verschenen. Met name in de rubriek "Aan de Grote Klok", hebben wij zeer omstandig uiteen gezet wat de aanpak is en hoe je daar ook zelf als burger een bijdrage aan zou kunnen leveren. Dus de hele filosofie erach ter is tot twee maal toe aan de bevolking verteld. Dan moet je toch aannemen dat er een zekere bekendheid het gevolg van kan zijn. Met andere woorden, er is in de tussentijd het nodige gedaan. Mijn consultaties met de directeur hebben er toe geleid dat hij mij heeft verteld dat in de komende commissievergadering over 14 dagen, het plan van aanpak er nog niet ismaar in de daaropvolgende vergadering kan dit inderdaad aan de orde komen. Mevrouw v.d. Kloet: Voorzitter, heel even. De wethouder zegt terecht dat er inmiddels een aantal dingen zijn gebeurd. Daar wil ik het verder ook helemaal niet over hebben. Het is ook niet mijn bedoeling dat er nog weer eens een heel A4-tje aan de brief wordt toegevoegd, maar in de tweede brief staat wel een hele alinea over wat nu dat plan van aanpak inhoudt. Ik denk dan, doe dat bij die eerste brief ook, dan is het voor beide briefschrijvers duidelijk dat wij wel hebben nagedacht over de gevolgen van het ophouden met gifspuiten. De heer Krol: Ja voorzitter, dan eerst maar even inhoudelijk op die brief. Wij hebben destijds bij de Voorjaarsnota nogal sterk aangedrongen op maatregelen ten aanzien van dat groen. Wij vonden toen dat het wat uit de hand dreigde te lopen. Ik begrijp nu van de wethouder dat dat ook is ingezien en na de vakantie er maatregelen genomen zijn, zoals wij ook gevraagd hadden. Overigens wachten wij dat plan van aanpak af en komen daar wellicht bij nieuw beleid op terug, voor zover aanwezig dan. Dan nog even mijn vraag in eerste termijn. Wij hebben de vorige keer gepraat over een brief, over een procedure. Die brief mis ik nog steeds. Ik kan er aan toevoegen dat het nog merkwaardiger is dat wel een antwoord gestuurd is namens de raad kennelijk, maar dat die nooit op die medede- lingenlijst heeft gestaan en dat gaat mij toch wat te ver. De heer Heere (weth.): Als antwoord op de opmerking van mevrouw v.d. Kloet zeg ik dat ik het geheel met haar eens ben. Ik herinner mij zelfs dat ik bij het vaststellen van de tekst in het college heb gezegd: eigenlijk zou je daar een soort standaardbrief voor moeten hebben. Voor al die zaken die op identieke wijze moeten worden aangekaart, om te voorkomen dat je de ene keer op de ene manier antwoordt en de andere keer een wat gemodelleerd antwoord geeft. Aan de andere kant is het natuurlijk zo dat mensen soms heel specifieke dingen vragen en daar moet je dan ook op ingaan. Wij zullen proberen om iedereen zo goed mogelijk en zo uitvoe rig mogelijk te bedienen. Wat de opmerking van de heer Krol betreft, als hij constateert dat het college kennelijk heeft ingezien dat het uit de hand is gelopen, denk ik toch dat hij een verkeerde conclusie trekt. (De heer Krol: Nee, ik heh gezegd, dat wij de conclusie trokken dat het ietwat uit de hand dreigde te lopen.) Maar dat heeft het college nu ook ingezien, voegde de heer Krol daar aan toe. (De heer Krol: Ik ben blij dat er na de vakantie 10 maatregels genomen zijn.) Precies, dat laatste is gebeurd. Daar ben ik dan ook op ingegaan. Wat die brief betreft, voorzitter, ik denk dat dat een kwestie van orde of iets dergelijks is. De Voorzitter: Ik wil daar wel een reactie op geven, het is een verzuim. Die brief wordt alsnog geagendeerd. (De heer Krol: Dat heeft weinig zin.) Nee, maar het gaat mij om het principe. Als er een goede afspraak gemaakt is en die afspraak wordt niet nagekomen, dan is dat gewoon een verzuim. Daar mag je het college op aanspreken. Die brief moet alsnog geagendeerd worden. Dan kunt u zeggen of het antwoord naar genoe gen was of niet. Aan de orde is de stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub F, G en H. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 3 (bijlage nr. 221). Benoeming van een lid van het Algemeen Bestuur van het Gemeenschap pelijk Centrum voor Onderwijsbegeleiding in Friesland. Aanbeveling van burgemeester en wethouders: mevrouw J.G. Vlietstra. Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. Punt 4 (bijlage nr. 222). Benoeming lid Commissie voor het Gemeentelijk Muziekinstituut. Aanbeveling van burgemeester en wethouders: de heer J. Sijbrandi (voorheen gemeenteraad Menaldumadeel Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. Punt 5 (bijlage nr. 230). Benoeming van een lid van de Commissie voor het Centrum voor Be roepsoriëntatie en Beroepsoefening. Aanbeveling burgemeester en wethouders: de heer S. Uilkema, Dokkum. Benoemd wordt de aanbevolene met algemene stemmen. 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 6