dat steeds realistischer geworden. Op dit moment zitten wij dus, en ik had dat drie jaar geleden absoluut niet voor mogelijk gehouden, voor een stuk planontwikkeling waarbij van totale nieuwbouw wordt uitge gaan. Ik wil toezeggen dat wij de lijn volgen om de commissie regelma tig te informeren over de stand van zaken. De vraag in hoeverre ook nog andere functies kunnen worden ondergebracht op deze lokatie, wil ik eigenlijk op dit moment zo goed als zeker met "nee" beantwoorden. Ik denk dat het een hele toer zal worden om op de huidige lokatie het aantal vierkante meters te reali seren dat nodig is en ik schat niet in dat het nog mogelijk is om daar nog hetzij Radio Frysl£n, hetzij het Instituut voor Kunstzinnige Vorming aan toe te voegen. De heer Herrema: Eerst een korte reactie op wat de CDA-fractie naar voren brengt. Ik vind het gemak waarmee de CDA-fractie nu claimt al in 1986 - dat klopt inderdaad - voor nieuwbouw te hebben gepleit, niet echt stroken met de geluiden die ik altijd heb gehoord over de financiële verhalen van de CDA-fractie. Het is natuurlijk gemakkelijk voor nieuwbouw te pleiten zonder dat je weet wat voor kosten dat met zich meebrengt. Ik begrijp dat de wethouder goed geluisterd heeft naar de CDA-fractie. Ik denk dat dat de wethouder voor Cultuur is geweest. Ik hoop in ieder geval dat de wethouder van Financiën dat niet gedaan heeft. (De heer Pruiksma: Dat heeft hij met het stadskantoor gedaan.) Misschien heb ik er wel een verklaring voor dat de wethouder zegt: eerst zien en dan geloven. Het is met name de CDA-fractie die wat dat betreft de minste problemen heeft met de financiële dekking. Zij willen geloven en dan pas zien blijkbaar. De wethouder is al uitvoerig ingegaan op de onzekere factoren van de dekking. Ik denk dat wij niets nieuws gehoord hebben en dat op dit moment duidelijk een taakstellend bedrag vaststellen te vroeg is. In de notitie wordt een uitgangspunt geformuleerd. Je moet uiteindelijk wel de planvorming verder voorbereiden, daar zijn wij het mee eens. Wij willen alleen de nadrukkelijke vrijheid houden om op een vast tijdstip - en de wethouder heeft in de commissie september genoemd - de stand van zaken op te maken met betrekking tot de dekking en de eventuele consequenties die wij daar uit moeten trekken voor of het programma van eisen of een eventueel eigen nieuw beleid. Ik vind het dan ook jammer dat de PAL-fractie niet verder wil voorbereiden, want uiteindelijk is een optie links laten liggen niet in beeld, dat bete kent dat je 19 miljoen weggooit. Ik vind het te gemakkelijk om "nee" te zeggen. De planvoorbereiding zal verder moeten gaan en daar praten wij nu over en over het bedrag dat daarvoor beschikbaar moet worden gesteld Ik wil graag de toezegging van de wethouder hebben dat bij de verdere planvorming in ieder geval zodanige opdrachten worden ver strekt dat er een mogelijkheid van knippen aanwezig blijft. Je zou wellicht een aantal onderdelen uit het plan kunnen halen om kosten te kunnen besparen. Die ruimte moet wat ons betreft in ieder geval nog in 46 september aanwezig zijn. Tot slot nog een opmerking over het Instituut voor Kunstzinnige Vorming. Dat wordt nu doorgeschoven naar nieuw beleid. Het college zal hiervoor voorstellen doen bij het nieuw beleid. Wij vinden dat wij eerst duidelijkheid moeten hebben omtrent de gevolgen van de Harmonie keuze voor het nieuw beleid voordat wij weer dit soort claims op nieuw beleid gaan leggen. Er liggen nogal wat claims zo langzamerhand. Het is nogal voorbarig om dat nu al toe te kennen. Het kan zijn dat wij het Instituut voor Kunstzinnige Vorming op lange termijn moeten zetten, want de middelen rijzen niet ten berge. De keuze is op het moment dat er duidelijkheid zal moeten worden gegeven wat voor claim er ligt rond de Harmonie voor nieuw beleid, voordat wij dit soort claims er nog eens een keer bovenop leggen. De heer Meerdink; Ik zal het proberen kort te doen. Ik ben eigenlijk een beetje verrast door zowel het antwoord van de heer Kessler als dat van de heer Herrema. Alsof wij definitief gezegd zouden hebben dat wij niet voor zouden stemmen. Ik heb gezegd, tenzij de wethouder ons zou kunnen overtuigen. Hij heeft in ieder geval een goede poging gedaan, onder andere door te zeggen dat wat hem betreft onderdeel 2 uit het besluit gehaald zou kunnen worden. Boven dien heeft hij aangegeven dat wanneer onverhoopt dat bedrag toch niet helemaal gehaald zou kunnen worden, het plan dan terugkomt en dat er dan wellicht toch nog gesproken kan worden over een plan dat uitgaat van een lager totaal investeringsbudget. Dat was voor ons de angel in het voorstel. Als de wethouder die er uithaalt is er voor ons geen reden om op dit moment te zeggen dat wij niet voor het voorbereidings krediet willen stemmen. Dat in de eerste plaats. In de tweede plaats, en daar wijst de heer Herrema ook op, het Instituut voor Kunstzinnige Vorming. Ik heb wel gelezen dat er een voorstel ligt voor een Instituut voor Kunstzinnige Vorming bij nieuw beleid, maar wij zullen natuurlijk als raad - ik zal daar zelf dan niet bij zijn - daar een besluit over moeten nemen. De raad zal dat moeten afwegen. Ik vind dat wel jammer. De wethouder heeft gezegd dat dat wat anders op het spoor is gezet, dat komt na elkaar. Bepaalde dingen kunnen niet tegen elkaar afgewogen worden. Het gaat er om waar je je geld aan wilt uitgeven. Aan een gebouw dat een bepaalde functie vervult in deze samenleving - een schouwburg waar van allerlei dingen kunnen gaan gebeuren - of een instituut waar de bevolking op een didactisch verantwoorde manier met allerlei vormen van cultuur in aanraking gebracht kan worden. Die discussie zou je eigenlijk naar ons idee tegelijkertijd moeten voeren. Ik betreur het dat die discussie niet tegelijkertijd gevoerd wordt. Maar als ik het goed begrepen heb, als de wethouder inderdaad gezegd heeft en ook wil volhouden dat onderdeel 2 uit het besluit gehaald wordt en hij bovendien terug wil komen wanneer de dekking niet gerealiseerd wordt met een eventueel wat uitgekleder plan - hoe dat dan moet dat zullen wij dan wel weer zien - kunnen wij met dit voorstel instemmen. 47

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 24