extra p.r. stuk noodzakelijk zal zijn en dan zouden de middelen ter beschikking moeten zijn. Mevrouw v.d. Kloet: Het gaat ons vooral om de structurele verhoging.) Voor het structurele deel komen wij nog een keer in de commissie terug. Ik neem aan, voorzitter, dat er geen behoefte is bij mevrouw v.d. Kloet om die motie alsnog in te dienen. De heer Heinss Eén korte vraag heb ik voor de wethouder. In welke commissie moet dat? Moet dat eerst in de Raadsadviescommissie voor Economische Zaken en Bedrijven en dan nog een keer in de Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal? Of kan met de Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal worden volstaan? Mevrouw v.d. Kloet: Ik wou hier dan toch nog even op aansluiten, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat ik in mijn verhaal heb aangegeven dat de twijfels juist in de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven speelden, daar was niet voldoende informatie voorhanden en op grond van de nagestuurde informatie is er ook nu nog niet voldoende inzicht. Ik zou in ieder geval graag willen dat het ook in de Commis sie voor Economische Zaken en Bedrijven behandeld wordt. Dat moet zo snel mogelijk, dat ben ik helemaal met de wethouder eens. De heer Heere (weth.): Ik denk dat het inderdaad verstandig is om de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven in dit geval te raadplegen. Gebleken is al dat in de Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal dit vraagstuk niet zo leefde als hier nu blijkt. Om die reden hoeft het ook niet in die commissie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeggingen van de wethouder. Punt 12 (bijlage nr. 129). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 13 (bijlage nr. 130). De Voorzitter: Aan de orde is herinrichting Groene Ster. De heer De Beer: Een onderdeel van de Groene Ster is het zwembad De Kleine Wielen. Wij hebben in het verleden een beslissing genomen om naast het zwembad Nijlén en het zwembad Jacob Catsplein ook het zwembad De Kleine Wielen te sluiten. Bij ons hier zijn de argumenten over het algemeen bekend, maar uit telefoontjes en uit gesprekken met mensen die ik tegen kom blijkt dat er nog grote onduidelijkheid bestaat over de manier waarop wij dit probleem hebben opgelost. Ik zou willen vragen om in "Aan de Grote Klok" bijvoorbeeld een overzicht te zetten van wat in het verleden besloten is en waarom en wat in de 14 toekomst daarvoor terug komt. Als dat zou kunnen, heel graag. Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, als die onduidelijkheid bestaat en ik kan mij daar op zich wel iets bij voorstellen, zeker als zo'n proces wat langer gaat duren. Het kan dat op een uitstekende manier via de weg die de heer De Beer schetst. Wat mij betreft ak koord. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 14 (bijlage nr. 120). De Voorzitter: Aan de orde is fusie RSG Leeuwarden (havo-athe neum) en Perkschool (mavo). Mevrouw Van ülzen: Misschien dat het mij ontgaan is, maar ik heb niet de overeenkomst waarin overeengekomen is wat hier staat. Ik heb het dus over het feit dat de bepalingen van de overdrachtsovereenkomst zwaarder zijn dan die van het Medezeggenschapsreglement. Het kan zijn dat men vanuit de MR vrijwillig afstand gedaan heeft van de stemrech ten, maar mij is dat niet bekend. Hier staat dat b. en w. dit eenzij dig vaststellen en ik dacht dat dat niet kon. Ik meen te weten dat zoiets overgaat met alle lusten en lasten. Ik hoop als blijkt dat daar niet echt een overeenkomst over is aangegaan, daar geen juridische consequenties uit voortvloeien. Ik ben daar namelijk niet zeker van. Mevrouw Vlietstra (weth.): Er zijn twee zaken aan de orde wat de RSG en de Perk-mavo betreft. De eerste is de overgang van de RSG naar de gemeente, dat is in de vorige raad geweest en daar heeft de raad mee ingestemd, inclusief de overdrachtsovereenkomst. Dus die over drachtsovereenkomst is er. Nu is de fusie tussen twee scholen aan de orde. Daarover was op één punt verschil van mening, dat ging over het instemmingsrecht bij overdracht. Overdracht van het ene bevoegd gezag naar het andere bevoegd gezag. Wellicht dat het woord overdracht verwarring zaait. Voor die situatie geldt dat de overdrachtsakte - dus de overdracht van rijk naar gemeente - een hogere waarde heeft dan wat er in het kader van de fusie is afgesproken. Die overdrachtsakte is er, die is ondertekend door de gemeente, daar is mevrouw Van ülzen zelf bij geweest, en die is ondertekend door, het nu nog bevoegd gezag van de RSG, het rijk. Die blijft gewoon staan. Daarin staat voor vier jaar geregeld wat er zou dienen te gebeuren in het geval de gemeente en de school het niet eens zouden zijn. Mevrouw Van ülzen: Ik heb het zo begrepen, en daar kan ik het natuurlijk fout in zijn, dat men vooruitloopt op een eventuele volgende overdrachtDat is theoretisch, maar stel dat er weer een overdracht naar een ander gezag zou komen. Dat lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk. (.Mevrouw Van ülzen: Ik ben dat 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 8