zal altijd een afweging moeten plaatsvinden tussen de verschillende particuliere en publieke belangen. Om dan tegelijk de geloofwaardigheid in het geding te brengen, gaat mij wat te ver. Voorzitter, mevrouw Van Ulzen heeft gelijk als zij nog een keer constateert, dat de ontwikkelingsschets voor het stadsgewest geen provin ciale nota ismaar dat een nota die is samengesteld door een stuurgroep waarin gemeente en provincie samenwerken. Dat is ten onrechte in de raadsbrief blijven staan. (Mevrouw Van Ulzen: Dat heeft moeite gekost om u dat te laten zeggen.) Nee hoor, dat heb ik in de commissie ook onmid dellijk erkend. Ik begrijp niet waarom mevrouw Van Ulzen die opmerking maakt Dan de vondst van mevrouw Van Ulzen dat het niet uitmaakt of je nu in Goutum-Noord woont of in Wytgaard. Die afstand is blijkbaar in haar belevingswaarde gelijk. Ik kan mevrouw Van Ulzen verzekeren dat het op de fiets een gigantisch verschil uit maakt. (Mevrouw Van Ulzen: Dan heeft u waarschijnlijk nog nooit, dat kan ook niet, vanaf het kanaal gefietst Ik weet dat u heel veel fietst, maar daar heeft u nog nooit gefietst want daar heeft u namelijk niet kunnen fietsen, maar dat komt ongetwij feld nog.) Ik weet niet precies waar mevrouw Van Ulzen het nu over heeft, maar ik fiets daar zeer regelmatig. Het lijkt mij ook niet zo verschrik kelijk interessant. Het is duidelijk dat de afstand Goutum tot het centrum van de stadsvoorzieningen volstrekt anders is dan die van de andere dorpen in onze gemeente. (Mevrouw Van Ulzen: Ik moet daar wel bij zeggen in uw beleving.) Jazeker, dat is juist, maar ik ga er van uit dat ook anderen dat zo ervaren. Ik dacht dat ik daarmee alle vragen beantwoord heb. Behalve de laatste opmerking van de heer Heins met betrekking tot het herzien van het oude plan Goutum. Ik denk dat het plan als zodanig niet behoeft te worden herzien. Hooguit zou daar een zin met betrekking tot eindplannen uitgehaald moeten worden. Ik voorzie niet dat daar nu zulke verschrikke lijk grote wijzigingen in gaan plaatsvinden. Wanneer wij toe zijn aan een herziening van dat plan, kunnen wij die discussie wel voeren. Dat plan heeft niet de hoogste prioriteit. Wiardaburen, de vraag of dat een historische blunder is. Het is altijd gemakkelijk om achteraf te constateren dat een plan dat een tiental jaren geleden is ingezet en pas recent tot definitieve besluit vorming middels de Raad van State is gekomen, een blunder is. In die jaren werd het noodzakelijk geacht dat er een grootschalige opvolger zou komen voor Camminghaburen. Daar is toen uitgebreid over gesproken, mede gelet op de kosten die met die planvorming gemoeid waren. Er is toen een keuze gedaan. Je kunt nu constateren, niet om zozeer ruimtelijke ordening overwegingen hoewel je ook daar je kanttekeningen bij kunt plaatsen, maar met name om kwantitatieve overwegingen, dat je grote vraagtekens kunt zetten bij de realisatiekansen van dit plan. Op dit moment wil ik daar verder geen uitspraken over doen. Ik denk dat het goed is dat de discus sie over het al dan niet handhaven van het huidige bestemmingsplan Wiardaburen het beste gevoerd kan worden in het kader van de behandeling van de structuurschets, waar die afwegingen ook voor langere termijn kunnen worden gemaakt. Overigens gaat de financiële consequentie, dat 30 is u bekend, via exploitatiediscussies. Wij krijgen binnenkort de hercal culaties van de verschillende plannen in de commissie. De heer Ten Hoeve: Nog een aantal opmerkingen, mijnheer de voorzit ter. Eerst even over de kwaliteit. Het staat ook wel in de nota, maar ik denk dat met name het water voor deze lokatie heel belangrijk zal zijn. Overigens heb ik mij steeds afgevraagd of die insteken die nu zo mooi getekend zijn vanaf het Van Harinxmakanaalwel ooit mogen. Maar in ieder geval zal de Wirdumervaart als ontsluiting van dit gebied met het groen dat aangelegd moet worden, heel belangrijk zijn. Over de kwaliteit en het bevorderen daarvan, heeft de wethouder een aantal opmerkingen gemaakt. Ik zou de wethouder toch willen vragen daar als college een aantal gedachten over te formuleren. Hoe je dat kunt bewerkstelligen. Daar een keer mee in de commissie te komen. Dat geldt eigenlijk niet alleen voor dit gebied, maar voor veel meer plekken in de stad. Overigens ben ik het met de wethouder eens dat dit soort dingen niet dwingend geregeld moeten worden. Amersfoort heeft een ruime markt, die laat mensen uit een lijst met architecten kiezen. Maastricht doet dat door een persoonlijke benadering, door overtuiging, door voorbeelden te laten zien. Ik denk dat die manier ver weg de beste is. Daar pleit ik voor. Dan over de inspraak, ik heb daar al wat over gezegd. Voor mij is het duidelijk dat naar de bewoners toe de hele procedure niet duidelijk is geweest. Maar als commissielid kan ik mij bijna niet voorstellen dat het voor ons niet duidelijk was, met alle regelingen die wij zelf hebben opgesteld. Het stoort mij een beetje dat vanavond een groot deel van de discussie over die procedure en de inspraak gaat. Ik voel dat toch een beetje als een rookgordijn, om de keuze een beetje te verbloemen door achter deze procedurezaak weg te kruipen. Nogmaals, naar de bewoners toe was het onduidelijk, maar voor ons was het zo helder als glas. Het is voor ons een gebruikelijke procedure. Verder zou ik wat de inspraak betreft, naar Goutum toe, ervoor willen pleiten dat dat overleg snel op gang komt. Dat er eerst niet te veel op papier komt te staan en er ge- inventariseerd wordt met het gegeven van dit besluit, waarvan ik aanneem dat het genomen wordt, maar te kijken naar wat voor gedachten er bij de bewoners en het Dorpsbelang leven. Een ander punt dat mij tijdens de behandeling opviel, is dat twee fracties bijna de vinger opgestoken hebben en hebben gezegd: wij gaan akkoord, maar als er bezwaren komen, zullen wij die wel heel goed bekij ken. Dat werd zo'n beetje bij het college gelegd. In ander verband heeft de wethouder daar net ook al op gewezen. Die bezwaren toetsen wij natuur lijk als raad, dat doet niet het college. Wij honoreren die bezwaren of wij wijzen ze af. Daar speelt het college natuurlijk een adviserende rol in, maar wij doen het zelf. Het is niet meer dan logisch dat wij dat doen, dat horen wij te doen. Eigenlijke zijn dat soort opmerkingen overbodig, vind ik. Dat moet dus zeker niet gelegd worden bij het colle ge, want dan komen wij in de oude discussie van het monisme en het dualisme. Die scheiding moet je ook op dit terrein niet creëren. Verder blijft voor mij toch heel interessant en opmerkelijk de 31

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 16