ondersteuning behouden blijft. Mijn fractie wil graag meedenken in het te voeren beleid vanuit de christelijke invalshoek. Volgens mijn fractie wordt kinderopvang nog te veel gezien als een vrouwenprobleem. Ook de mannen, dat heb ik ook al in de commissie gezegd maar dat wordt hier door mijn fractie toch her haald, moeten bereid zijn hier hun aandeel aan te leveren. Thuis als gastvader of als professionele medewerker bij de kinderopvang. Graag zijn wij bereid onze visie nog nader te onderbouwen bij het komende beleid. Dan wat de moties betreft; mijn fractie heeft in de commissie ook gepleit voor een integrale aanpak met het oog op de door mijn fractie aangedragen punten. In dat licht ondersteunen wij de motie van de PAL- fractie inzake het meerjarenplan. De andere moties zouden wij graag laten wachten en onthouden wij onze steun totdat er meerdere en duidelijker plannen op tafel liggen. De heer De Jong: Voorzitter, gehoord de vorige sprekers bekruipt mij zo langzamerhand het gevoel dat wij de hele discussie uit de commis sie aan het overdoen zijn. Ik wil mij graag aansluiten bij die slechte gewoonten, maar ik zal dat heel beknopt doen. Het proces dat wij nu waarnemen wat de kinderopvang betreft heeft een inhaaleffect. De heer Herrema heeft dat een trendbreuk genoemd, akkoord. Wij lopen achter, dat is juist, en alleen daarom is de voorge stelde uitbreiding van de capaciteit hard nodig. Wat de kwaliteitsverbe tering betreft van de kinderopvang komt er een VNG-verordeningdaar zullen wij ook in de commissie verder over spreken. In de commissie heeft de wethouder al een aantal toezeggingen gedaan. Er blijven voor ons in ieder geval nog een paar punten over. Dat is het punt om de vrijkomende scholen te benutten voor kinderopvang. Daar komt een plan voor, zo heb ik begrepen. Wanneer komt dat plan? Het laatste punt betreft de peuterspeelzalen en de leidsters daar van. De wethouder heeft terecht gezegd dat hij gezien de aangekondigde heroverweging zich niet kan voorstellen dat die CAO alsnog aan de leid sters voorbij zal gaan. Herhaalt hij vanavond dat standpunt? Verder wacht ik in eerste instantie de beantwoording van de wethou der af. Mevrouw Van Dlzen: Vooraf wil ik opmerken dat mijn fractie overtuigd is van de noodzaak van kinderopvang en zeker in de toekomst wanneer er een groter beroep gedaan zal worden op vrouwen om deel te nemen aan het arbeidsproces Een groot aantal onderwerpen is al genoemd en voor het overgrote deel zijn wij het daar ook mee eens. Maar omdat wij meer willen dan alleen een heroverweging met betrekking tot de CAO perikelen van de peuterleidsters, zullen wij de motie van de PvdA-fractie van harte onder steunen. De motie van de PAL-fractie is ons sympathiek maar onze voorkeur gaat uit naar die van de PvdA-fractie. De motie van de PAL-fractie inzake het meerjarenplan van de kinderopvang zullen wij wel steunen. Het is duidelijk dat mijn fractie dan ook akkoord gaat met het voorstel, maar ik wil toch enkele kritische kanttekeningen plaatsen. 52 Misschien is het goed om te omschrijven wat mijn fractie onder kinderopvang verstaat. Dat is de tijdelijke vervanging van de ouders om welke reden dan ook. In de letterlijke zin van het woord. Niets minder, maar ook niets meer. Die tijdelijke opvang kan verschillende vormen hebben, dus ook een buurvrouw of een vriendin, al naar gelang ouders daarvoor kiezen. Zowel de ouders als de tijdelijke vervanging hebben bepaalde verwachtingen en die worden met elkaar besproken. Gaat om welke redenen dan ook iets niet naar genoegen, dan bespreekt men dat en zoekt in het ergste geval een andere oplossing. Dat is de meest directe en ook goedkoopste oplossing, maar daar is geen subsidie voor. Dus niets voor iemand die zelf een oplossing zoekt. Daarvoor zou hij van de overheid een bijdrage moeten krijgen in ruil van een nota met vermelding van de uren en voorzien van een naam. Of het praktischer, kleinschaliger en meer vanuit het particulier initiatief kan, daar kijken wij niet naar. Voor de veel duurdere oplossing is wel subsidie. Een klein voorbeeld. In de nota wordt bijvoorbeeld gesteld dat de coördinator van het GOP ingeschaald zal moeten worden op HBO-niveau. Een maandelijkse verhoging aan salariskosten van 530,-- en dat terwijl peuterleidsters nog niet eens een CAO hebben in deze gemeente. De functie wordt nu vervuld op MB0- niveau. Mijn vraag is: wat is toch de zin om steeds hoger opgeleide mensen aan te trekken voor banen waar ook een lagere opleiding aan voldoet? Het verbaast mij altijd dat een caissière tegenwoordig havo moet hebben en ik meen te weten dat aan ons eigen keukenpersoneel al gevraagd is om een horeca-opleiding te doen. Ik vraag mij af waarom? Soorten alcohol die uit elkaar gehouden moeten worden is toch niet van toepassing op onze nieuwjaarsreceptie. Soms wordt kwaliteit voornamelijk vertaald met hoge opleiding en dat is echt niet altijd het geval. In de nota lees ik bijvoorbeeld dat het GOP ook subsidies vraagt en krijgt voor begeleiding en deskundigheidsbevordering van gastouders. Wat missen deze gastouders dan toch dat zij zoveel begeleiding en deskundigheidsbevorde ring nodig hebben? Wanneer is men officieel erkend als gastouder of is dat een soort permanente educatie. Ik stel mij voor dat het GOP bemiddelt en dat is het dan. De rest zoeken ouders zelf wel uit. Nu al durf ik te voorspellen dat als wij zo doorgaan met de kinderopvang, wij binnen enkele jaren met topzware organisaties te maken zullen hebben. Met de definitie van de kinderopvang in het hoofd wil ik op het volgende wijzen. S.G. Rijpma, een directeur jeugdbeleid bij WVC, heeft vorige week namens minister d'Ancona gezegd: "Kinderopvang wordt ten onrechte nog wel gezien als louter lust voor de ouders, maar het kan ook dienen en dient soms ook als instrument voor het geval er thuis problemen zijn, die dan in een vroeger stadium door de leiding van de kinderop vang kunnen worden onderkend." Hij wijst dan op een nieuw en in zijn ogen succesvol project, gedaan door het in 1984 opgerichte Limburgse instituut voor ondersteuning van het sociaal-cultureel en educatief werk. Ik kan mij best indenken dat dat voor Limburg heel belangrijk is. Het gaat als volgt. In de wijken worden netwerken opgezet van jeugdartsen, onderwij zers, kleuterleiders, wijkverpleegkundigen, sociaal-culturele werkers en medewerkers van jeugdclubhuizen. Eens per maand praat zo'n buurtnetwerk over kinderen waarvan men denkt of weet dat er iets mee aan de hand is. 53

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 27