hebben. Wij vinden in die zin de uitspraak "in heroverweging nemen" te mager en dienen hierbij dan een motie in om inschaling conform de CAO- Welzijn, inclusief pensioenlasten, per 1 juli in te laten gaan. De motie luidt als volgt: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 25 juni 1990, overwegende dat het peuterspeelzaalwerk een belangrijke plaats inneemt in het geheel van de kinderopvang; dat de werksoort als zodanig dan ook die waardering verdient; dat die waardering mede tot uiting komt door een goede rechtspositieregeling dat de gemeente door aldus te besluiten naar emancipatiebe leid verder kan vorm geven; besluit om met ingang van 1 juli 1990 peuterspeelzaalleidsters conform de CAO-Welzijn te betalen en de pensioenlasten van betrokkenen voor subsidiëring in aanmerking te laten komen." De motie is door mijzelf ondertekend. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. De dekking van plusminus 70.000,-- voor dit jaar kan worden gevonden in de post onvoorzien en kan na 1 januari 1991 meegenomen worden in het sociaal-cultureel programma van 1991 of in het kader van nieuw beleid Wat betreft de overige knelpunten die genoemd worden en het beraad hierover het volgende. In het begin van de raadsbrief wordt gesteld dat de vorige beleidsnota kinderopvang dateert van 1980. Nu ligt er dan een Knelpuntennota en een Reactienota waarin een aantal beleidsuitgangspunten zijn geformuleerd en er voor dit jaar extra middelen zijn vrijgemaakt om wat aan een aantal knelpunten te doen. Maar daarmee zijn wij er niet. Het is van belang om zowel naar inhoud als financieel, voor zover mogelijk ook voor de lange termijn, aan te geven hoe je de komende jaren vorm wilt geven aan die beleidsuitgangspunten. Wat wil de gemeente gaan doen aan de knelpunten? Welk gewicht kent de gemeente toe aan de verschillende knelpunten7 Al met al een duidelijke reden om tot een meerjarenplan te komen. Tot nu toe heeft de wethouder hier afwijzend op gereageerd omdat volgens hem het financiële aspect te onzeker is. Toch denken wij dat het mogelijk, maar vooral noodzakelijk is om te komen tot een meerjarenplan om op systematische wijze te werken aan de beleidsuitgangspunten en knelpunten. Hierover heeft de PAL-fractie de volgende motie opgesteld: "De gemeenteraad van Leeuwarden in vergadering bijeen op 25 juni 1990, overwegende dat de Reactienota de Knelpuntennota niet volledig behandeld; dat er ten aanzien van beleidsuitgangspunten en knelpunten een prioriteitsstelling moet komen; 50 dat de genoemde beleidsuitgangspunten praktisch vorm gegeven moeten worden; dat gezien de hoge prioriteit die kinderopvang heeft; besluit het college opdracht te geven om eind 1990 te komen met een meerja renplan inzake kinderopvang." De motie is ondertekend door mijzelf. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteunt en maakt deel uit van de beraadslagingen. Tot slot nog iets over de problemen rond-de accommodaties. Het ligt de bedoeling om de komende jaren fors uit te breiden in het kader van de Oort-gelden. Een probleem hierbij is wel dat er nu al accommodatiegebrek is. In de laatste commissievergadering heeft de wethouder toegezegd dat er een inventarisatie komt van alle op korte en langere termijn beschikbare scholen. Hierover zal na de zomer een nota uitgebracht worden. Realiseert het college zich dat wanneer pas per oktober de eerste ruimte vrijkomt er zeker drie maanden overheen gaan voordat het pand gebruiksklaar is? Heeft dit ook gevolgen voor de claim op de Oort-gelden van 1990? Het lijkt ons dan ook noodzakelijk dat de SKL per augustus of september de beschikking heeft over een aantal nieuwe groepsruimten. Het college kan de toezegging doen zich hiervoor extra in te spannen. In dezelfde commissievergadering meldde de wethouder dat de SKL voorrang zou krijgen bij aankoop van panden, maar dat zij wel ongeveer de marktwaarde zal moeten betalen, zodat de winst aan algemene middelen toe kan vallen. Dit lijkt ons een nogal omslachtige werkwijze. De gemeen te zal straks de SKL extra subsidie moeten geven om de panden aan te kunnen kopen. Vervolgens komt die subsidie weer via algemene middelen terug. Daarnaast is het zo dat als je dat opzet tegen het beleid van de gemeente inzake de politiepost in de binnenstad, kun je stellen dat hier sprake is van meten met twee maten. Ons lijkt het daarom een goede zaak om wanneer panden vrijkomen die geschikt zijn voor kinderopvang deze te verkopen tegen boekwaarde. Mevrouw Visser: Mijnheer de Voorzitter, in de commissievergadering waar dit agendapunt is behandeld is mijn fractie al uitvoerig op deze zaak ingegaan. Ook heeft de wethouder daar mijn fractie toegezegd dat levensbeschouwing en Friestaligheid in de verdere plannen worden meegeno men. Op grond van die toezeggingen is mijn fractie bereid om voor de eerste knelpuntoplossing mee te gaan met de raadsbrief. In het kader van de aanvraag van rijkssubsidie komt dit punt weer aan de orde. Dan wil mijn fractie ook inhoudelijk toetsen of wij voor de komende jaren onze steun kunnen geven aan dit beleid. De punten voor mijn fractie daarin zijn: er moet aansluiting komen op het armoedebeleid van de gemeente; het moet extra gericht zijn op achterstandsgroeperingen in onze gemeente en een belangrijk punt daarin moet ook de sociale vernieuwing zijn en hoe dat beleid zich kan gaan waarmaken en kan samenvallen met het punt kinderopvang. Gastouderopvang blijft voor mijn fractie de eerste voorkeur behouden, omdat daarin de particulier initiatief met een professionele

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 26