die kleinschaligheid van belang is. Ik ben het eens met zijn analyse dat in een wereld waar schaalvergroting optreedt, juist de eigen regionale kenmerken - maar dat geldt niet allen voor regionale kenmer ken dat geldt voor heel veel kenmerken - van meer betekenis gaan worden. Dan kom ik bij de opmerking die hij over de notitie zelf gemaakt heeft. De huisstijl komt inderdaad, dat is ook al in de vorige raads vergadering toegezegd door de voorzitter, terug in de commissie. Ik denk dat de Commissie voor Algemene Zaken de meest voor de hand liggende commissie is. De belangrijke plaats die de media innemen voor het Fries taalbe leid heb ik in de commissie ook al naar voren gebracht. Ik wil dat hier nu publiekelijk nog wel een keer herhalen; dat had misschien ook wel in de notitie verwerkt kunnen worden. Het is duidelijk dat wij ook als college de pogingen ondersteunen voor een regionale televisie, het draagvlak daarvoor te vergroten en ook het aantal zenduren te vergro ten. Daar hebben wij ons bij een eerdere gelegenheid al eens een keer achter gesteld en dat zullen wij blijven doen. Dan kom ik bij de heer Herrema terecht. Hij begint met te consta teren dat de reactienota al actiever was dan de oorspronkelijke nota. Hij merkt ten tweede op - en ik ben dat met hem eens - dat het bij het Leeuwarder taalbeleid belangrijk is om het draagvlak te vergroten. Dat is weer een extra bewijs dat je het niet op het scherpst van de snede moet uitvechten met een heel strijdbaar, maar ook heel veel polariteit oproepend taalbeleid, maar dat je een beleid moet zien te zoeken waarbij die polariteit niet ontstaat omdat dat contra-productief gaat worden. Hij ondersteunt in feite de tweede motie van de WD-fractie, die heeft hij ook al overgenomen. De suggestie om ook in de Stadsgids nadrukkelijk te vermelden dat er bij de loketten van de gemeente Leeuwarden of de gesprekken die met de Leeuwarder ambtenaren of politici gevoerd worden, Fries gesproken kan worden, wil ik overnemen. Het lijkt mij goed om dat nadrukkelijk in de Stadsgids op te nemen. Dat is wat mij betreft een toezegging. Ik heb in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden al toegezegd dat wij nog een keer zouden terugkomen op het hele fenomeen van opstapscholen, hoe dat nou precies zit. Wij kwamen er toen niet helemaal uit. Ik heb toen gezegd dat wij nog eens een keer met een aanvullende notitie komen over wat de mogelijkheden zijn van de opstapschool en over de voor- en nadelen. Dan kan er op een later moment nog eens nadrukkelijker over gediscussieerd worden. Die toezeg ging wil ik wel herhalen. De suggestie om publicisten in het Leeuwarders te betrekken bij de beoordeling van de Pieter Jelles Troelstrapriiswil ik wel meege ven aan de jury. Ik zou dat op dit moment overigens niet weten. Ik kom dan nu bij de heer Ybema terecht. Hij heeft twee belang rijke sporen genoemd: onderwijs en de media. Ik heb dat al min of meer onderschreven. Ik ben het met hem eens dat het "geveltsjefrysk" risico's inhoudt. Je moet de gulden middenweg zien te zoeken. Op de verfriesing van de plaatsnamen ben ik ook al ingegaan. 28 Ik kom nu bij de heer Meerdink. In algemene zin heb ik hem al geantwoord. Over de moties het volgende. Motie 5. Ik de Commissie voor Welzi jnsaangelegenheden heb ik dit ook al heel schijnheilig genoemd, ik zal dat nu nog een keer herhalen. Je mag ambtenaren niet verplichten om actief Fries te gaan spreken, terwijl je als raadslid niet bereid bent die keuze te maken. Dat mag je niet verwachten, op het moment dat je echt consequent zou willen dat ambtenaren die in een publiekgerichte functie zitten het Fries actief beheersen - dus het ook kunnen spreken - moet je als raadslid ook het lef hebben om te zeggen: dat geldt net zo goed ook voor ons. Ik merk dat bij de PAL-fractie niet en ik merk ook niet dat dat tot nu toe het beleid geweest is. Ik vind het heel schijnheilig om dat richting ambtenaren wel te willen en niet in de richting van jezelf. Los daarvan vinden wij deze motie ook te ver gaan. Het is in de verhoudingen zoals die in Leeuwarden gelden van belang, ik heb dat al in de reactie op de heer De Beer gezegd, dat Friese ambtenaren het Fries kunnen verstaan, maar om nu in het selectie- en wervingsbeleid aan te koersen op dat zij ook feitelijk Fries moeten gaan spreken, gaat te ver. Motie 6 over de basisschoolproblematiek, daar heb ik al in de richting van de heer Herrema toegezegd dat wij over het fenomeen opstapschool nog een keer terug zullen komen in de Commissie voor Onderwijs en Samenlevingszaken. Precies aangeven wat nu in de Friese situatie opstapscholen zijn, hoe die precies werken en wat de eventue le voor- en nadelen zijn om dat ook in de stedelijke omgeving als van de gemeente Leeuwarden te gaan introduceren. Wij komen daar nog een keer op terug, zodat deze motie overbodig is. Op het punt huisstijl heb ik ook al gereageerd. De heer De Beer: De wethouder heeft een citaat gegeven uit de Notitie Fries wat slaat op wat in motie nr. 3 ingediend door de WD- fractie staat. Nu staat in het besluit: de Notitie Fries en de daar bijbehorende Nadere Standpuntbepaling vast te stellen. Die moeten dan ook goed op elkaar moeten worden afgestemd. Onder de letter d. staat: "de verenigingen voor dorpsbelang c.q. de inwoners", ik ga er mee akkoord als "c.q." wordt vervangen door "en". {De heer Kessler: Dat is geen enkel bezwaar, vermoed ik. Motie 2 is verder niet meer nodig en wordt dus ingetrokken. Moties 1 en 4 worden gehandhaafd. Motie 5 van de PAL-fractie, gezien onze motie nr. 1 zijn wij tegen deze motie. Ik heb begrepen dat motie 6 overbodig is, omdat wij daar in de Commissie voor Onderwijs en Samenlevingszaken op zullen terugkomen. {De Voorzitter: Ik begrijp dat van de door de WD-fractie ingediende moties, moties 1, 3 en 4 nog overeind staan en dat motie 2 is ingetrokken. Als de wethouder toezegt "c.q." te vervangen door "en" dan zou motie 3 ook kunnen worden ingetrokken. {De Voorzitter: Dat horen wij zo meteen. De hear Bilker: Foarsitter, yn earste termyn ha ik steld dat 29

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 15