is van mensen in een meervoudige achterstandssituatie, van een integrale aanpak en van maatwerk op lokaal niveau; overwegende dat stopzetting van het subsidie voor het project Jeugdhulp verlening tot onaanvaardbare consequenties voor een belang rijke doelgroep van de sociale vernieuwing leidt; dat stopzetting van het project, evenals bijvoorbeeld eerdere plannen ten aanzien van stads- en dorpsvernieuwing, de inzet voor sociale vernieuwing ongeloofwaardig maakt en frustreert; verzoekt de Tweede Kamer der Staten Generaal dringend de stopzetting van het subsidie af te wijzen en alles in het werk te stellen om het project Jeughulpverlening bij 't Vliet doorgang te laten vinden; en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede ondertekend door Hermien de Haan. Wij zouden het college willen vragen om de motie ook ter kennisneming te sturen aan de Interde partementale Projectgroep Sociale Vernieuwing. (De Voorzitter: De motie maakt deel uit van beraadslagingen.(Motie nr. 1.) Naast de financiële verantwoordelijkheid hebben gemeenten en Rijk ook verantwoordelijkheid voor het slagen van de bestuurlijke vernieuwing waarmee de sociale vernieuwing gepaard moet gaan. Gemeenten moeten op lokaal niveau participatie en aansluiting bij ideeën van anderen bewerk stelligen. De rijksoverheid moet deregulering en ontbureaucratisering waar maken en maatwerk op lokaal niveau vervolgens niet belemmeren door strikt vast te houden aan bestaande regelgeving. Dat laatste dreigt nu al te gebeuren bij de banenpool sociale vernieuwing. En ook daarover hebben wij een motie gemaakt, die als volgt luidt: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 22 oktober 1990, constateert dat, vooruitlopend op de mogelijkheid een banenpool in te stellen in het kader van sociale vernieuwing, een aantal gemeentelijke projecten gestart is op grond van de Kaderrege ling Arbeidsinpassing (stadswachten, conciërges op basisscho len en het Leer-werkproject de Meenthe); dat, nu de gemeentelijke projecten ten einde lopen, een aantal deelnemers een goede kans op een reguliere arbeids plaats lijkt te hebben mits er een mogelijkheid is langer werkervaring op te doen; dat in de banenpool sociale vernieuwing soortgelijke projec ten gestart zullen worden, waarin die voortgezette werkerva ring daadwerkelijk opgedaan kan worden; dat dit laatste echter voor de huidige deelnemers aan boven genoemde gemeentelijke projecten onmogelijk is, omdat zij formeel niet meer voldoen aan de gestelde eis: langer dan drie jaar werkloos; overwegende dat het op zichzelf een terechte eis is, dat alleen degenen 22 die langer dan drie jaar werkloos zijn in aanmerking komen voor een banenpoolplaats, omdat vooral deze mensen weinig kansen op de reguliere arbeidsmarkt hebben; dat daarnaast echter als belangrijke pijlers van sociale vernieuwing genoemd worden: deregulering, ontbureaucratise ring en maatwerk richting arbeidsmarkt op lokaal niveau; is van mening: dat een te star vasthouden aan op zichzelf terechte eisen voor deelnemers aan een banenpool strijdig is met het streven naar deregulering en ontbureaucratisering en dat het maatwerk op lokaal niveau onmogelijk maakt; dat gemeenten in gevallen waarin deelnemers aan KRA-projec- ten die beëindigd worden, willen doorstromen naar de banen pool, de beleidsvrijheid moeten krijgen na zorgvuldige afwe ging af te wijken van de gestelde eisen; verzoekt de Tweede Kamer der Staten Generaal daarom dringend alles in het werk te stellen een dergelijke beleidsvrijheid te realiseren, en gaat over tot de orde van de dag. Ook deze motie is ondersteund door Hermien de Haan en ook deze motie zouden wij graag ter kennisneming willen sturen aan het IPSV, maar ook aan het regionaal en centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening. (De Voorzitter: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen.(Motie nr2 Het voorgaande, voorzitter, gaat eigenlijk vooral over de manier waarop en de middelen waarmee sociale vernieuwing gestalte moet krijgen en zegt nog niet veel over de inhoudelijk kant van de rijksnota. Ik wil heel kort even stilstaan bij twee van die inhoudelijke punten. In de nota wordt gezegd dat er onder andere een nieuw evenwicht moet komen tussen rechten en plichten om de problemen effectief te kunnen aanpakken. Met een goed evenwicht zijn wij het natuurlijk altijd eens, hoe zou het anders kunnen. Maar wij willen niet de indruk wekken dat degenen die gebruik maken van hun rechten ook op grote schaal hun plich ten verzaken. Als zo'n uitspraak betekent dat sancties opgelegd worden, ook als rechten niet volledig waar gemaakt worden, dan voelen wij daar heel weinig voor. Het tweede punt, in de nota worden alle doelgroepen grotendeels over één kam geschoren, alleen voor etnische groepen wordt - overigens heel terecht - een uitvoerige beschrijving van de achtergronden gegeven. Maar bijvoorbeeld ten aanzien van vrouwen wordt nergens ingegaan op de funda menteel andere achtergrond van hun slechte arbeidsmarktpositie ten opzichte van alle andere doelgroepen. Inhoudelijke discussie over dit soort punten heeft nauwelijks plaats gevonden. Wij zullen in ieder geval deze en andere inhoudelijke aspecten bij de concrete invulling heel nadrukkelijk meenemen. Tot slot nog een paar opmerkingen over de voorgestelde gemeentelijke werkwijze en aanpak en over het convenant. Daarover is het meeste in de commissie al gezegd. Onze fractie gaat akkoord met het maken van een Plan van Aanpak voor de langere termijn met daarnaast korte termijn actieplan- 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1990 | | pagina 12