Benoemen van de voorzitters en leden van de commissies
van advies voor de raad en van de leden van commissies
van advies en bijstand, etc.
a. Commissies van advies voor de raad
1. Commissie voor Algemene Zaken.
2. Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden.
3. Commissie voor de Middelen.
4. Commissie voor Stadsontwikkeling.
5. Commissie voor Milieu en Stadsbeheer.
6. Commissie voor Onderwijs en Samenleveningszaken
7. Commissie voor Cultuur, Sport en Recreatie.
8. Commissie voor Economische Zaken.
b. Commissie van advies en bijstand aan burgemeester en
wethouders, tevens belast met beheerszaken.
1. Commissie voor de Frieslandhal.
2. Commissie voor het Woningbedrijf.
c. Commissies van advies en bijstand aan burgemeester en
wethouders (zonder beheerstaken).
1. Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut,
2. Commissie voor Onderwijsbegeleiding, werkgebied
Leeuwarden.
3. Commissie voor het Centrum voor Beroepsoriëntatie en
Beroepsoefening
d. Overlegcommissies.
1. Overlegcommissie voor het Midden- en Kleinbedrijf.
2. Overleg met de verenigingen voor dorpsbelang.
3. Overlegcommissie voor het markt- en havenwezen
en de bewoners van schepen.
4. Overlegcommissie voor de Volkshuisvesting (woon-
consumentenoverleg
5. Overleg met de Leeuwarder woningcorporaties.
6. Overlegcommissie Ontwikkelingssamenwerking.
7. Overlegcommissie voor etnische groepen.
8. Overlegcommissie voor Ouderenaangelegenheden.
9. Overlegcommissie voor de Werkgelegenheid.
10. Overlegcommissie voor Sport en Recreatie.
11. Overlegcommissie Milieu.
12. Overlegcommissie voor Studentenaangelegenheden.
d. Commissie op grond van specifieke wetten of bijzondere
beroepen.
1. Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften.
Aanwijzing leden en kandidaatstelling voorzitter van de
Regioraad Friesland-Noord.
De Voorzitter: Ik open de vergadering.
Punt 1.
De Voorzitter: Ik ga over tot de installatie van de leden van de
gemeenteraad die voor de periode 1990-1994 zijn gekozen. Ik verzoek u
allen te gaan staan.
De beëdiging bestaat uit twee gedeelten. Eerst de eed of belofte
van zuivering en ten tweede de ambtseed of de ambtsbelofte. Ik lees u
deze eden, respectievelijk beloften, voor en verzoek u daarna de eden,
eventueel beloften af te leggen.
Na voorlezing van de eeds- en belofteformules worden in handen
van de voorzitter de eden achtereenvolgens afgelegd door de heren
J. de Beer, drs. J.H.C.M. Biemans en B. Bilker (Fries), mevrouw
Y.A. Dijkstra-Mol, de heren D.E. Heere, H. ten Hoeve, drs. P. de Jong,
M.F. Koopmans, G. Krol, P.J. Sijbesma, R. Terpstra en drs. A.P. Terp
stra en de dames J.J. Tiemersma, W. Visser en M.A.D. Waalkens en de
verklaringen en beloften achtereenvolgens afgelegd door de heren drs.
P.D. Bakker, H. Brinks en R. Burg, de dames A.J. Dikken, M.J. Garms en
H.J. de Haan-Laagland, de heren G.H. Heins, T. Herrema, S. Hiemstra,
drs. E.M. Janssen en J.F. Janssen, mevrouw drs. A. Jongedijk-Welles
de heer ir. G.A. Kessler, mevrouw J. van der Kloet, de heren J. van
Olffen, P.E.J. den Oudsten, ir. P.J.H. Peeters Weem, D.G. Schreuder en
ir. J.A.F.A. Timmermans en de dames F.J. van Ulzen-HakkerJ.G. Vliet-
stra en M.C.M. Waanders.
De Voorzitter: Dank u zeer. U kunt weer gaan zitten. Ik wens u
van harte geluk met uw installatie als raadslid. Ik hoop dat u het
vertrouwen dat de bevolking door middel van de verkiezingen u gegeven
heeft, waardig zult tonen en dat u tegelijkertijd ook veel plezier
zult beleven aan het bezig zijn te werken aan en in de lokale samenle
ving. Ik hoop dat wij er in zullen slagen een sfeer van onderling
vertrouwen met elkaar op te bouwen, want dat is nog altijd de beste
grondslag om gezamenlijk aan die samenleving gestalte te geven.
Ik heb een niet onbelangrijke mededeling. De raadsleden die het
niet kunnen laten, kunnen in de pauze roken in de Nieuwe Zaal die
grenst aan het Blanke Ruim. Bij deze wel zeer bijzondere gelegenheid
wordt de Nieuwe Zaal beschouwd als een niet voor het pxibliek toeganke
lijke algemene gebruiksruimte. Voor het overige is er een rookverbod.
Punt 2 (vervalt).
Punt 3.
De Voorzitter: Aan de orde is het benoemen van de wethouders. Ik
stel voor dit punt in twee delen af te handelen. In de eerste plaats
wil ik de gelegenheid geven om, voor zover daar aan behoefte bestaat,
3