burger om het gebruiken daarvan door te zetten; - daarvoor een actieve beheersing van het Fries en de bereidheid om het te spreken bij de ambtenaar noodzakelijk is; besluit het college van b. en w. op te dragen ten aanzien van de werving van personeel voor publiekgerichte functies in personeelsadver tenties als functie-eis op te nemen een actieve beheersing van het Fries of de bereidheid zich het Fries actief eigen te maken, en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer Heins. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagin gen. Dit wordt motie nummer 5.) Om de etnische groepen niet uit te sluiten hebben wij de eis als volgt geformuleerd: de bereidheid om zich het Fries passief en actief eigen te maken. Hiervoor merkte ik al op dat doorbreking van bestaande taalverhoudingen met strijd gepaard gaat. Strijd bijvoorbeeld om het gebruik van de Friese taal in het officiële verkeer erkend te krijgen, om die taal in het onderwijs te gebruiken en te doceren. Een succes in die strijd is bijvoorbeeld de oprichting van de Friestalige peuter speelzaal. Daarmee is het belang van de eigen taal in de opvoedingsi tuatie erkend. Het vervolg van die weg, na de peuterspeelzaal ook in het basisonderwijs Friestalige opvang, levert weer strijd op. Het college is geen voorstander van een Friestalige school. Waarom eigen lijk niet? Geldt de pedagogische wenselijkheid vanaf vier jaar niet meer? B. en w. wijzen op praktische problemen. Maar hoe zit het principieel? Erkent deze raad het recht van Friestalige ouders op Friestalig onderwijs voor hun kinderen? Dat houdt een evengrote belangrijkheid toch in, zoals in het Collegeprogramma 1986-1990 ten aanzien van Nederlands en Fries wordt gesteld. B. en w. streven er naar alle leerlingen vertrouwd te maken met dubbeltaligheid. Maar de praktijk in het basisonderwijs is dat Nederlands de voertaal is en het Fries franje. Bovendien is de kwaliteit van het onderwijs in het vak Fries niet gegarandeerd, gezien de opmerkingen in de Nadere Standpunt bepaling en de ervaringen van de onderwijsinspecteur De PAL-fractie wil dubbeltaligheid echt waar maken, dus zowel Nederlands als Fries als voertaal en vaktaal op één speerpuntschool" Dat kan een gewone wijkschool zijn die echter ook Friestalige ouders een keuzemogelijkheid biedt. Wij moeten af van het idee dat het Fries een tweederangstaai is waar je in de maatschappij niet verder mee komt. Het is geen tweederangstaai, maar de tweede landstaal. Vandaar onze volgende motie: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 23 april 1990, behandelende de Notitie Fries, overwegende dat, - Fries de tweede landstaal is; - voor de stimulering van het Fries noodzakelijk is, dat het 24 gesproken blijft worden; - daarvoor onder meer noodzakelijk is de mogelijkheid onderwijs te krijgen op een basisschool waar Fries voertaal is; - het Fries even belangrijk is als het Nederlands, volgens het Collegeprogramma 1986-1990; besluit: het college van b. en w. op te dragen te onderzoeken welke van de openbare basisscholen het meest toegerust is om als "speerpunt- school" aangewezen te worden, waarop zowel Nederlands als Fries als voertaal gesproken zal worden en na het onderzoek met een voorstel daartoe aan de raad te komen, en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door de heer Heins. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagin gen. Dit wordt motie nummer 6.) Wat de taal van de huisstijl betreft daarover heeft mijn fractie in de vorige raadsvergadering reeds een en ander opgemerkt. De formu lering zoals in de Nadere Standpuntbepaling is gekozen, is een afzwak king van wat in de Notitie Fries staat. Naar ons idee is zo'n formule ring met drie slagen om de arm praktisch niet hanteerbaar. Wel nu, het ontwerpbureau heeft deze onmogelijke opdracht meegekregen, dat is niet terug te draaien. Wij zullen de ontwerpen straks wel op het aspect van de dubbeltaligheid toetsen. Onze conclusie is voorlopig, dat hangt van het lot van onze moties af, dat wij de notitie niet als uitgangspunt voor toekomstig beleid willen hanteren omdat die niet vanuit emancipa torische invalshoek is geschreven. De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot de vorige spreker kan mijn fractie instemmen met deze notitie. Er zijn vooral na de laatste commissievergadering nogal wat wijzigingen aangebracht, onder anderen in de huisstijl. Ik wil direct even ingaan op de moties. De eerste motie van de WD-fractie om het Fries passief te beheersen niet als functie-eis maar als aanbeveling te hanteren, kan ik niet ondersteunen. Ik vind dat in een Friese hoofdstad dit een eis moet zijn. De tweede motie gaat over de tweetaligheid, dus teksten opnemen in het Nederlands en in het Fries, lijkt mij een heel goede zaak. Alle informatie zal door alle Leeuwarder burgers moeten worden begrepen. De derde motie ging over de verenigingen voor dorpsbelangen. Ik dacht dat het gebruikelijk was dat in dit soort gevallen belangenorganisa ties ingeschakeld werden. Dan vraag ik mij af, waarom dan nu niet? Waarom nu niet de verenigingen voor dorpsbelangen inschakelen? Op welke wijze de rest van de burgers moet worden ingeschakeld - mocht het zo ver komen, want zo ver zijn wij natuurlijk nog niet - kan dan nog eens nader besproken worden. De laatste motie van de WD-fractie daar vraag ik mij af waarom er in een Friese hoofdstad niet wat extra aandacht mag worden besteed aan 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 13