verschillende organisatiemodellen te maken krijgt. Een kinderopvang en
een gastoudergezin binnen één wijk daarin zou best eens die afstemming
nodig kunnen zijn.
Xk kom ook terug op wat mevrouw Van Ulzen zegt over een zorgnetwerk.
Ik heb dat de vorige keer ook aangegeven. Er is in Den Bosch op een
gegeven moment een zorgnetwerk van start gegaan waarin eigenlijk al die
geledingen binnen één wijk zich met elkaar verhouden, op zo'n manier
dat ook het vrijwilligerswerk er heel duidelijk uitkomt als iets dat je
mee moet nemen in die ontwikkeling. In dat kader heb ik de sociale
vernieuwing ook genoemd. Ik blijf de motie van de PAL-fractie ook onder
steunen voor wat betreft de college-opdracht om een meerjarenplan op te
stellen gericht op die visie en kijkend naar afstemming, samenwerking
en samenhang daarin.
Mevrouw Van Ulzen: Wij hebben begrip voor het standpunt van de
wethouder en gaan er in ieder geval vanuit dat hij waar het de peuter
leidsters betreft de boodschap goed heeft begrepen. Wij volgen de PvdA-
fractie in deze. Echter het voorstel dat hij net lanceerde - of dat was
niet zozeer een voorstel hoop ik - met betrekking tot de gefaseerde
invoering, met ander woorden de ene groep wel een CAO en de andere groep
niet, spreekt ons in het geheel niet aan.
Wij zouden toch de motie van de PAL-fractie willen blijven steunen
wat het meerjarenplan op inhoud betreft. Het is natuurlijk duidelijk dat
er nog zeer veel financiële gegevens ontbreken.
Dan wat betreft goed inschalen. Het is maar wat je goed noemt. Onzes
inziens heeft dat veel meer betrekking op het feit dat van nu af aan dit
soort banen alleen weggelegd zou zijn voor hoger opgeleide mensen, zonder
dat de noodzaak daarvan aangetoond is en alleen omdat men ergens anders
zo besloten heeft. Het waarom is ook daar niet duidelijk. Wij zijn van
mening dat ook lager opgeleide mensen in aanmerking dienen te komen voor
bedoelde functies. Het gaat ons veel minder om het geld, maar veel meer
om het principe.
Het project van WVC waar ook mevrouw Visser nog even op duidt, wat
dan zo mooi heet het zorgnetwerk en wat de wethouder onder sociale ver
nieuwing wil schalen, daarover is mijn ervaring dat het niet zelden
uitloopt op sociale vernieling van gezinnen.
De heer Koopmans (weth.): Voorzitter, ik wil de sprekers nog even
volgen.
De eerste motie ten aanzien van vrijkomende scholen hebben wij
overgenomen
De heer Herrema is begonnen met te zeggen dat voorstellen in de raad
komen bij de behandeling van het beleidsplan en hij had het dan over de
kwestie van de CAO-Welzijn. Hij merkte duidelijk dat het college de
intentie heeft om dat over te nemen, maar dat ik heel duidelijk een
voorbehoud heb gemaakt ten aanzien van de betaling van het geheel. Ik ben
bereid om voor te lezen op welke wijze ik de motie zou kunnen overne
men: "het betaalde peuterspeelzaalwerk te willen subsidiëren conform de
CAO-Welzijn, inclusief pensioenlasten, en nodigt het college uit hiertoe
62
voorstellen te ontwikkelen ten einde subsidiëring mogelijk te maken."
Dan haal ik de datum 1 januari 1991 er uit zonder dat ik daarbij zeg dat
er per 1 januari 1991 helemaal niets zou kunnen gebeuren. Ik weet dat op
dit moment niet. Ik heb de intentie om dat te bekijken. (De heer Herrema:
Met die intentie trek ik de motie in.)
Mevrouw Dijkstra heeft in tweede termijn aangegeven hoe de CDA-
fractie denkt over de ingediende moties, ik heb daar kennis van genomen.
Mevrouw Garms heeft nog een vraag gesteld over het management en de
visie dat op 3 4 groepen een middenkaderfunctie moet. Ik denk toch dat
mevrouw Garms zich vergist, want datgene dat werd gevraagd door de SKL
hebben wij nu juist overgenomen. Wij noemen dat een adjunct-directrice,
dat is een middenkaderfunctie omdat de adjunct-directrice, als ik mij
goed herinner, C is en niet A zoals de echte adjunct-directrice, maar dat
zijn middenkaderfuncties die ingevuld zijn. Ik denk dus dat wij daar aan
tegemoet zijn gekomen.
Dan heeft mevrouw Garms nogmaals gesproken over de CAO en met name
over de fasering. Voorzitter, ik begrijp best dat verschillende raadsle
den er moeite mee hebben om de ene iets wel en de ander iets niet te
geven. Het gaat er nu even om, wat rechtens kan worden afgedwongen. In
principe, ik heb dat net al gezegd, ten aanzien van de subsidiëring
helemaal niets. De subsidiëring is bij de CAO partner op afstand, maar
als er dan toch een werkgever is die verplicht is de CAO toe te passen
dan zal dat in dit geval, voor zover ik het op dit moment kan overzien,
de werkgever zijn waarvan de peuterspeelzaal of anderszins de kinderop
vang onderdeel uitmaakt. Een instelling die al valt onder de CAO-Welzijn.
Ik denk dat daar dan de voorkeur naar uitgaat. Ik zeg met nadruk "ik
denk"Vervolgens zijn er een groot aantal peuterspeelzalen en ander
zijds kinderopvanginstituten die los staan van dit soort instituten en
die niet rechtstreeks onder de CAO-Welzijn vallen. Als mevrouw Garms
zegt, er wordt met twee maten gemeten, dan zijn dat natuurlijk twee
maten. Maar waarom zeg ik dat, omdat ik niet precies weet hoeveel geld
het gaat kosten en of de gemeente de middelen daarvoor zal hebben. Dat
is de afweging en daarom zeg ik, laat ons dat nu eerst bekijken. Wij
komen in het najaar bij de aanbieding van het programma sociaal-cultureel
werk daarmee bij u terug. (De heer Heins: In feite zegt de wethouder nu
niets anders dan, als wij er niet onderuit kunnen, dan doen wij het. Wij
vinden het niet zo belangrijk dat wij daarvoor gelden gaan vrijmaken.
Ik kan vanavond nog wel 60 projecten opnoemen waarvan wij allemaal vinden
dat zij uiterst belangrijk zijn, maar wij moeten ze wel afwegen en troost
u die afweging wordt ten slotte met elkaar gemaakt. (De heer Heins: Wij
kunnen dat nu hier doen. Als wij dit belangrijk genoeg vinden, doen wij
dat nu en dan doen wij het hier in de raad. Door de motie van de PAL-
fractie aan te nemen doen wij de afweging nu.) Wij weten niet wat het
kost op dit moment en wij weten niet waartegen wij de afweging moeten
maken. Er is hier vanavond eerder ook een beroep gedaan om voor het
milieu 500.000,-- uit te trekken. (De heer Heins: Dat doen wij toch
wel eens vaker, wij hebben het stadskantoor gehad, dat liep ook vooruit.
Met zoveel dingen lopen wij vooruit, als wij het maar belangrijk genoeg
vinden, kunnen wij hier in de raad dit soort besluiten nemen. De wethou-
63