concurrentievervalsend werkt. Wij zullen daarvoor speciale aandacht
geven.
Mevrouw Tiemersma vraagt zich af of het al bekend is wie er voor de
werkgevers en werknemers in het bestuur komen. Dat is nog niet bekend.
Wij hebben eerst deze raadsvergadering afgewacht en zullen nu in formele
zin verder gaan nadenken over wie wij daarvoor moeten hebben.
Dan de vraag hoe nu taakstellingen op papier komen en wanneer daar
voorstellen over kunnen worden verwacht., alsmede wanneer wij nu inzicht
krijgen over hoe het met de financiële situatie van de stichting staat.
Het lijkt mij het handigst, ik heb dat ook in de commissie al gezegd, om
dat te doen bij de begrotingsvaststelling. De periode september-december
moet als een soort aanloopperiode beschouwd worden. In het jaar 1991
gaan wij los via de normale procedures die ook in de statuten staan. Dat
betekent dat per 1 november de stichting een begroting in moet dienen.
Het lijkt mij voor de hand liggend dat dat niet alleen een droge opsom
ming wordt van cijfers, maar dat er ook een inhoudelijk verhaal aan ten
grondslag ligt van welk beleid wij willen gaan voeren. Het lijkt mij
logisch dat die begroting plus toelichting/beleidsnotitie in de commissie
besproken wordt en dat lijkt mij ook het meest aangewezen moment om de
discussie over de taakstelling doorstroming met elkaar te gaan voeren.
Dus de toezegging dat de voorstellen met betrekking tot doorstroming bij
de behandeling van de begroting 1991 aan de orde komen. Dat geldt ook
voor de hele financiële situatie.
Mevrouw GarmsMijnheer de voorzitter, ik ben in ieder geval blij
met de positieve reactie van de wethouder. Misschien is het aardig om
nog te vertellen dat die kortste termijn waarop het mogelijk is om non-
Profit organisaties op te nemen al opgenomen gaat worden in de nieuwe
regeling, zo heb ik vanavond gehoord. Dus dat kan nu al ingaan. (De
Voorzitter: Mag ik aannemen dat hiermee uw motie verwerkt is en derhalve
als ingetrokken kan worden beschouwd?Jazeker.
De heer Peeters Weems Mijnheer de voorzitter, de wethouder is op
alle punten van ons ingegaan, zodat wij kunnen instemmen met het voor
stel
Mevrouw Van der Kloet: De beantwoording van de wethouder geeft mij
verder geen reden meer tot opmerkingen.
Ik wou nog wel even in de richting van de CDA- en WD-fractie iets
zeggen over datgene wat zij naar voren gebracht hebben over het betrekken
van de marktsector en additionaliteitDe WD-fractie heeft gezegd dat
in de praktijk nog zal moeten blijken of het mogelijk is een waterdicht
systeem van voorwaarden te creëren waardoor die concurrentievervalsing
niet ontstaat. Ik heb juist begrepen dat het uitblijven van de moge
lijkheid om ook de marktsector bij een en ander te betrekken, te maken
heeft met het probleem van hoe vind je zo'n sluitend systeem. Ik denk dat
het terecht is om eerst op z'n minst een idee te hebben hoe zo iets
sluitend te creëren is, voordat je dat in de praktijk maar gaat toepas
sen, om dan misschien na een tijd tot de conclusie te komen dat het
16
absoluut niet waterdicht geweest is.
Mevrouw Tiemersma heeft ten aanzien van additionaliteit gezegd, dat
dat ook met name een probleem zou zijn als je de marktsector er bij
betrekt. Ik ben dat absoluut niet met haar eens. Ik denk wel dat het
probleem dan misschien groter wordt. Maar ook als je het alleen richt op
de collectieve sector bestaat de mogelijkheid dat het op een gegeven
moment niet meer gaat om additionele arbeidsplaatsen, maar dat het gaat
om plaatsen die danwel een aantal jaren geleden vervallen zijn, danwel
waarvan eigenlijk al een tijd geleden geconstateerd is dat die er eigen
lijk zouden moeten komen, maar dat wij daar geen geld voor hebben. In dat
geval worden het arbeidsplaatsen die in de banenpool terecht komen. Dus
wat mij betreft geldt die zorg ten aanzien van additionaliteit ook zolang
het alleen maar gaat om de collectieve sector.
De heer Burg: Voorzitter, eigenlijk had ik in tweede instantie
weinig behoefte om te reageren, omdat de wethouder de motie van de PAL-
fractie heeft overgenomen en zelfs nog de toezegging heeft gedaan over
een eventuele mogelijkheid om in de toekomst de marktsector in de rege
ling op te nemen. Maar de woorden van mevrouw Van der Kloet vragen
eigenlijk wel even om een reactie. Misschien is het haar ontgaan, maar
ik heb gezegd dat het waarschijnlijk geen probleem zal zijn om de eerste
jaren ervaring op te doen juist in de collectieve sector. Daarmee wordt
het gevaar van concurrentievervalsing en -verdringing verkleind. Wat dat
betreft denk ik dat wij toch wel min of meer in dezelfde richting zitten.
Het is verstandig om de eerste jaren inderdaad de collectieve sector voor
de banenpools te bewerken, daar de ervaring op te doen voor wat betreft
een eventuele problematiek met concurrentievervalsing, om daarvan geleerd
hebbende één en ander in de marktsector te kunnen voorkomen. Ik denk dat
wij toch in dezelfde richting denken.
Mevrouw Tiemersma: Ik ben ik eerste instantie blij met de door de
wethouder aan ons gedane toezeggingen. Ik denk dat de ervaringen zal
moeten leren hoe wij verder met het begrip additionaliteit om zullen
moeten gaan. Daarnaast hoop ik namens mijn fractie dat de banenpool een
belangrijk instrument wordt voor de sociale vernieuwing en dat door een
goede uitvoering van dit project het begrip sociale vernieuwing voor de
mensen een concrete invulling krijgt.
Mevrouw VisserMijnheer de voorzitter, mijn fractie is tevreden met
de toezeggingen gedaan door de wethouder.
De heer Kessler (weth.Het lijkt mij niet nodig om hier verder nog
iets over te zeggen.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 9 tot en met 13 (bijlage nrs. 210, 200, 209, 192 en 204).
17