gemaakt heeft wat de lokatie betreft. Dat begrijpen wij. Natuurlijk
hebben wij indertijd het spreidingscriterium vastgesteld, maar er komt
wel eens een enkele keer een moment dat je denkt, wat het zwaarst is het
zwaarst moet wegen. Nogmaals, wat voor ons erg zwaar weegt, is het in
stand houden van het gebouw, zeg maar het jonge monument. Ik denk dat
Leeuwarden het zich niet echt kan permitteren om zelfs maar te overwegen
dit soort dingen te slopen en sloop komt toch wel erg in zicht, vooral
als ik nu net mevrouw Dikken hoor zeggen - ik heb ook daar begrip voor
want ik loop over van begrip zoals u merkt - dat het bezwaarlijk is om
uit eigen middelen 200.000,-- bij te betalen. Want ik denk dat wij
uiteindelijk over 200.000,-- spreken.
Ik ben het niet helemaal met de wethouder eens dat onderwijskundige
belangen bij beide scholen even zwaar wegen. Ik heb ook in de commissie
gezegd, dat ik meende dat de Leeuwerikschool toch iets meer - en dat kwam
ook door omstandigheden dat de Vosseburcht daar niet aan toe kwam - aan
onderwijsvernieuwing heeft gedaan. Daar moeten wij dan maar niet al te
diep op ingaan.
Nogmaals, wij zien niet in hoe dat gat van 200.000,-- gedicht moet
worden, tenzij uit eigen middelen. Dat is erg veel geld. Ik dacht niet
dat wij ons dat konden permitteren.
De motie die wij indienen is ons ingegeven om daarmee het gebouw
veilig te stellen, maar dat heeft u al begrepen.
De heer De Jong: Wij wijzen de motie van de WD-fractie af. Ik denk
dat de wethouder duidelijk geantwoord heeft en dat ook in de commissie
heel duidelijk gesproken is over het spreidingscriterium als doorslagge
vend argument.
Dank aan de wethouder voor de beantwoording van de vragen. Wij
steunen het voorstel zoals het voorligt.
Eén moeilijk probleem "lossen" wij vanavond op. Ik heb in eerste
termijn gezegd dat het een hele pijnlijke operatie is. Maar wij schuiven
een volgend probleem nog een maand voor ons uit. Wij hebben dus nog een
maand te gaan om over nieuwbouw, danwel renovatie, te spreken.
Mevrouw Garms: De PAL-fractie ondersteunt het voorstel van het
college zoals dat voorligt. Wij nemen aan dat wij in de commissie ge-
informeerd worden over de financiële consequenties en vinden het ook een
goede zaak om daar in de volgende raad zeker op terug te komen.
Wij gaan dus niet mee met de motie van de WD-fractie.
De heer Krol: Voorzitter, kort nog even. Op zich zijn wij voorstan
der van de lokatie van de huidige Vosseburcht. Wij zijn het ook wel eens
met het streven naar behoud van het huidige schoolgebouw. Wij zijn
voorlopig niet bereid uit eigen middelen bij te passen. Als Zoetermeer
dus niet over de brug komt, komt sloop en nieuwbouw in zicht. Er blijft
dan overigens altijd nog in de Leeuwerikstraat een schoolgebouw met
eenzelfde stijl over. (De heer Ten Hoeve: Oh ja?) Ja. ik dacht dat de
Maria Louiseschool van dezelfde stijl was, maar ik kan mij natuurlijk
vergissen.
18
Wat de motie van de WD-fractie betreft, die vind ik wat te vroeg.
Daar staat: "Overwegende dat renovatie van het schoolgebouw van de Vosse
burcht de gemeente meer geld gaat kosten"dat is nu juist de vraag die
nog open ligt. Stel dat Zoetermeer wel over de brug komt, dan is op dit
moment die motie helemaal overbodig. Ik zou willen voorstellen aan de
WD-fractie om die motie in te trekken en eerst af te wachten wat er uit
het overleg komt. Op dit moment is de motie te voorbarig en te vroeg.
Mevrouw Visser: Mijnheer de voorzitter, wij willen het spreidings
criterium blijven honoreren. Wij ondersteunen de motie van de WD-fractie
niet, hoewel wij voor Leeuwarden de gevel graag behouden zien. Wij willen
nadrukkelijk de wethouder ondersteunen in het gevecht om die gevel.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, mevrouw Dikken stemt in met
het voorstel van b. en w.daar hoef ik verder niet meer op in te gaan.
Mevrouw Van Ulzen zegt, wat het zwaarst is moet wel eens het zwaarst
wegen. Hoe kan b. en w. zelfs sloop overwegen! Ik vind het allemaal heel
dierbaar klinken uit haar mond, maar vervolgens moet ik constateren dat
zij voor dit zeer waardevolle gebouw geen cent over heeft, want het mag
de gemeente niets meer kosten. Dan moeten wij maar een andere bestemming
zoeken. Ik vind dat wat merkwaardig. Aan de ene kant enorm opgeven over
de kwaliteit van een gebouw, dat zal ook ongetwijfeld allemaal waar zijn,
en vervolgens daar niets voor over hebben.
De heer Krol zegt dat de motie van de WD-fractie te vroeg is. Ik
denk niet dat die motie te vroeg is. Wij besluiten vanavond wel welke
school wij in stand willen houden en als mevrouw Van Ulzen met deze motie
komt op het moment dat wij moeten besluiten over sloop of renovatie van
de Vosseburcht op die lokatie, dan heeft mevrouw Van Ulzen niet meer de
mogelijkheid om met een motie te komen om de Leeuwerikschool in stand
te houden. Dat zou zij wel kunnen doen met een motie om de Vosseburcht
te renoveren en daar vervolgens een flink bedrag tegenover te zetten,
want dat zal dan de consequentie zijn. Maar zij heeft dan niet meer de
mogelijkheid om te zeggen: ik vind dat toch maar die Leeuwerikschool moet
blijven staan. (De heer Krol: Dat is op z'n minst de overweging die zij
aanhaalt in haar motie voorbarigOK, maar ik reageer even op wat de
heer Krol zei. Wat mij betreft spreken wij ons vanavond duidelijk uit en
hoeft die motie niet van tafel. Ik heb overigens begrepen dat niemand van
plan is om die motie te steunen.
De D66-fractie steunt het collegevoorstel. Hetzelfde geldt voor de
PAL-fractie. Uiteraard wordt u geïnformeerd over de voortgang voor wat
betreft de financiële consequenties van de Vosseburcht. In ieder geval
zal in de volgende commissievergadering ook gesproken moeten worden over
het verzoek tot nieuwbouw. Daar zal dit ongetwijfeld weer aan de orde
komen
De CDA-fractie is het ook eens met het college-voorstel. De heer
Krol zegt: voorlopig zijn wij niet bereid uit eigen middelen geld bij te
leggen. Ik denk dat die discussie aan de orde komt op het moment dat
inderdaad duidelijk is wat de opstelling van het Rijk definitief zal
zijn.
19