kosten dan aanvankelijk was geraamd, konden wij eigenlijk al zien aankomen bij een tussentijdse rapportage. De verschillende offertes kwamen allemaal op een bedrag uit van rond de 12 miljoen. De PAL- fractie vindt dat toen pas op de plaats gemaakt had moeten worden. Dat was een moment geweest om ons als raad nog eens te beraden op het plan en eventuele alternatieven aan te dragen. Alternatieven niet alleen in de lijn van het besluit van juni 1988, maar ook eventuele recreatieve voorzieningen op andere terreinen dan zwembaden. Wat gebeurde was dat enerzijds het college de werkgroep de opdracht gaf op basis van een bijgesteld programma van eisen en met in achtneming van de reeds vastgesteld (financiële) randvoorwaarden een nader onderzoek in te stellen. Anderzijds ging het college al vast aan de slag om wat extra geld binnen te halen, daarmee impliciet aangevend dat de opdracht aan de werkgroep niet al te letterlijk genomen moest worden. Het terrein van het zwembad Nijl&n werd in een vloek en een zucht gereed gemaakt voor de verkoop van kaveltjes grond. Er werd al een lokatie vastgesteld voor een eventueel nieuw te bouwen zwembad. De werkgroep hoefde de opdracht van het college niet serieus te nemen en deed dat dus ook niet. Zo constateert de werkgroep al op de eerste pagina van haar rapport dat een zwembad zoals dat gewenst was voor 7 miljoen niet gebouwd kan worden, daarvoor is 16 miljoen nodig. De indruk heeft bij ons post gevat dat dat zwembad er hoe dan ook moet komen Tussen het raadsbesluit van juni 1988 en het voorstel van nu ligt een grote financiële kloof die gedicht wordt door het exploitatieres ultaat. Twee jaar geleden ging de raad ervan uit met een investering van 7 miljoen voor een combibad, de exploitatie rond te kunnen krijgen. Daarbij werd van een veel geringer bezoekersaantal uitgegaan dan bij de huidige exploitatie-opzet. Het lijkt er achteraf veel op dat het voorstel van juni 1988 een slag in de lucht was. Niet onder bouwd met gegevens over de kosten en evenmin met de raming over de bezoekersaantallen. Nu wordt de raad gevraagd akkoord te gaan met een voorstel dat wel onderbouwd lijkt. Hoewel wij moeten afwachten of de bouwkosten binnen de perken zullen blijven. Anders dan bij de voor stellen rond Harmonie en stadskantoor onbreken er bij dit plan garan ties voor het in de hand houden van de bouwkosten. De zwakke stee in het verhaal is de raming van de bezoekersaan tallen. Wie had 20 jaar geleden kunnen denken dat de openluchtzwemba den in 1990 restanten uit een voorbij verleden zouden zijn, waarvan de exploitatie niet meer rendabel te krijgen is. In deze sector, de actieve en recreatieve vrijetijdsbesteding, is in de afgelopen 20 jaar enorm veel veranderd. Mijn fractie verwacht dat de snelheid van veranderingen hoog zal blijven en dat na verloop van ongeveer 10 jaar de exploitatie problematisch zal worden. Er is gewezen op een onderzoek dat studenten van de Thorbecke Academie hebben uitgevoerd. Daaruit bleek inderdaad een vrij grote belangstelling. Uit hetzelfde onderzoek bleek ook dat tweederde van de Leeuwarders vond dat het zwembad de Kleine Wielen niet gesloten moest blijven. Met andere woorden, als je gevraagd had aan de Leeuwarders of 34 zij elke dag zonnig weer wilden hebben, zou waarschijnlijk ook 80 tot 90Z daar positief over geweest zijn. De vraag is of je als gemeente in een dergelijk grootschalig avontuur moet stappen. Zijn de financiële risico's niet te groot? Moet de gemeente niet veel meer basisvoorzieningen aanbieden? Wie betaalt straks de eventuele verliezen op de exploitatie? In feite speelt deze vraag ook mee in de kwestie van de beheersvorm. In eigen beheer of overlaten aan een stichting. Onze twijfels over gezonde exploitatie op langere termijn vormen op zich al een reden tegen het besluit te zijn. Een andere reden wordt gevormd door het energieverspillend karakter van een dergelijk subtro- pich zwembad. In juni 1988 was onze toenmalige fractie van dat karak ter nog niet zo doordrongen. Maar het rapport "Zorgen voor Morgen" en het Nationaal Milieubeleidsplan hebben onze fractie ervan doordrongen dat wij niet alleen zuinig met energie moeten omgaan, maar ook dat wij niet-noodzakelijke energievretende voorzieningen moeten afwijzen. Gepoogd wordt natuurlijk zo zuinig mogelijk om te gaan met energie, dat is vanzelfsprekend. Maar een subtropisch zwembad met golfslagbad, wirlpool enz. verbruikt nu eenmaal veel energie. Kortom mijn fractie vindt het onderhavinge voorstel niet goed passen in het ook door de nieuwe minister van Milieu uitgedragen milieubeleid. Een niet onbelangrijk probleem is de gezondheid van het perso neel. Uit een onderzoek is gebleken dat het werken in dit soort recreatiebaden nogal een aanslag doet op de gezondheid. Waar de overheid middels de arbeidsinspectie, gezondheidsdiensten enz. een beleid voert om door verbetering van de arbeidsomstandigheden het arbeidsverzuim zo minimaal mogelijk te maken, wordt met voorzieningen als subtropische zwembaden een nieuwe categorie ziekmakende werkplek ken gecreëerd. Het verbaast ons dat hierover met geen woord in de raadsbrief wordt gerept. Tot slot, de PAL-fractie is tegen dit voorstel, dat zal duidelijk zijn. Wij willen bijvoorbeeld een glashelder recreatiemeer in het nieuwe te ontwikkelen recreatiegebied. De PAL-fractie wil zeker een attractieve recreatieve voorziening, maar niet tot elke financiële prijs of ten koste van het milieu. Om in de behoefte aan recreatief zwemmen en verenigingszwemmen of wedstrijdzwemmen, zoals uit de brief van ORCA blijkt, te voorzien moet wat ons betreft gedacht worden aan uitbreiding van zwembad KalverdijkjeWanneer die uitbreiding sober wordt uitgevoerd moet onzes inziens een gezonde exploitatie haalbaar zijn, ook op de lange termijn. Mevrouw Vlietstra (weth.): Een aantal sprekers is nog eens ingegaan op de zwemsituatie en de belangstelling voor het binnen en buiten zwemmen. Ik zal dat niet herhalen. Het rapport is daar duide lijk over. Ik begrijp dat de CDA-fractie bij monde van de heer Krol zegt dat zij zullen instemmen. De heer Krol waarschuwt de vinger aan de pols te houden met name als het gaat om het tijdig bijsturen. Ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Ook een aantal andere sprekers heeft gezegd dat 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 18