degene die het gaat bouwen, maar tegenover het risico dat wij lopen zou het best kunnen zijn dat je kiest voor die turn key-methode. Kortom, mijnheer de voorzitter, dat zijn een aantal hoofdlijnen waar ik nog even op terug wilde komen, ik had er geen behoefte aan datgene wat ik in de Commissie voor de Financiën naar voren heb gebracht nog eens een keer naar voren te brengen. Bij verdere bestude ring en hoe verder je je in deze zaak gaat verdiepen, is er ten aanzien van de gedachte die u ventileert, wel een verscherping naar voren getreden. Die verscherping mondt uit in een motie. Wij hebben twee moties gemaakt. In de eerste plaats een motie welke tegemoet komt aan onze gedachtengang dat het college en de secretaris daar ook heen moeten verhuizen, die motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden in vergadering bijeen op 2 april 1990, behandelende agendapunt 28, overwegende dat, - centrale huisvesting van het gemeentelijke administratief appa raat een goede zaak is; - het niet huisvesten van het college en de secretaris in de nieuwe vestiging geen goede zaak is; - draagt het college op de huisvesting van college en secretaris in de nieuwe lokatie te realiseren, en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer Burg. (De Voorzitter: de motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadsla gingen. Dit is WD-motie nummer 1.) En dan de tweede motie die wij in wilden dienen, is de keuze tussen turn key-project en de traditionele werkwijze. "De raad der gemeente Leeuwarden in vergadering bijeen op 2 april 1990, behandelende agendapunt 28 (mieuwbouw stadskantoor op de zogenaamde lokatie Aegonpanden, overwegende dat, - voor realisatie hiervan gekozen kan worden voor twee bouwvari- anten: le: bouw op traditionele wijze; 2e: bouw via de zogenaamde turn key-methode; - ieder financieel risico voor de gemeente zoveel mogelijk vermeden dient te worden; - bij de bouw middels de zogenaamede turn key-methode de kosten duidelijk meer afgebakend zijn en derhalve minder risico's met zich meebrengen; draagt het college op de bouw van het nieuwe stadskantoor uit te voeren middels de zogenaamde turn key-procedure, en gaat over tot de orde van de dag." Voorzitter, de keuze die hier vanavond voor ons ligt is niet zozeer een politieke keuze, maar meer een keuze tussen een verstandige 62 keuze en een onverstandige. De WD-fractie is van menig dat zij u de verstandige keuze voorlegt. De motie is mede-ondertekend door de heer Burg. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Ik heb deze motie nummer 2 gegeven. Ik heb dus één motie van de PAL-fractie en de moties 1 en 2 ingediend door leden van de WD-fractie.) De heer Kessler (weth.): Van mijn kant, mede gelet op de uitge breide commissiebehandeling, een kort antwoord. De meeste voors en tegens met betrekking tot de keus zijn voldoende duidelijk in de raadsbrief vermeld, zodat ieder op een goede manier tot zijn standpunt kan komen. Het betoog van de heer Den Oudsten geeft mij weinig reden tot het maken van opmerkingen. Hij laat vanuit vier invalshoeken de in de raadsbrief aan de orde zijnde keuzes nog een keer de revue passeren. Ik ben het volledig met hem eens. Ik wil nog wel een keer onderstre pen, maar dat geldt natuurlijk voor meerdere sprekers, dat het bij de projectuitvoering er vooral om gaat budgetoverschrijdingen niet te laten plaatsvinden. Ik heb al in de commissie gezegd op welke manier wij daarmee omgaan. Ten eerste door er een zware projectleider op te zetten. Ten tweede door ook bij de architectenkeuze heel nadrukkelijk iemand te kiezen die gewend en in staat is om met een budget te werken. Ten derde door steeds tussentijds in allerlei fases die aan de orde zijn, terug te koppelen en na te gaan of de inhoudelijke uit gangspunten, de schetsontwerpen, etc., etc. nog wel met de budgetten die beschikbaar zijn kloppen. Dat zijn richting bouwproces de voor naamste componenten om de budgetoverschrijdingen tegen te gaan. Ik ben het met de heer Den Oudsten eens dat het van grote beteke nis is, dat de achtergelaten panden een goede bestemming krijgen. Ik ga ervan uit dat daar vermoedelijk in overleg met de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting verder inhoud aan gegeven zal gaan worden. Dan kom ik bij de heer Heins, die kan zich in de contouren op zich vinden. Hij kent grote waarde aan concentratie toe, maar heeft toch moeite met de beslissingen die hier voor ons liggen. Kan Leeuwar den zich op dit moment wel een dergelijk stadskantoor veroorloven? Hij gaat op een aantal punten in. Hij bestrijdt eigenlijk met zoveel woorden de voordelen die wij in de raadsbrief aan de orde stellen. Hij vraagt zich af of die wel zullen optreden en werkt met name het punt klantgerichtheid verder uit. Ik ben het met hem eens dat klantge richtheid natuurlijk ook tot stand zal moeten komen op de manier zo hij die naar voren brengt: houding, paravencultuur uitbannen, etc., etc. Maar naar mijn gevoel is het heel nadrukkelijk een en-en-situa- tie. Je kan de klantgerichtheid èn bevorderen door in de cultuur van de organisatie dingen te veranderen, maar je kan de klantgerichtheid wel degelijk ook bevorderen door geconcentreerd op één plek de huis vesting van het gemeentelijk apparaat te lokaliseren. Die lijn hebben wij gekozen. Overigens denk ik dat er naast die klantvriendelijkheid ook 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 32