oneel misschien niet mooi is, maar wil je efficiënter gaan werken, dat was één van onze doelstellingen, dan zal je toch wel een andere lokatie voor een aantal diensten moeten vinden. Toen wij in de gelegenheid waren de zogenaamde Aegon-complexen aan te kopen, was het voor wat betreft de WD-fractie een lief ding geweest om direct maar met plannen te beginnen, in plaats van nu zo met de rug tegen de tijd aan. Dat heb ik ook in de algemene beschou wingen naar voren gebracht. Er is getracht het gebouw op de markt te verkopen, dat is niet gelukt, ook de tijd hebben wij tegen gehad. De lokatie die nu is gekozen op de terreinen van de zogenaamde Aegon-gebouwen een goede. De verspreide diensten kunnen daar gezamen lijk worden ondergebracht. Kunnen daar in de nieuwe organisatie, helaas wat later dan wij misschien wilden, gaan werken. Ik denk dat juist de cultuurverandering die wij met zijn allen beoogd hebben, daar ook veel beter tot zijn recht kan komen. Het spijt mij eigenlijk dat het besluit niet zover is gegaan, daar ook het college en de secretaris te huisvesten. Hier te blijven daar kleven een aantal mankementen aan. In de eerste plaats wordt gezegd: de afstand is niet zo groot, dat zal wel meevallen. Ik heb geen goede ervaring met zaken waarbij de directie en de diensten ver uitelkaar liggen. (De Voorzitter: De directie hebt u het toch over?) Ja maar daar behoort ook het college bij. Het college niet in de zin zo u dat zegt, maar het college is natuurlijk wel politiek verantwoor ding verschuldigd aan deze raad en ik mag veronderstellen dat bij het nemen van beslissingen een aantal ambtenaren toch advies moet geven aan het college. Juist die heen- en weergang zal niet goed zijn voor de werkmethode. Het is veel gemakkelijker als je een wethouder direct kunt vragen: geef mij daar eens uitleg van. Ook omgekeerd dat een diensthoofd een directie of hoe je dat ook wilt noemen om advies naar de wethouder kan gaan hoe het college over een plan denkt. Daarom is een centrale huisvesting van ook het college daar een goede zaak. Door hier te blijven zullen er meerdere kosten optreden. Een aantal wil ik noemen: het aantal bodes, de bewaking, de telefoondienst, de koffie. Kortom er zitten natuurlijk veel meer kosten aan vast als die hier blijven dan als zij daar gehuisvest worden. Dan hebben verschillende sprekers gezegd: maar deze gebouwen hebben een grote traditionele waarde. De WD-fractie is dan ook van mening dat de gebouwen waarin wij nu zitten echt behouden moeten blijven voor het bestuurlijk apparaat. Ik zou mij kunnen voorstellen dat er een werkgroep wordt ingesteld die zou moeten onderzoeken waar en wie wij daar kunnen onderbrengen in bestuurlijke zin. Ik wil een aantal voorbeelden noemen: de Regio, de Geneeskundige Dienst, dat zijn zo maar een aantal voorbeelden uit de vuist weg, die natuurlijk een duidelijker en betere onderbouwing moeten hebben. (De heer Ten Hoeve: U noemt een paar voorbeelden, zonder daar over na te denken. Dit klinkt natuurlijk wel heel gemakkelijk. Ik zie de DGD hier al zitten in de Gele Zaal of in de Nassauzaal.) Het zou toch eens onderzocht kunnen worden. Ik wil een zeer expliciet voorbeeld noemen waar de WD- fractie al jaren over praat. Het politie-apparaat zou hier met een 60 veel grotere huisvesting goed uit de voeten kunnen. Het gebouw wat hier achter ligt, de vroegere stadswacht, zou best weer een politie post kunnen zijn. (De Voorzitter: Dat is overigens geen nieuw en origineel idee.) Nee, maar het is wel goed om dat weer eens naar voren te brengen. Iedere fractie denkt nu wel dat de politie naar de binnen stad toe moet, maar het was de WD-fractie die dat jaren geleden als eerste zei en ik hoor nog een fractie-voorzitter van een andere partij zeggen: de politie moet wel te zien zijn in figuurlijke zin, maar niet in letterlijke zin, liever niet in uniform op straat. Maar daar wil ik het nu niet over hebben, dat is een discussie terugvoeren. (De heer Ten Hoeve: Het gaat natuurlijk niet om de politiepost, het gaat om de specifieke gebouwen. Niet om de kantoorfunctie die hier ook is, maar om deze ruimte en om de kamers in dit gebouw en in het gebouw aan de overkant. Dat gebouw is overigens met verplichtingen aan de Koningin aangekocht. Ik kan niks met de suggesties die de heer Bijkersma hier rondstrooit. Hij laat een paar losse flodders los en dan moet een ander maar even nadenken. Ik daag de heer Bijkersma uit zelf eens na te denken en niet alleen van die losse flodders af te schieten.) Het zijn geen losse flodders, het is een bijkomende gedachte. Vaak blijken dat later goede ideeën te zijn. Ik heb gezegd: wij zijn van mening dat een centrale huisvesting op zijn plaats is. Wij zijn ook van mening dat het college met de sectetaris daar heen moet. Dan voor wat betreft de gevolgde methode. In de Commissie voor de Financiën is uitvoerig aan de orde geweest - en ook in andere commis sies - hoe je dit nou het beste kunt realiseren. Vanavond heb ik een betoog gehouden over dat je zoveel mogelijk risico's moet vermijden, open einde enz., enz. Nu is door het college een aantal zienswijzen gepresenteerd, gebaseerd op de te volgen methode. De ene is de tradi tionele methode, de andere was het zogenaamde turn key-project. Aan beide zitten voordelen, maar als ik ze naast elkaar leg, denk ik dat op financieel gebied aan de turn key-methode meer voordelen zitten dan aan de traditionele. Toen wij die zaken bespraken waren er verschil lende commissieliden die zo tegen het einde van de vergelijking zeiden: eigenlijk nijg ik er toe om juist dat turn key-project voor rang te geven. Waar op aan werd gedrongen en wat aandacht moest krijgen was het feit dat bij de traditionele methode de kwaliteit veel beter zou zijn. Bij de turn key-methode zou het financiële aspect meer afgebakend kunnen zijn. Dat waren de hoofdlijnen. Dat werd tegen elkaar afgezet. Het college heeft gezegd: wij kiezen voor een traditi onele methode omdat dan de kwaliteit beter bewaakt kan worden. Dat brengt met zich mee dat er financiële risico's naar voren komen. Nou vind ik dat als je zo'n zaak via het turn key-project gaat doen, en dat doen vele grote maatschappijen vandaag de dag, dan is er best een kwalitatief goed project te verkrijgen, als je aan het begin maar een goed programma van eisen naar voren brengt. Het grote voordeel daarvan is, het kan wel duur zijn en het zal ook wel duur zijn, maar je weet precies waar je aan toe bent. Dat is het bedrag waarvoor je het gebouw neer wilt zetten. Dan zit er natuurlijk een zekere winst in voor 61

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 31