moet dicht bij het stedelijk gebied liggen en de lokatie moet dicht
liggen bij de hoofdverbindingswegen, in dit geval de rijksweg 32 en de
N31. Binnen de huidige stadsgrenzen of direct daaraan aansluitend zijn
evenwel geen lokaties meer voorhanden die een project van 400 kavels
toelaten. De noord-noordoost zijde van Leeuwarden: Bilgaard en Lekkum,
zijn bestemd als landelijk danwel natuurgebied en er liggen daar beper
kingen in verband met de vliegbasis. Die lokatie voldoet naar onze mening
niet aan de eisen zoals die zojuist zijn geformuleerd. Met name een
directe aansluiting op de hoofdverbinding ontbreekt. Hetzelfde geldt voor
het gebied Westeinde en daarboven.
De oostkant van de stad wordt begrensd door Camminghaburen en de
Groene Ster. Dit gebied laat geen uitbreiding van de huidige bestemming
toe. Hetzelfde geldt voor de Froskepölle. Dan blijven tot slot Aldian en
Nijldn over. Daarover kunnen wij kort zijn, deze wijken zijn vol. Als wij
dan toch nog iets willen, zullen wij naar buiten moeten. Daarbij dient
eveneens, naar onze mening, aangesloten te worden bij de ideeën zoals die
zijn ontwikkeld naar aanleiding van de aanwijzing van Leeuwarden als
stadsgewest. Als de gemeente dit niet doet, verliest zij haar geloofwaar
digheid inzake deze kwestie. De visie die ten aanzien van het stadsge
west is ontwikkeld, is onder andere de uitbreidingsbebouwing zoveel
mogelijk te doen aansluiten bij de bestaande stedelijke bebouwing. Deze
visie sluit eveneens aan op hetgeen in de Vierde Nota Ruimtelijke Orde
ning wordt gesignaleerd, namelijk een trek terug naar de stad. In de nota
Stadsgewest Leeuwarden wordt uitgebreid ingegaan op het mogelijke ontwik
kelingsprofiel van de gemeente Leeuwarden. Deze visie hangt ten nauwste
samen met hetgeen in de nota Landschapstructuurschets Leeuwarden is
beschreven.
Al met al blijkt er dus eigenlijk maar één lokatie bijzonder ge
schikt te zijn en dat is Goutum-NoordDe lokatie sluit aan op de stede
lijke bebouwing; er is een directe aanwezigheid van hoofdverbindingen;
er bestaat de mogelijkheid iets bijzonders te bieden middels het aanbie
den van kavels aan open vaarwater en tot slot blijkt uit de landschaps
tructuurschets dat op de lokatie Goutum een bebouwing toegelaten kan
worden die een toename van verdichting laat zien richting stad. Er is
derhalve met recht sprake van een strategische lokatie, maar wel één
onder hoogspanning. Dit om twee redenen.
Ten eerste zal de aanwezigheid van het hoogspanningstraject de
nodige ruimtelijke hoogstandjes vereisen. Dat is een uitdaging. Als wij
de lokatie willen, zullen wij die uitdaging aan moeten gaan. Dit betekent
dat wij bij de verdere planontwikkeling ons vrij kritisch ten opzichte
van dit gegeven zullen opstellen.
De tweede reden die de spanning doet oplopen is het gegeven dat de
bevolking van Goutum niet zo gecharmeerd is van de plannen. Waarom niet?
Vanzelfsprekend zullen er mensen zijn die zonder meer tegen zijn. Echter
de belangrijkste oorzaak, zo blijkt uit de ingediende bezwaarschriften,
is gelegen in het feit dat er veel onduidelijkheid rondom de plannen
bestaat. Plannen waarvoor overigens eerst nog een bestemmingsplan gemaakt
moet worden, alvorens tot gedetailleerde invulling kan worden over
gegaan. Naar de mening van de D66-fractie zou het wenselijk zijn in de
24
toekomst, mede als onderdeel van het meer klantvriendelijke handelen, de
burgerij eens wat duidelijker tegemoet te treden. Te veel heerst er
binnen het bestuur naar onze mening een cultuur van wij weten wel wat
goed is voor de burger, een iet wat opleggerige houding. Tegen deze
houding, zo zult u in de komende jaren merken, zal de burgerij zich
steeds meer gaan verzetten met als uitkomst een situatie zoals die er nu
ligt. De partijen graven zich als het ware in. Nu moeten die partijen
weer uit de loopgraven, zullen wij maar zeggen. Wij zouden het daarom
verstandig vinden in het vervolgtraject van de planontwikkeling nauw
samen te werken met de bevolking van Goutum. Maak daar maar eens werk
van. Een goed leerproces, zo dachten wijmet als resultaat een toploka-
tie. Voor wat, hoort wat.
Wij zijn het overigens niet met de veel gehoorde klacht van de
bewoners van Goutum eens dat hun bezwaarschriften niet serieus worden
genomen. Veel vragen en bezwaren kunnen echter nog niet worden beantwoord
c.q. behandeld, omdat de nadere concrete planinvulling nog plaats moet
vinden. Wij zullen er bij die procedure ook nauw op toe zien dat alle
vragen en bezwaren uiterst serieus behandeld worden. Zo niet, dan zullen
wij niet akkoord gaan met het bestemmingsplan.
Bij de nadere planontwikkeling kiezen wij overigens voor het dorpse
karakter van Goutum. Een dorps karakter met eventueel stedelijke trekjes,
maar geen stadswijk met dorpse trekjes. Wij kiezen derhalve voor Goutum-
Noord en niet voor Leeuwarden-Zuid.
Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, ook mijn fractie heeft zich
in de commissie over de woonlokatie Goutum-Noord positief uitgesproken
en wil dat ook vanavond doen. Goutum-Noord heeft een aantrekkelijke
ligging dat past in het aanbod van aantrekkende lokaties waar wij als
gemeente gebruik van moeten durven maken. De toekomstige ontwikkeling op
het gebied van het woon-werkverkeer zal mensen weer op zoek doen gaan
naar vrije sector kavels. De bezwaren vanuit Goutum zijn volgens mijn
fractie wel serieus beantwoord in de Reactienota, maar de inspraakproce
dure was onduidelijk. Dat is wel gebleken. Mijn fractie is dan ook van
mening dat in goed overleg de verdere invulling moet plaatsvinden. Een
strategische woonlokatie vereist een strategische samenwerkingsrelatie
met de Goutumers. Dat het aantrekkelijk wonen is in Goutum daar zijn alle
partijen het over eens. Laat dat dan ook de basis zijn van de verdere
ontwikkeling van de plannen.
Wel heeft mijn fractie nog een aanvullende vraag met betrekking tot
de hoogspanningskabels. Is de termijn waarop deze in de toekomst vervan
gen moeten worden ook bekend bij de wethouder?
De heer HeinsEen paar punten wil ik nog even aanstippen.
De procedure was voor velen onduidelijk, zelfs wij als commissiele
den wisten niet exact wat het verschil was tussen de besluitvorming op
10 april en 26 juni. En als wij de stappen al niet kunnen volgen, wat
verwacht men dan van de insprekers die vele vrije tijd moeten investeren
om precies te achterhalen wanneer zij waarop moeten inspreken. Dat wekt
wrevel en irritatie op, die de standpunten van mensen die tegen het
25