mag dan niet op voordracht bestuurleden leveren voor de Westerkerk. Over twee of drie jaar bestaan misschien een aantal stichtingen die nu functioneren niet meer of zijn zij weer een heel andere kant opgegaan. Het is veel handiger om het proces van het benoemen van bestuursleden autonoom te laten plaatsvinden zonder dat er allerlei dwarsverbanden gelegd worden met allerlei bestaande stichtingen. Wij beginnen met een bestuur in oprichting bestaande uit vier voormalige bestuurders uit de Stichting Fries Straatfestival danwel Activiteiten Prinsentuin, aangevuld met drie nieuw te kiezen mensen. Na verloop van tijd verwa tert natuurlijk volstrekt de relatie die er bestaat met de Stichting Fries Straatfestival en is het gewoon een zelfstandige autonome stich ting geworden die via de normale kanalen bestuursleden aanvult als er verloop optreedt. Dus nogmaals ik heb geen behoefte aan deze motie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie van de heer Meerdink. De motie van de heren Meerdink en Heins wordt verworpen met 28 tegen 3 stemmen. (Voor stemmen de leden van de PAL-fractie De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 27. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 28 (Bijlage nr. 110). De Voorzitter: Aan de orde is huisvesting gemeentelijk apparaat. De heer Den Oudsten: Het gebeurt gelukkig niet vaak dat het gemeentebestuur besluit over de bouw van een nieuw stadskantoor. Het gebeurt niet vaak omdat het een zeer ingrijpend besluit is in meerder opzichten. Het gaat om vele miljoenen guldens. Het is ook een besluit wat een soort historische betekenis heeft. De PvdA-fractie heeft vanuit vier invalshoeken naar het besluit gekeken. Allereerst vanuit de invalshoek: de zorg voor de huisvesting van het gemeentelijk apparaat en de rol van het gemeentebestuur als werkgever. In de tweede plaats vanuit het principe van de concentratiegedachte. In de derde plaats de lokatie. In de vierde plaats de kosten. Wij hebben in een flink aantal commissievergaderingen uitgebreid over de ins en outs van dit voorstel gepraat. Wij hebben alles tot in detail uitgespit. Ik kan mij dan ook in eerste termijn beperken tot de hoofdlijnen Allereerst de zorg voor de huisvesting. Het is een verantwoorde lijkheid van het gemeentebestuur om te zorgen dat het ambtenarenappa raat op goede en verantwoorde manier is gehuisvest. Dat is de verant woordelijkheid die wij hebben als werkgever. Het is ook een verant 54 woordelijkheid die, als het moment daar is en dat is naar ons idee nu zeker het geval, ook gehonoreerd moet worden in een zorgvuldige afweging van aantallen vierkante meters en in ieder geval ook te zorgen dat er niet wordt gesjoemeld met ruimte. In de tweede plaats de concentratiegedachte. Wij zijn het als fractie eens met het feit dat er gestreeft wordt naar de concentratie van de gemeentelijk diensten op één lokatie. Wij zijn het als fractie, althans in zeer grote meerderheid, ook eens met het feit dat het college van b.en w. met een beperkte ondersteuning achterblijft in het stadhuiscomplex en in het Stadhouderlijk Hof. Twee leden van de fractie geven er de voorkeur aan dat ook het college van b. en w. mee verhuist naar het Burmaniacomplex. Wij zijn het eens met die concen tratie omdat wij daarmee denken een aantal doelen die wij ons gesteld hebben aan het begin van de reorganisatie, beter te kunnen halen. Het gaat om een grotere klantgerichtheid, een hogere efficiency en om een grotere flexibiliteit. Wij denken dat dat door de voorstellen die nu worden gedaan beter kan worden gerealiseerd dan wanneer je op ver schillende lokaties gehuisvest blijft. Een derde punt is de lokatie zelf, het BurmaniahuisEven los van het feit dat, denk ik, om de plannen te realiseren wij niet een bod zouden hebben gedaan op het Burmaniacomplex als wij nu het Burmania huis nog moesten kopen. Toch denk ik dat het een uitstekende huisves ting is voor de geconcentreerde gemeentelijke diensten. Het is in het centrum, het is goed bereikbaar en er is veel parkeergelegenheid. De lokatie is wat dat betreft bij uitstek geschikt om een nieuw stadskan toor te bouwen. In de vierde plaats hebben wij gekeken naar de kosten. Het gaat natuurlijk om een heel hoge investering. Daar zijn wij ons heel goed van bewust. En het gaat om een wat specifieke manier van financieren. Mijn fractie heeft daar heel zorgvuldig naar gekeken, de voors en tegens afgewogen, maar is in grote meerderheid tot de conclusie gekomen dat het hier een verantwoorde financieringsvorm betreft die incidenteel gehanteerd kan worden. Wij denken dat dit hier nu zo'n incidenteel geval betreft. Twee leden van de fractie achten echter deze vorm van financiering in dit geval niet verantwoord. Ten slotte zou ik nog iets willen zeggen over twee andere zaken. Allereerst iets over de manier van projectuitvoering. Er stonden ons in feite twee wegen open. In de eerste plaats het uitvoeren in eigen beheer en in de tweede plaats het uitbesteden van het project. Er is gekozen voor het uitvoeren in eigen beheer. Wij denken dat dat op zichzelf ook een terechte keus is, hoewel wij ook denken dat het risico van budgetoverschrijdingen hierdoor groter is. Er kan niet genoeg worden benadrukt dat er nauwkeuring op moet worden toegezien dat budgetoverschrijdingen niet zullen plaatsvinden. Als laatste nog het volgende. Wij gaan niet alleen als dit voorstel wordt aangenomen met elkaar naar een nieuw complex, wij laten ook een flink aantal panden achter, waarvan een aantal een grote historische betekenis hebben voor de stad. Dit kan niet genoeg bena drukt worden. De bestemming van die panden in de toekomst moet ook 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 28