ten bij de stichtingsvorm van het JWG. Als dit niet gebeurt ligt de
uitvoering van het JWG in andere handen dan de uitvoering van de banen
pool, terwijl deze twee volgens ons naadloos op elkaar aan moeten slui
ten. Doe je dit niet dan hebben de inlenende organisaties met twee
instanties te maken. Dit lijkt ons niet efficiënt en niet bevorderlijk
voor de doorstroming. Als je er vanuit gaat dat JWG en banenpool door een
en dezelfde organisatie moet worden uitgevoerd, zou je ook kunnen kiezen
voor een vorm waarbij er een stichting in het leven wordt geroepen die
eigenlijk alleen een bestuursfunctie heeft, die de criteria voor de
additionaliteit van de arbeidsplaats bepaalt en die in overleg met de RBA
en via het HOG-traject de deelnemers selecteert. Een tweede stichting zou
dan de puur uitvoerende taken voor haar rekening moeten nemen. Dit kan
wel een stichting zijn die zich nu ook al met werkgelegenheidsprojecten
bezig houdt. Het nadeel hiervan is naar onze mening dat er een zeer
onduidelijke structuur ontstaat, bovendien verliest de gemeente het zicht
op het geld dat via de brede doeluitkering naar de banenpool gaat stro
men. De uitvoerende organisatie beschikt over het geld, terwijl de
gemeente uiteindelijk verantwoordelijk is voor de besteding er van.
Een laatste argument dat ik wil noemen, is dat wij in het kader van
de sociale vernieuwing nu juist willen voorkomen dat allerlei verschil
lende organisaties zich met dezelfde dingen bezig houden, zodat de
burgers niet meer weten waar zij moeten zijn. Dit alles heeft ons doen
kiezen voor de stichtingsvorm zoals die is opgenomen in de raadsbrief.
Ook in de samenstelling van het bestuur kunnen wij ons vinden. Wij willen
echter wel graag weten of er al bekend is wie namens de werkgevers en de
werknemers in het bestuur zullen plaats nemen. Dit is met name belangrijk
omdat het bestuur al zeer binnenkort met een begroting voor het volgend
jaar moet komen.
De naam van de stichting is nu Stichting Banenpool Collectieve
Sector Leeuwarden. Wij willen voorstellen de naam te veranderen in
Stichting Banenpool Leeuwarden. Ook zouden wij in de statuten de term
collectieve sector willen weglaten. Wordt er in eerste instantie gezocht
naar banen binnen de collectieve sector, er is de mogelijkheid opengela
ten dat in de toekomst ook banen van non-profitorganisaties uit de
marktsector hierbij kunnen worden betrokken. Door de huidige naamgeving
lijkt het alsof deze bedrijven hier nooit bij zullen worden betrokken.
Dit lijkt ons zeer voorbarig. Wij denken juist dat het goed is, indien
dat wettelijke wordt toegestaan, bedrijven uit de marktsector bij de
banenpool te gaan betrekken. Bovendien worden deze organisaties door de
huidige naamgeving niet gestimuleerd mensen uit de banenpool via door
stroming aan te trekken. Ook wordt de psychologische afstand tussen
bedrijfsleven en collectieve sector hierdoor nog groter. In de doelstel
ling van de banenpool kan mijn fractie zich vinden. Over de additionali
teit van de arbeidsplaatsen is in de commissie uitvoering gediscussieerd.
Dit is natuurlijk met name een probleem bij banen in de marktsector, de
term concurrentievervalsing blijft op de loer liggen. Het blijft een
moeilijk punt waarover het bestuur van de stichting zich zal moeten
buigen. Wij denken dat het bestuur van de nieuwe stichting met criteria
moet komen waaraan een arbeidsplaats getoetst kan worden. Wij vinden het
12
eveneens belangrijk dat het bestuur van de nieuwe stichting op korte
termijn taakstellingen op papier moet hebben, met name op het gebied van
de doorstroming. Niet iedereen kan doorstromen naar een reguliere ar
beidsplaats, maar dit moet toch gestimuleerd worden zodat ook nieuwe
mensen in kunnen stappen in de banenpool. Een voortdurende evaluatie van
deze taakstelling vinden wij dan ook noodzakelijk.
Een andere reden voor het bepalen van taakstellingen op korte
termijn is het financieel aspect. Met name het bedrag aan uitkeringsgel-
den dat binnenkomt, wordt hierdoor bepaald. Dit laatste geldt dan natuur
lijk voor de doelstelling voor het percentage niet-uitkeringsgerechtigden
dat meedraait in de banenpool. Op welke termijn denkt de wethouder dat
wij hierover voorstellen kunnen verwachten?
Dan ten slotte de financiering. Al in december is besloten geld vrij
te maken voor de banenpool. In juni is dit met het noemen van bedragen
bevestigd. Als je kijkt naar de begroting dan is dit geld ook noodzake
lijk. Maar tijden kunnen veranderen en begrotingen ook. Wij vinden het
daarom belangrijk dat dit project regelmatig wordt geëvalueerd, zodat wij
niet voor financiële verrassingen komen te staan. Een tijdige signalering
van tekorten is onzes inziens heel belangrijk. Bovendien moet men blijven
zoeken naar andere financieringsbronnen, dit alles omdat de bijdrage voor
de banenpool een tekortensubsidie is, die als er geen tekorten zouden
zijn, ook voor andere leuke dingen gebruikt kan worden. Ik zou dan ook
willen verzoeken om een regelmatige en tijdige rapportage, minsten één
keer per jaar, over de voortgang van de banenpool.
Mevrouw VisserMijnheer de voorzitter, mijn fractie is zeer ingeno
men met de oprichting van de Stichting Banenpool. Alles wat meewerkt in
het terugdringen van de werkloosheid in onze gemeente moet optimaal
worden benut. Dat wij als gemeentebestuur zorg hebben te dragen voor een
zo zorgvuldig mogelijke organisatie en beheersstructuur, spreekt voor
zich. Mijn fractie heeft zich laten overtuigen door de wethouder dat de
gekozen vorm het beste aansluit bij de taakstelling, hoewel misschien nog
wel wat informatie ontbrak. Wel wil mijn fractie graag de toezegging van
de wethouder dat ook de niet-collectieve sector wordt aangeboord als
mogelijkheid. Dit voorstel is door mijn fractie ingebracht in de commis
sie en werd door meerdere fracties ondersteund. Bij de PAL-fractie gaat
die ondersteuning zelfs zo ver dat er een motie ligt van die strekking.
Mijn fractie wil dan ook nu al bij de start van de banenpool die aanvul
ling graag zien toegevoegd.
Naar de uitvoering kijkend heeft mijn fractie te weinig in de
raadsbrief gelezen over het gebruik maken van de deskundigheid van andere
organisaties, zoals Stichting Project Mensen Zonder Werk. Maar ook
meerdere organisaties, zoals ook al door de PvdA-fractie werd ingebracht,
komen daarvoor in aanmerking. Het gaat ons juist om zo dicht mogelijk aan
de basis de deskundigheid te gebruiken. Juist om naadloos aan te kunnen
sluiten, lijkt mijn fractie de inbreng van deze en ook andere organisa
ties zeer waardevol en vanaf de start al zinvol. Hoe denkt de wethouder
deze organisaties hierbij te betrekken? In de commissievergadering is
gesproken over druk van onder af, maar mijn fractie zou ook uitnodiging
13