in algemene zin iets naar voren te brengen. Het is duidelijk dat mijn functie slechts een geheel secondaire zal zijn, ik hoor en ik zit er bij en ik kijk er naar en ik luister er ook nog naar. Als dit punt afgehandeld is, gaan wij over tot de benoeming van de wethouders en dan kom ik straks wel terug op de wijze waarop dat gebeurt. Wenst iemand het woord over agendapunt 3. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, voordat wij overgaan tot de verkiezingen van de wethouders, wil ik in algemene termen wat zeggen over het Collegeprogramma en de verkiezingen van de raad. De PvdA is de verkiezingen ingegaan met een uitvoerig programma en heeft geprobeerd een inhoudelijke campagne te voeren, toegespitst op de Leeuwarder situatie. Zij heeft daarvoor op diverse terreinen nieuwe beleidsnotities uitgebracht, die wij uiteraard in de komende periode bij onze standpuntbepaling zullen betrekken. Op de verkiezingsuitslag wil ik niet te uitvoering in gaan, maar toch een enkele opmerking. Het is al jarenlang een ervaringsfeit dat gemeenteraadsverkiezin gen, hoezeer wij ook pogen om ze op lokale thema's toe te spitsen, sterk door nationale invloeden worden bepaald. Vanuit democratisch oogpunt een op zichzelf ongewenste ontwikkeling. Ook dit keer kwamen in het hele land de landelijke trends in bijna alle verkiezingsuit slagen scherp naar voren. Dat betekende verlies voor de PvdA en WD; winst voor D66 en Groen Links. Leeuwarden week in die zin van de landelijke trend af dat, in vergelijking met andere stedelijke gemeen ten, Groen Links hier niet gewonnen heeft en dat de PvdA, weliswaar een gevoelige, maar toch minder groot verlies leed. Die feiten samen verklaren dat D66 ook in Leeuwarden een relatief grote winst heeft geboekt, waarmee ik ze overigens van harte wil feliciteren. Wat ons grote zorgen baart, is het feit dat van elke 10 Leeuwar ders er 4 niet de moeite genomen hebben van hun recht gebruik te maken. Het gaat immers om de meest fundamentele rechten van onze democratie Die lage opkomst wordt vaak in verband gebracht met de PvdA. Toch is het ook duidelijk dat het probleem veel breder en dieper ligt, omdat de opkomst in vrijwel alle gemeenten, ongeacht hun politieke samenstelling is gedaald. Leeuwarden zal daarop geen uitzondering vormen. Het staat voor mijn fractie vast dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alle in de raad vertegenwoordigde partij en, maar ook van de gemeente zelf, om grondig te onderzoeken hoe de betrokkenheid bij de gemeente politiek kan worden vergroot. Er is een suggestie gedaan om dit vraagstuk door de Thorbecke Akademie te laten onderzoeken. Wij gaan er vanuit dat dit onderwerp snel in de Commissie voor Algemene Zaken aan de orde komt. Als schot voor de boeg vast twee opmerkingen: 1. Het moet wat ons betreft een veelomvattend onderzoek zijn en heel wat degelijker van opzet dan dat bliksem onderzoekje naar de 4 bekendheid van raadsleden van vlak voor de verkiezingen. 2. Het moet zich niet fixeren op alleen de laatste gehouden verkie zingen, maar zal bij voorkeur ook helderheid moeten verschaffen over welke suggesties er bij de bevolking zelf leven om meer bij de gemeente politiek betrokken te raken. Los daarvan hebben wij al onderkend dat er een vernieuwende visie nodig is op de verhouding tussen overheid en samenleving. Dat streven is al verwoord in de paragraaf Bestuurlijke vernieuwing in het Colle geprogramma. Deze paragraaf heeft niet voor niets zo'n prominente plaats gekregen. Wij hechten er zeer aan dat op korte termijn inderdaad wordt nagegaan of de politieke betrokkenheid kan worden vergroot met behulp van bijvoorbeeld een stadspanel, een consultatief referendum en/of een geïntensiveerd voorlichtingsbeleid (zie Collegeprogramma, hoofdstuk Bestuurlijke vernieuwing, punt 7). Als wij met z'n allen zouden besluiten om ervaring op te doen met een raadgevend referendum, dan is er ook al haast nodig omdat een dergelijke referendum om doelmatigheids en financiële redenen het best met de statenverkiezingen van maart 1991 gecombineerd zou kunnen worden. Mijnheer de voorzitter, over dit onderwerp is nog heel veel te zeggen, maar in dit stadium wil ik het hierbij laten. Dan kom ik bij de college-onderhandelingen. Wat betreft de samenstelling van het college hebben wij als PvdA heel serieus nage dacht over de vraag of de coalitie zoals die functioneerde, moest worden voortgezet of moest worden gewijzigd. Gezien de in het algemeen goede samenwerking met de CDA-fractie de afgelopen jaren, stond voor ons vast dat deze partij in ieder geval bij de onderhandelingen betrokken moest worden. Wij hebben ons echter ook serieus afgevraagd of de verkiezingsuitslag, c.q. met name de winst van D66, niet ook tot uitdrukking moest komen in de collegesamenstelling. Toen bleek dat de CDA-fractie met 9 raadszetels vasthield aan 2 wethouders en de PvdA met 15 zetels in die constellatie recht heeft op 3, was het duidelijk dat, wil je de verkiezingsuitslag recht doen, de enige reële mogelijk heid voor deelname van bijvoorbeeld D66 aan het college was het creëren van een zesde wethouder. Die oplossing is door alle partijen, behalve de WD-fractie, afgewezen. Ook mijn fractie vindt dat een zesde wethouder om financiële redenen moet worden afgewezen als niet aangetoond wordt dat de werkbelasting van de wethouders daartoe aanleiding geeft. Dan ten slotte het Collegeprogramma. De rode draad door het Collegeprogramma is vernieuwing. Hoofdpunten zijn: 1. stedelijke vernieuwing; 2. sociale vernieuwing; 3. milieubeleid. Daarnaast, en daar heb ik al wat over gezegd, bestuurlijke vernieu wing Het zal u niet verbazen dat wij ons als fractie goed kunnen herkennen in deze 3 hoofdpunten. Het is geen trendbreuk met het 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 3