nu weliswaar de belangstelling voor deze vorm van zwemmen groot is,
maar dat dat over een aantal jaren wel weer kan veranderen. Het is
inderdaad belangrijk om daarop te anticiperen en niet, zoals veel
gebeurd, achteraf zaken bij te stellen. Ik heb wat moeite als de heer
Krol zegt dat de exploitatie sluitend is gemaakt. Ook een aantal
anderen hebben dat gedaan. Als wij de exploitatie inderdaad sluitend
hadden willen maken, hadden wij het aantal bezoekers zo geraamd dat
wij daarmee ook nog de herwaarderingstaakstelling hadden gehaald. Dat
hebben wij uitdrukkelijk niet gedaan. Wij hebben een raming gemaakt op
basis van een aantal argumenten die ook in het rapport te vinden zijn.
402 stijging ten opzichte van het huidige aantal recreatieve
bezoekers, daar hebben wij het dan over, is de meest conservatieve
raming. Er is dus geen sprake van sluitend maken. Dat zou ook heel
onverstandig zijn. Het gevolg is wel dat wij de taakstelling die nog
steeds op ons rust op een andere manier zullen moeten realiseren.
De heer Krol hecht aan de realisering van de herwaardering. Wij
ook. Eventueel, zegt de heer Krol, zou je dat ook nog kunnen halen uit
de aanneemsom, mocht die lager uitvallen. Dat zou een mogelijkheid
zijn. Of binnen de sector. Dat laatste daar verbaas ik mij over. Wij
hebben als raad altijd de lijn gehad dat wij als wij moeten herwaarde
ren een aantal projecten aanwijzen die het herwaarderingsbedrag moeten
gaan leveren. Blijkt, om wat voor redenen dan ook, dat niet haalbaar,
dan is dat een tegenvaller voor de algemene dienst. Dan bekijken wij
opnieuw waar wij zullen herwaarderen. Wij hebben tot nu toe nooit de
lijn gevolgd om binnen de sector tegenvallers op te vangen. De keer
zijde, dat dan binnen die sector ook de meevallers besteed zouden
mogen worden, hebben wij ook niet gehanteerd. Het lijkt mij een
afwijking van de lijn zoals wij die hier met z'n allen al sinds jaar
en dag volgen.
De heer Krol zegt: "laten wij afzien van de recreatieve voorzie
ningen in het Kalverdijkje"Het college is zover nog niet gegaan. U
hebt in het rapport kunnen lezen dat het college zegt, laten wij
voorlopig nog even afwachten hoe de ontwikkeling van het nieuwe
recreatieve bad is. Wij stellen voor om voorlopig inderdaad af te zien
van de recreatieve aanpassingen in het zwembad KalverdijkjeWij
moeten even bekijken hoe de ontwikkeling van het nieuwe bad zal
worden. De besluitvorming over het Kalverdijkje zullen wij betrekken
bij een aantal noodzakelijke investeringen die wij toch moeten doen op
basis van de Wet hygiëne veiligheid zweminrichtingen in 1994. Dit gaat
iets minder ver dan wat de heer Krol voorstelt, namelijk om van
aanpassingen af te zien. Ik zou de heer Krol willen vragen ons daarin
te volgen.
Dan heeft de heer Krol gesproken over het absolute maximum. De
heer Bijkersma heeft naar aanleiding daarvan gezegd dat hij de heer
Krol daar aan zal houden. Dat zullen wij wel merken in de komende
jaren. Ook wij gaan ervan uit dat het met dit bedrag gewoon moet
kunnen.
Onderzoek naar de meest gewenste beheersvorm. Daar is in de
raadsbrief een opmerking over gemaakt. Wij hebben ook in de commissie
36
gezegd dat er nog wel wat tijd nodig is om dat op een rijtje te
zetten. Ik verwacht dat dat voor de zomer zeker moet lukken. Daar
zullen wij dan in de commissie nog een discussie over voeren.
Dan kom ik bij de heer Bijkersma. Die zegt dat hij het wel eens
is met dat er wat moet gebeuren in die sector, maar dat hij de zaak
financieel slecht onderbouwd vindt. Hij vraagt het college om daar nog
eens naar te kijken. Ik zou de heer Bijkersma er op willen wijzen dat
in de commissie de hele zaak uitvoerig is doorgesproken. Daar was ook
zijn fractiegenoot de heer De Beer bij. Uiteindelijk heeft de commis
sie geconcludeerd dat de onderbouwing van het rapport zodanig is dat
de commissie de raad adviseert er mee in te stemmen. Ik moet zeggen
dat ik van de heer Bijkersma geen nieuwe punten heb gehoord die in de
commissie niet uitvoerig aan de orde zijn geweest.
De heer Bijkersma zegt: ik kies niet voor een open eind financie
ring. Wij stellen dat ook niet voor in deze raadsbrief. Het mag toch
niet zo zijn dat je een plan maakt en dan op het dubbele uitkomt. Het
is goed om dan nog even naar het verleden te kijken. Het rapport van
het Ingenieursbureau Oranjewoud berekende wat de maximale inverste-
ringsruimte was die wij hadden, op basis van een aantal kredieten. Wij
hadden er al rekening mee hadden gehouden dat wij die uit zouden
moeten geven in de komende jaren in de vier bestaande baden. Op basis
van een raming van het aantal bezoekers hebben wij gekeken wat op dat
moment, rekening houdend met de taakstelling, de financiële mogelijk
heden waren. Die 7 miljoen was dus niet gerelateerd aan een plan wat
er lag, laat ik dat even voorop stellen. De heer Bijkersma suggereert
een beetje dat wij toen een plan hebben gemaakt, dat wij het nu
nogeens over hebben gedaan en dat het nu ineens twee keer zo duur
blijkt te zijn. Wij hebben drie bureaus uitgenodigd om een plan te
maken en uit te rekenen wat dat zou moeten kosten. Op dat moment is
niet alleen door ons maar ook door de meeste fracties in de raad al
geconstateerd dat het waarschijnlijk wel duurder zou gaan worden. De
bedragen lagen toen op 12 13 miljoen. Dat wij nu op 16 miljoen
uitkomen heeft te maken, ik heb dat ook in de commissie gezegd, met
enerzijds dat wij in het bedrag van 13 miljoen niet de BTW hadden
meegerekend en anderzijds dat intussen een prijsstijging heeft plaats
gevonden waardoor je zo'n 102 hoger komt. Verder heeft het te maken
met het gegeven dat wij nu op een terrein gaan bouwen waar geen enkele
infrastructuur is. (De heer Bijkersma: Maar dat kon u toch allemaal
weten, BTW moet al sinds jaren in Nederland betaald worden. Dat
begrijp ik niet.) Dat is niet een kwestie van vergeten, dat is een
kwestie van welke bedragen vergelijk je op een gegeven moment met
elkaar. Als ik de heer Bijkersma een plan had voorgelegd van 8
miljoen dan waren daar ook de BTW en de prijsstijging nog over heen
gekomen. Dan was dat dus ook hoger uitgekomen dan 8 miljoen. Overi
gens staat dat ook allemaal in het rapport, mijnheer Bijkersma.
Het onderzoek is op summiere wijze gebeurt, zegt de heer Bijker
sma. Ik zou dat met klem tegen willen spreken. Het is een heel gedegen
onderzoek geweest. Alle gegevens die nu beschikbaar kunnen komen zijn
ook inderdaad beschikbaar en een aantal andere zaken, bijvoorbeeld het
37