerkelijk duurder dan het oorspronkelijk geraamde bedrag. Dat het bad veel meer zou moeten gaan 33

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 17