kan men daar niets anders doen als mensen vragen naar mogelijkheden voor
bouwlokaties, dan die door te verwijzen. Ik denk dat dat geen juiste zaak
is
Het tweede punt is dat wij denken dat de opstelling in Bouwhuis-
Noord een tijdelijke zaak moet zijn. Het nieuwe stadskantoor moet uitein
delijk de ruimte en mogelijkheid bieden om deze informatie te verstrek
ken.
De heer Timmermans: Het is inderdaad de bedoeling, dat na het
gereedkomen van het nieuwe stadskantoor alle baliefuncties daar zoveel
mogelijk gecentreerd zullen worden gerealiseerd. Daar dan deze informatie
te gaan verstrekken. In de fase waarin wij nu verkeren - een tussenfase -
is het denk ik zinvol dat de informatie over mogelijke bouwlokaties ook
zo veel mogelijk in het huidige informatiecentrum wordt opgesteld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 8 (bijlage nr. 213).
De Voorzitter: Aan de orde is oprichting Stichting Banenpool Collec
tieve Sector Leeuwarden.
Mevrouw Garms: Vanavond moet er een besluit genomen worden over de
oprichting van de Stichting Banenpool. De banenpools maken deel uit van
de sociale vernieuwing. Omdat de sociale vernieuwing in september op de
raadsvergadering staat, wil ik mij in mijn verhaal beperken tot enkele
reacties op de voorstellen met betrekking tot de Stichting Banenpool.
De oprichting van deze stichting is een belangrijke zaak. Een
instelling waar wij als gemeente de komende jaren veel eigen middelen in
zullen steken. Genoeg redenen voor het college om een organisatiestruc
tuur te kiezen waardoor zij dicht op de uitvoering zit. Het belang dat
het project slaagt is duidelijk.
Wij betreuren het dan ook dat in de doelstelling staat dat alleen
banen worden gezocht in de collectieve sector. In de commissie is meerma
len door verschillende fracties benadrukt dat ook de marktsector er bij
betrokken dient te worden. Hoewel wij ons realiseren dat daar natuurlijk
haken en ogen aanzitten, denken wij dat naast de collectieve sector ook
genoemd dienen te worden de nutsbedrijven en organisaties van werkgevers
en werknemers. Te meer daar hierover door de VNG de discussie al is
aangezwengeld bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Wij
dienen dan ook de volgende motie in:
"De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag
27 augustus 1990,
overwegende
dat het zoeken naar op maat gesneden banen al moeilijk genoeg is;
dat voor zover mogelijk van een zo breed mogelijk aanbod gebruik
dient te worden gemaakt;
dat het standpunt van de VNG en het FNV van een zelfde strekking is;
6
besluit
om in de statuten naast de collectieve sector ook de non-profit
instellingen in de marktsector als inlener aan te merken."
De motie is ondertekend door mijzelf. (De Voorzitter: De motie is
voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.
Dan nu iets over de gekozen organisatiestructuur. Wij respecteren
het voorstel van het college om de Stichting Banenpool zo dicht als
mogelijk onder haar verantwoordelijkheid te brengen. Wel betreuren wij
het dat niets is gedaan met de inhoudelijke bijdrage, onder andere met
betrekking tot de organisatiestructuur, van Stichting Project Mensen
Zonder Werk. De banenpools maken deel uit van de sociale vernieuwing. Bij
sociale vernieuwing gaat het er om, om samen met burgers, overheid en
maatschappelijk veld te komen tot wezenlijke veranderingen. Juist gezien
in dit licht is het betreurenswaardig dat niets is gedaan met de inhoude
lijke bijdrage van Stichting Project Mensen Zonder Werk. Een gesprek met
de desbetreffende instelling had ons minimaal op zijn plaats geleken. Ook
omdat Stichting Project Mensen Zonder Werk over de nodige ervaring
beschikt op het gebied van banenpools in het kader van het t.r.j.-pro
ject. Het lijkt ons dan ook voor de hand liggend dat er in de startfase
van de Stichting Banenpool gebruik gemaakt wordt van de opgebouwde
deskundigheid van de Stichting Project Mensen Zonder Werk. Wij willen
hierover dan ook graag een toezegging van de wethouder. Daarnaast lijkt
het ons noodzakelijk dat het college regelmatig overleg blijft voeren
over de door de commissie gesignaleerde knelpunten, zoals de mogelijkheid
van betaling van CAO-loon; slechte positie van vrouwen zonder uitkering
in dit geheel en de versoepeling van het inschrijvingscriterium voor
zowel vrouwen als allochtonen.
De heer Peeters Weem: Mijnheer de voorzitter, de D66-fractie is blij
met het initiatief om te komen tot de oprichting van een banenpool in
Leeuwarden. Het is een goede stap in de richting van het besteden van
uitkeringsgelden aan het creëren van banen. Op deze manier kan perspec
tief worden geboden op betaalde arbeid aan hen die dit jarenlang hebben
moeten missen. Minder gelukkig zijn wij met de wijze waarop dit plan in
de Commissie Economische en Sociale Zaken is gepresenteerd. In de verga
dering van 14 juni 1990 werd door de wethouder gesteld dat aan de be-
stuurs- en organisatiestructuur van de Stichting Banenpool niet te tornen
viel. Dit was op landelijk niveau vastgesteld. In de vergadering van 22
augustus 1990 echter kwam naar voren dat het niet zozeer een kwestie was
van onmacht als wel van onwil. Het college wilde geen alternatief bieden
voor de aangegeven structuur. Wij zijn van mening dat deze handelswijze
de discussie in de commissie onnodig heeft bemoeilijkt en gefrustreerd.
De D66-fractie is van mening dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoe
ring van de banenpool bij de gemeente dient te liggen en wel om de
volgende redenen.
De banenpool dient geïntegreerd te worden in het totale sociale
vernieuwingsbeleid. Concurrentievervalsing en -verdringing tussen de
verschillende vormen van gesubsidieerde arbeidsvoorziening dient voorko-
7