WD-fractie daar geen moeite mee. Zo gaat dat bij ons.
Voorzitter, ik heb al tegen de heer Van Olffen gezegd dat hij
weinig argumenten naar voren heeft gebracht om mij te bestrijden. Hij
zegt: wij mogen blij zijn met de enquête van de leerlingen van de
Thorbecke Academie. Heeft hij er dan wel in gelezen dat zodra de
toegangsprijs verhoogd wordt, het bezoekersaantal terugloopt? (Mevrouw
Vlietstra: Dat stellen wij niet voor.) Nee, dat stellen wij niet voor,
maar wij gaan uit van dit bedrag, dat staat ook op een bepaalde
bladzijde. Maar het is nog maar de vraag of zoiets niet gaat gebeuren.
Ik wil alleen zeggen, mijnheer Van Olffen, als je een rapport naar
voren brengt, moet je dat wel in zijn totaliteit doen met de voor- en
nadelen. Ik heb nu één van die nadelen even naar voren gebracht.
Voorzitter, mevrouw Vlietstra is ingegaan op mijn woorden. Ik heb
gezegd dat een aantal zaken toch slecht is onderbouwd. Ik wil mevrouw
Vlietstra wijzen op bladzijde 21, het verpachten van het restaurant.
Ik heb naar voren gebracht dat juist zo'n instituut als Centerparces
daar grote verliezen mee heeft geleden. De wethouder rekent daar op
70.000,-- inkomsten. Dat zou best minder kunnen zijn. Je moet altijd
een goede ondergrens stellen, de wethouder heeft de bovengrens aange
houden. Dat willen wij niet.
De wethouder zegt: wij hebben de begroting niet sluitend gemaakt
door de bezoekersaantallen te verhogen, in tegendeel. Dat is hetzelfde
als ik zou beweren: ik heb geen fiets gestolen, dus ik ben geen dief.
Dat heeft er niets mee te maken. Het gaat er niet om wat je niet doet,
maar om wat je wel doet. Ik wijs de wethouder op het rapport van Inge
nieursbureau Oranjewoud dat een bepaald bezoekersaantal aantoonde. De
wethouder is van een andere indicatie van bezoekersaantallen uitge
gaan. De wethouder zegt dat blijkt dat in Leeuwarden het recreatief
zwemmen toeneemt. Je moet niet één kolom eruit halen, je moet het
totale nemen. Daar gaat het ten slotte om. Die totalen geven toch een
dalende tendens aan. 393-394 en dan in 1989 389. Dat is een duidelijke
achteruitgang. Daar moet je voor gewaarschuwd zijn.
Kortom, mijnheer de voorzitter, wij hebben gevraagd om de zaak
nog eens terug te nemen en alle vraagtekens nog eens na te gaan. Een
aantal heb ik naar voren gehaald, ik denk dat de wethouder inventief
genoeg is om zelf ook nog een aantal vraagtekens te plaatsen. Zo niet
dan wil ik dat best doen. Dan komt er een scherper voorstel naar
voren. Wij zijn niet tegen dat nieuwe zwembad. Wij zijn alleen wel
tegen een zwembad dat op financieel drijfzand is gebouwd.
De heer Van Olffen: Even heel kort, voorzitter. Het is niet aan
mij om in te grijpen bij het stemgedrag van de WD-fractie. Dat is
haar eigen verantwoordelijkheid. Ik heb alleen geconstateerd dat het
WD-geluid in de commissievergadering volstrekt anders was dan hier in
de raad. Dat is mijn goed recht. Wij hebben afgesproken dat de discus
sies in principe binnen de commissies dienen plaats te vinden. Alle
financiële informatie, wat de heer Bijkersma financieel drijfzand
noemt, moet zijn fractie bij de commissiebehandeling inbrengen. Als
dat terecht zou zijn zou het college er daar nog op in kunnen spelen,
42
alvorens met een definitief voorstel naar de raad te gaan. De WD-
fractie is daar in gebreke gebleven. Wij zijn het ook wel eens niet
eens, dan maken wij een voorbehoud in de commissievergadering en
zeggen dat wij er in de raad nog op terug willen komen. De WD-fractie
heeft ingestemd met de plannen, zij het met een vleugje optimisme. Dat
vleugje optimisme is het financiële drijfzand. Dat is de twijfel
uitspreken over de bezoekersaantallen. Vervolgens gaat de heer Bijker
sma vergelijkingen trekken met een bad in Rotterdam, wat volstrekt
niet vergelijkbaar is met de situatie in Leeuwarden. Ik blijf staande
houden dat de 300.000 bezoekers zoals die in het voorstel zijn gefor
muleerd, ik persoonlijk aan de krappe kant vind. Wij bieden kwaliteit.
Ik vind het jammer dat de heer Bijkersma de discussies die wij in deze
raad gevoerd hebben niet mee heeft gevoerd. (De heer Bijkersma: Kijk
maar naar de ijshal, hoe dat is gegaan.) Misschien hebben wij daar wel
te veel consessies op te uiteindelijke planuitvoeringen gedaan,
daardoor ontstond er een onaantrekkelijk geheel. Dit is een verwijt
wat in het verleden wel vaker gemaakt is, het moest inderdaad altijd
voor een dubbeltje op de eerste rang. Laten wij nu maar eens investe
ren in kwaliteit.
De heer Meerdink: Wat de financiën betreft, daar kunnen wij heel
lang over praten. Het gaat om een raming van de bezoekersaantallen,
met name op de langere termijn. Wat ik met betrekking tot het onder
zoek gezegd heb is eigenlijk dat ik van verschillende fracties gehoord
heb dat er inderdaad behoefte aan een dergelijke voorziening is. Dat
heb ik ook gelezen. Wat ik ook gelezen heb, en daar heb ik niemand
over gehoord, is dat men vindt dat het zwembad de Kleine Wielen open
moet blijven. Vandaar dat ik op een bepaald moment de vraag stel of
daar wel naar is gekeken. Daar moet wel goed naar gekeken worden.
Dan wat de heer Krol zegt over onderzoeken van de Thorbecke
Academie. Het is natuurlijk niet zo dat omdat het onderzoek van een
bepaald instituut komt het daarom per sé goed is. Dat weet de heer
Krol ook wel
Het milieu is inderdaad een nieuw element. Wij hebben financiële
argumenten voldoende naar voren kunnen brengen, naar ik hoop, om tot
een andere zienswijze in de raad te komen. Dat is niet gelukt. Ik heb
inderdaad het milieu-argument er nu bij genoemd. Dat is een belangrijk
argument. Dat blijkt ook uit ons verkiezingsprogramma.
Tot slot wat de arbeidomstandigheden betreft. Ik hoop inderdaad
dat er in ieder geval door een bepaald soort roostering ziekteverzuim
voorkomen kan worden. Ik wil dat afwachten, maar ik heb er niet alle
vertrouwen in.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik kan kort zijn. Mijn
heer Krol heeft verduidelijkt wat hij bedoeld heeft met zijn opmer
king. Dan zitten wij op dezelfde lijn, dat geldt ook voor het Kalver-
dijkje
Van de heer Bijkersma wordt ik een beetje moedeloos. Hij heeft
mij in eerste instantie allerlei vragen gesteld; die heb ik beant-
43