meerdere argumenten te bedenken zijn om nu tot deze keuze over te gaan. Laat ik het niet onbelangrijkste punt noemen. Je mag toch constateren dat de huisvesting van het ambtelijk apparaat zoals dat op dit moment plaats vindt, ook na de tijdelijke huisvesting, niet meer geheel, en dan druk ik mij nog een beetje zachtjes uit, voldoet aan de eisen van deze tijd. Het is goed om aan de reorganisatie ook een eigentijdse huisvesting te koppelen zoals dat alom in den lande binnen gemeenten op dit moment aan de orde is. Ik zie niet in waarom Leeuwar den het ambtelijk apparaat op langere termijn zal moeten blijven huisvesten zoals wij nu doen. Er komt hoe dan ook een keer een moment dat wij met elkaar moeten constateren dat het zo niet langer kan. Wij hebben gekozen dat moment nu te stellen. Waarom? Ten eerste omdat het mooi aansluit bij de reorganisatie en een iets andere manier van omgaan met het ambtelijk apparaat. Ten tweede omdat, ik wil niet ontkennen dat dat een rol meegespeeld heeft, wij op dit moment met het Burmaniahuis zitten, waarvoor wij een oplossing moeten zien te beden ken. Die twee componenten, de reorganisatie en het Burmaniahuis, heeft het college doen besluiten om nu door te pakken en het ambtelijk apparaat zodanig te huisvesten dat wij gedurende langere tijd kunnen voldoen aan de eisen van deze tijd. Dat is het tweede argument naast klantgerichtheid Ten derde speelt in onze optiek toch ook heel duidelijk mee dat de lokatie of huisvesting van het ambtelijk apparaat op één plek een efficiënter ambtelijk apparaat oplevert, een ambtelijk apparaat wat geïntegreerder aan beleidsvoorbereiding kan doen. Al was het alleen maar dat, en zo ontstaan voor een deel ook beleidsprocessen, in de informele sfeer mensen elkaar veel gemakkelijker tegenkomen, veel gemakkelijker met elkaar aan de praat raken, veel gemakkelijker elkaar over en weer beïnvloeden. Dat komt volgens ons de kwaliteit van het geleverde product, met name beleidsnota's, ten goede. Kortom, wij hebben een groot aantal argumenten om op dit moment voor de geïntegreerde huisvesting op één lokatie te kiezen. Ik geef toe dat het natuurlijk het allermooist geweest zou zijn als wij dat hadden kunnen aanleveren tegelijkertijd met de totale integrale afweging nieuw beleid. Dat kan niet op dit moment. Waarom niet? Nogmaals omdat het Burmaniahuis niet zozeer een steen om onze nek is, maar toch een zaak is waar wij op heel korte termijn invulling aan moeten kunnen geven. Elke maand dat het Burmaniahuis langer leeg staat kost 100.000,--. Gelukkig, althans vanuit de financiële optiek, hebben wij er nu tijdelijk asielzoekers in kunnen zetten. Laten wij dat maar eens met zoveel woorden zeggen. In die zin ontraad ik ook de motie die de PAL-fractie naar voren brengt. Los van het feit dat wij vinden dat wij voldoende argumenten hebben om nu te beslissen, denk ik dat acceptatie van de motie zou inhouden dat wij de besluitvorming met betrekking tot de bouw van het stadskantoor veel te lang voor ons uitschuiven en daarmee een aanzienlijke financiële tegenvaller tege moet kunnen zien. Dan het laatste puntje wat de heer Heins naar voren brengt: waarom is het zonder alternatief ontwikkeld? Ik denk dat heel veel 64 voorstellen die hier aan de orde zijn zonder alternatieven ontwikkeld worden. Het rapport van de werkgroep Huisvesting lag ter inzage, hij heeft dat kunnen zien. Vaak worden in het voorbereidingstraject al de verschillende opties aangegeven. Vervolgens is het aan het college om te kiezen welk voorstel zij doet. Het is aan de raad om vervolgens te zeggen of dit een goede keuze is geweest en zij kunnen uit de voor liggende stukken een andere keuze destileren. Dat is prima, maar ik zie niet in waarom wij nu op het moment dat wij feitelijke besluitvor ming vragen, met alternatieven naar de raad zouden moeten komen. Die alternatieven hebben in een vroeger stadium een rol gespeeld. Het is een goed recht om daar nog wat mee te doen, maar verg ons niet om nu persé in dit type processen met alternatieven te komen. Ik kom bij de heer Krol. Hij is het inhoudelijk met de hoofdlij nen van het voorstel, zo als het er nu ligt, eens. Natuurlijk heeft met name in de CDA-fractie, en dat is ongetwijfeld ook in andere fracties het geval geweest, de discussie zich vooral toegespitst op de financiële kant van de zaak. Besturen is ook ingecalculeerde risico's nemen, die zitten voor een deel in de besluitvorming zoals die nu naar voren gebracht wordt. Zij het dat het naar onze opvatting verantwoorde risico's zijn. De heer Krol gaat vervolgens in op een aantal punten met betrek king tot de financiering. Ik kan die alleen maar onderschrijven. Aan "klim-financiering" zitten voor- en nadelen vast. Daar moet gekozen worden, ik kan daar weinig meer aan toevoegen dan dat de voordelen zoals hij die noemt ook aan de orde zijn. De heer Krol zegt: de financiële situatie is rooskleuriger dan wij veronderstelden. Ik vraag mij af of wij nu echt op een heel andere manier bezig zijn dan de afgelopen jaren. Elk jaar blijkt weer, dat is ook bij alle beleidsplannen steeds weer gebleken, dat wij op het moment dat wij een half jaar verder zijn andere financiële cijfers kunnen presenteren. Dat is niet alleen nu het geval, dat was in het verleden het geval en dat zal over vijf of tien jaar ongetwijfeld het geval blijven. Het is inherent aan het besturen van deze stad, ook in financiële zin, dat je steeds je financiële positie moet herijken. Nu gaat het een keer gelukkig naar de plus-kant, een meevaller. Het laat zich aanzien dat wij in de voorjaarsnota voor het eerst sinds een lange reeks van jaren kunnen constateren dat er een voordeel optreedt ten opzichte van het voorgaande beleidsplan. Prima, wij hebben vanaf 1981 situaties gehad dat wij als college moesten komen met het verhaal van, ten opzichte van eerdere prognoses is het tegengevallen. Maar op zichzelf is die financiële situatie inherent aan het feit dat de tijd voortgaat en dat allerlei financiële zaken langzamerhand veranderen. Ik ben het met de heer Krol eens dat het jammer is dat er geen politieke prioriteitstelling heeft kunnen plaatsvinden op dit moment- Hij vraagt in hoeverre met behulp van verwachte rekeningsoverschotten eventueel nog op die "klim-lening" iets versneld zou kunnen worden afgeboekt. Op dit moment is dit het voorstel. Ik zou niet al te veel verwachtingen willen hebben met betrekking tot de rekeningsoverschot ten. Weliswaar is de algemene reserve 7.300.000,-- per januari, maar 65

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 33